zaterdag 3 februari 2024

Krasse koppen: een heel krasse en een paar andere

Nog een paar van die koppen zijn echt het bekijken waard: 'Twee hoofdstudies' van Antoon van Dyck bijvoorbeeld. Natuurlijk zie je dat het een studie is, heel zorgvuldig afgewerkt zijn ze niet. De man links kijkt eerder neutraal de wereld in, maar toch tezelfdertijd aandachtig, de man rechts heeft de blik letterlijk terneergeslagen, ingetogen lijkt die man, alsof hij een verdriet verwerkt. Daar dienen die studies voor: hoe schilder ik een aandachtige man, hoe een andere die een stil verdriet verwerkt? Studiewerk is het, maar toch zeer kunstig. En dat het barok is, hoeft ook geen betoog. Die Van Dijck stierf in 1641, een jaar na zijn meester, P. P. Rubens, en daarmee waren de twee grootste Antwerpse barokschilders niet meer.

Antoon van Dyck (1599-1641), Twee hoofdstudies

Een Pieter Bruegel de Oude hing er ook: een niet zo groot portret in profiel van een niet meer zo jonge boerin. Realistisch zou ik het noemen, hij heeft ze niet mooier gemaakt dan ze was. Mager van gezicht is ze, ze lijkt niet echt goed doorvoed. Eenvoudig gekleed verder, nergens versieringen van welke aard ook: zonder meer een volksvrouw die nooit veel luxe gewend is geweest. Ze schijnt een beetje geschrokken te zijn: ze kijkt in ieder geval zeer benieuwd naar wat er aan de verborgen rechterkant van het schilderij gebeurd is. En zo'n eenvoudige witte muts hebben we ook al wel eens meer gezien op deze tentoonstelling.

Pieter Breugel de Oude (1525-30 - 1569): Portret van een boerin

Een andere zestiende-eeuwer is Quinten Massijs of Messijs of Matsijs: ik ken hem met de derde versie van zijn familienaam. Van hem kun je bezichtigen en bewonderen het 'Hoofd van een oude vrouw', ook gekend onder de Engelse naam 'The ugly duchess'. Als je haar vanuit je ooghoeken opmerkt, wil je meteen vlak voor dat schilderij staan, zo lelijk is ze, dat mens (vergeef me het onzijdige genus) moet nodig geïnspecteerd worden, daar is geen weg naast. Gelukkig hangt naast het werk een bord met flink wat uitleg, zo leer je nog eens iets. Ik citeer: 

'Het karikaturale gezicht van deze hertogin, haar gerimpelde boezem en ouderwetse kledij moesten bij de toeschouwer doelbewust afgrijzen en spot oproepen. De man op het bijhorende schilderij - niet in de tentoonstelling - wijst de rozenknop af die ze hem aanreikt. Het is een erotische zinspeling. Maar is ze wel een vrouw, of is het een man verkleed als vrouw?'

Het kan natuurlijk een vrouw zijn die niet beseft dat haar jaren voorbij zijn, en haar borsten - het lijk wel Maagdenburgse bollen - liegen er ook niet om. Overigens citeert Matsijs hiermee ook een gelijkaardige tekening van Leonardo da Vinci. Dat kan ook omgekeerd zijn: de twee kunstenaar correspondeerden met elkaar, en de tekening van Da Vinci kan een interpretatie zijn van wat Matsijs hem toegestuurd had. Wat er ook van zij: het waren niet allemaal deftige en ernstige jongens, die schilders van vroeger, zoals die van nu dat ook niet zijn.

De klap op de vuurpijl: 'Hoofd van een oude vrouw', of 'The ugly duchess'

Ik ben blij dat ik 'Krasse koppen' gezien heb: er was kunstig werk te zien, nogal wat hoofdstudies, en de meest krasse aller krasse koppen was ongetwijfeld 'The uqly duchess'. Tenminste, dat vind ik ervan.

woensdag 17 januari 2024

Krasse koppen: Rubens en Jordaens

Als we het over Rembrandt hebben, kunnen we Rubens niet vergeten: natuurlijk hangt die hier ook, we zijn tenslotte in Antwerpen. Beroemde werken zijn het niet, wel hoofdstudies: hij schildert bij wijze van oefening hoofden van mensen die hij later in grotere doeken nog kan gebruiken. Voorbeelden van 'oefening baart kunst' zijn het letterlijk.

Het zijn wat in de muziek 'des études' worden genoemd, maar het zijn zeker geen kladwerkjes of zomaar poginkjes van niemendal. 'Hoofdstudie van een man' heet er een: het valt erg op hoeveel zorg Rubens aan de baard besteed heeft. Ook het gezicht met zijn nieuwsgierige en tegelijk wat bange ogen trekken de aandacht. Als dit een studie is, dan een van superkwaliteit, vind ik toch.

Pieter Pauwel Rubens, Hoofdstudie van een man

Er is nog een gelijkaardig werk te zien: het is een variatie op het thema 'mannenhoofd'. De baard van de man is nu korter en niet zo verzorgd, en hier spreek je van een vooraanzicht. Maar een beetje boos lijkt hij mij de wereld in te priemen. Een oefening om een welbepaalde emotie uit te drukken is het, maar ook weer een afgewerkt doek, en niet een poginkje van 'between the soup and the potatoes'.

Hoofdstudie van een man

De volgens mij mooiste Rubens van de tentoonstelling is de 'Hoofdstudie van een oude vrouw in vooraanzicht', ca. 1617. Mooi afgewerkt is deze studie alweer, vriendelijk kijkt zij ons aan, pientere ogen heeft ze, deze oude vrouw. Ze schijnt zeer tevreden met haar bijna voorbije leven te zijn, je zou deze oma toch zo willen kussen! Ik vraag me dan af: zat die vrouw model voor de schilder, of zette hij ze zomaar uit het hoofd op het doek? Het is in ieder geval een overtuigend werk. Ook als het maar om studies gaat, legt Rubens er al zijn talent en gevoel in, hij doet altijd zijn best, de meester verraadt zich niet.

Hoofdstudie van een oude vrouw in vooraanzicht, ca; 1617, Antwerpen, The Phoebus Foundation

Van Jacob Jordaens zijn er net zo goed hoofdstudies te bewonderen: bijvoorbeeld'Twee hoofdstudies van een oude vrouw', ca. 1617. Op het eerste portret zie je het vrouwengezicht driekwart naar rechts kijkend, het tweede is gewoon in profiel. De eerste kijkt naar omhoog, alsof ze wil illustreren 'alle zegen komt van boven': haar blik drukt wel iets van verwachting uit. Mooi ook hoe realistisch het hoofd geschilderd is: haar leeftijd blijkt er wel uit, maar ook respect voor haar. Haar witte kap lijst haar hoofd mooi in: de aandacht van de kijker gaat recht naar waar Jordaens haar hebben wil. Meesterlijk is het. De tweede vrouw krijgen we in profiel: nog meer wit, en haar gezicht in profiel komt perfect overeen met haar naar rechts gewende hoofd: Jordaens laat hier eventjes zien wat hij kan, en dat is niet weinig.


Twee hoofdstudies van een oude vrouw, ca. 1617, Nancy, Musée des Beaux-Arts

'Twee hoofdstudies van twee Afrikanen' (na 1620) laat zien dat Antwerpen al in de zeventiende eeuw een stad was die met vreemdelingen en migratie te maken had. Blinkende bruine hoofden zien we, de rechtse Afrikaan breed glimlachend, de linkse met meer sérieux. En weer een witte kap die het werk lichter maakt. Ik heb de indruk dat het hier gewoon om een witte doek gaat, een kap naar de laatste mode is het zeker niet.

Twee hoofdstudies van twee Afrikanen, na 1620

Mensen die niet meer zo pril zijn, zullen bij het zien van deze Hoofdstudies mogelijk denken aan een bankbiljet van 500 frank van een hele tijd geleden. Daar stonden ook Afrikanen op, maar ik herinner me dat dat biljet in de volksmond en ook iets officiëler 'de Negerkoppen' werd genoemd. Van Rubens is dat werk. Maar Negerkoppen, dat gaat tegenwoordig niet meer, nu heet dat werk op beschaafde wijze 'Vier studies van het hoofd van een Moor' (1615). Zeden, opvattingen en dus ook woordenschat veranderen, En in dit geval is dat een goede zaak: meer respect kan nooit kwaad.

Jordaens is de derde grote barokschilder uit de Antwerpse 17de eeuw. Hij is zowat 20 jaar jonger dan Rubens, en overleeft hem bij 40 jaar; hij sterft in 1678, 85 jaar oud. Tegen 1700 is de grote bloeiperiode van Antwerpen dan ook voorbij, maar nu, heden ten dage is het nog altijd een wereldstad, en de rest van de aardbol provincie. Zo hoort dat ook, daar zijn de inwoners van Tstad overtuigd!

dinsdag 16 januari 2024

Krasse koppen: Rembrandt

Een volgens mij niet te missen tentoonstelling is 'Krasse koppen', die nog tot zondag 21 januari te zien is in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen: als je al die hoofden nog wil zien, moet je je wel haasten. Maar ik verzeker je, je zal het je niet berouwen. Uitzonderlijk vind ik het allemaal, 'niet te missen' heb ik deze tentoonstelling ook genoemd. Ik ben er zeer enthousiast over, zal ik maar zeggen.

Het gaat om werken van 16de- en 17de-eeuwse schilders uit Zuid- een Noord-Nederland. Rubens maakt natuurlijk zijn opwachting, maar ook Rembrandt, met meer dan een werk. Adriaan Brouwer is er, en Quinten Matsijs, Piet Breughel de Oude, Anthony van Dijk en Jacob Jordaens. Het is heel wat dat je te verhapstukken krijgt.

Laat ik met Rembrandt beginnen, met een zelfportret. De ets komt uit circa 1630, toont een jonge Rembrandt die het etsen al heel stevig onder de knie had, of in zijn vingers, beter gezegd. De volledige titel luidt 'Zelfportret met baret, wijd open ogen en open mond'. Ze bevindt zich in Brussel in de Koninklijke Bibliotheek van België. Het is het kleinste kunstwerk dat ik in deze 'Krasse koppen' gezien heb, en hoewel het een jonge kunstenaar toont, is het toch 'kras' want uit de zeventiende eeuw. De meeste grafici uit die tijd bleven niet zo lang jong. En ook kras door wat hij op 24-jarige leeftijd al kon. Het talent van de maker druipt er gewoon af: haar tot in het detail weergegeven, een gezicht vol uitdrukking, een juweel is het.

Rembrandt, Zelfportret met wijd open ogen en open mond, ca. 1630

Een andere Rembrandt die mij echt raakt, is 'Jeremia treurend over de verwoesting van Jerusalem', uit 1630, niet circa. Het hangt in het Rijksmuseum in Amsterdam waar ik het ongeveer 50 jaar geleden heb leren kennen. Ik heb het ooit gekocht, een mooie reproductie wel te verstaan, die in de loop van mijn leven op een of andere manier verdwenen is, waarschijnlijk ook verwoest. In dit schilderij is het niet in de eerste plaats te doen om de krasse kop, wel om om de verslagen machteloosheid van de profeet. De man zit in het volle licht, maar toch op de rand van de duisternis, die past bij de verwoesting van Jeruzalem: zo wordt het best een dramatisch schilderij.

Jeremia treurend over de verwoesting van Jerusalem, 1630, Rijksmuseum Amsterdam

Geen echte Rembrandt is 'De man met de gouden helm', van rond 1650. Hij hangt in de Staatliche Museen zu Berlin, om een of andere reden wordt het werk dus wel naar waarde geschat: het is geen echte Rembrandt, maar het heeft er toch iets van weg. Het is niet zo levendig als de echte werken van de grote meester. Dat is ook een manier om het onvolprezen talent van de kunstenaar duidelijk te maken: confronteer het met dat van mindere goden, en je ziet het verschil wel. 

Omgeving van Rembrandt: De man met de gouden helm, ca. 1650, Staatliche Museen zu Berlin, Gemäldegalerie

Dan hangen er nog twee werken van de meester zelf: een 'Buste van een oude man met bontmuts'. Zijn naam is niet bekend, hij zal dus wel niet zo belangrijk geweest zijn. Het kan een hoofdstudie zijn, of de schilder heeft die man op doek gezet voor zijn eigen plezier, omdat hij graag schilderde, zomaar. Oud is de man, natuurlijk, en hij kijkt met een zeer melancholische blik de wereld in. Dat treffen en adequaat weergeven is ook een bewijs van meesterschap.

Buste van een oude man met Bontmuts, 1630

Nog een oude man, uit 1631; het valt mij overigens op hoeveel schilderijen Rembrandt in 30-31 gemaakt heeft, dat moet vruchtbare jaren geweest zijn.

Van die 'Oude man in militaire kledij' dacht men vroeger dat het om de vader van de schilder ging, maar dat schijnt niet te kloppen. Overigens, pour la petite histoire: die vader was molenaar. Rembrandt, wat zijn voornaam is, had net zo goed Smolders, De Mulder of Meulemans kunnen heten. Geef toe, dan is Rembrandt mooier. Voor de volledigheid, zijn achternaam was Van Rijn. 

Dit schilderij vind ik opener, er zit meer licht in, en de ogen van deze oude man staan best kwiek en vief in zijn gezicht: hij lijkt iemand die tevreden is over zijn leven. Ik houd er wel van, van deze vader-niet-van-Rembrandt.

 

Oude man in militaire kledij, 1631

Dat is dus de eerste lading 'Krasse koppen', en er komen er nog: al die zeventiende-eeuwers zijn nu per definitie kras.