donderdag 7 oktober 2010

Sicilië - dag 4: Segesta en verder

We zijn al aan onze vierde dag, dat betekent morgen naar huis! Maar eerst gaan we met een beperkte groep eerst nog de antieke toer op. We huren in het hotel een auto, en met zijn vijven - Jan en Chris, Eva, Francine en ikzelf - richten we de steven naar Segesta, voor een Griekse tempel en een dito theater. Het zou de moeite moeten zijn.

Uit een garage in het historische centrum wegrijden is alles behalve simpel, maar een vriendelijke, oudere Siciliaan is ons behulpzaam en zonder butsen of builen geraken we toch op weg, over de autoweg naar ons doel . Onderweg valt het op hoe droog het land wel is, alle groen staat er vaaltjes bij, de bloemen verwelkt en uitgedroogd: een lange droge zomer hebben ze hier ongetwijfeld gehad. We komen na enig zoeken op onze bestemming, en nog een vriendelijke Siciliaan - ik zal mijn idee over dat volk moeten nuanceren - ziet Jan en mij met mijn rolstoel bezig, sommeert ons tot bij hem en zegt dat rolstoelgebruikers voorrechten hebben, dat zijn de eersten, stelt hij, en we mogen onze auto tot vlak bij de tempel rijden. Toegang tot het monument overigens gratis voor ons tweeën.

Het monument is een pracht van een voorbeeld van een Dorische tempel, eentje met een eigenaardige geschiedenis. Hij is gebouwd in de periode 430-420 v.C., toen de stad Segesta lucratieve betrekkingen met Athene onderhield. Voltooid is hij echter nooit: vanaf 409 v.C. nemen de Carthagers de heerschappij over, die interesseren zich niet bijzonder voor Griekse heiligdommen, en daardoor is het gebouw nooit verder geraakt dan de fase  'ruwbouw'. Maar die staat er dan toch nog.


Dorische tempel: goed geconserveerde ruwbouw

En dan mag het een onaf werk zijn, indrukwekkend is het alleszins. Het dak - dat er dus nooit gekomen is - moest rusten op 32 zuilen van meer dan negen meter hoog, en aan de basis meet de tempel 26 bij 61 meter. Hij ligt natuurlijk op een hoogte, en wel zo dat vanaf de achterzijde niets te vrezen was: achter de tempel begint een redelijke afgrond. Godsdienst met een strategie, zou ik zeggen, en dat komt wel meer voor.

Iets verder ligt het theater: het is later gebouwd - rond 300 v.C. - en omdat de tempel nooit in gebruik is geweest, heeft het daar in feite niet veel mee te maken. Dat theater is 12,50 meter hoog, de doormeter van het halfrond bedraagt 63 meter, en 4.000 toeschouwers konden de voorstellingen bijwonen. Het geeft een idee van de grootte van de bevolking van dat deel van Sicilië 200-300 jaar voor Christus.


Het theater van Segesta

Bij de ingang van het archeologische park wordt het eten en een wijntje drinken, en natuurlijk de 'museum shop' bezoeken, een dvd kopen over de Griekse tempels in Sicilië, plus een gidsje waar duidelijk 'Segesta' op staat, want ik wil een Italiaanse exemplaar. Maar in het Duits heet de plaats ook zo: bijgevolg heb ik een Teutoons boekje, maar met Italiaanse foto's, dat tenminste.

Zelf helemaal antiek worden willen we nu ook weer niet dadelijk: we vertrekken naar Castelammare del Golfo, een niet zo grote stad aan de kust. De golf waar ze aan ligt heet de 'Golf van Castellammare', en  het middeleeuwse kasteel in het centrum heeft 'Castelammare' zijn naam bezorgd. En zo kunnen we tot in der eeuwigheid origineel bezig blijven. In antieke tijden was het de haven en handelsplaats van Segesta en Erice. Nu is het een zeer mooie plaats, met veel herinneringen aan de nu nog redelijk belangrijketonijnvisserij - tonnara - met stranden en zeeblauw zoals je die bij uitstek en voorkeur in toeristische prospectussen ziet, het is een plaats waar je werkelijk onder de indruk komt van het cliché: het is inderdaad prachtig. Een eind verder, aan het keienstrand van Scopello voel ik hetzelfde: weer is het er machtig prachtig. Ik voel de charmes van Blankenberge in het groene Noordzeewater verdrinken.


Castellammare del Golfo met Francine


Hetzelfde met kasteel, maar zonder Francine


De Middellandse Zee bij Scopello

En dan wordt het naar huis rijden, dat wil zeggen naar Erice. We komen door een dorp dat Valderice heet, met de klemtoon op de eerste 'e': anders zou je nog van 'falderie, faldera' gaan zingen. Zo Vlaams is Sicilië echter niet: onze aanwezigheid is maar een miniem kiezeltje op de lange kustlijn hier.
Maar onze tocht met zijn vijven was meer dan één genoegen. En zoals Neerlands Hoop indertijd  zei: dat schept een band.

Geen opmerkingen: