dinsdag 17 september 2019

Cornelis Floris II De Vriendt in Geel

'Vlaamse meesters in situ' bracht me ook naar Geel, naar de Sint-Dimpnakerk, voor het retabel van Sint-Dimpna, waarover later allicht meer. Als je voor de kerk staat, voor de toren is dat, zie je al meteen dat die toren niet zo hoog is als hij oorspronkelijk bedoeld was. Hij heeft trouwens van alles meegemaakt: in 1541 stort de toren in tijdens een hevige storm; dat is wat men noemt 'niet tegen een stootje kunnen'. Hij werd dan heropgebouwd: in 1563 men al zo hoog als de spitsboog van het grote venster, 17 meter is dat. Er is nadien nog een tijdje verder gewerkt, maar voltooid is hij nooit. Ik schat dat hij nu een 30-tal meter hoog is. Tijdens de periode 1949-1952 worden kerk en toren gerestaureerd naar de plannen van de provinciale architect Jozef Schellekens uit Turnhout, die het bouwwerk zijn huidige hoogte gaf: zo'n 30 meter moet dat zijn, schat ik. Je ziet wel dat dit gebouw authentiek gotisch is: in dit geval spreekt men van Brabantse gotiek, Demergotiek of zelfs Kempische gotiek. De gids zegt dat, rekening houdend met de oppervlakte van de basis, de toren even hoog had moeten worden als die van de Katharinakerk in Hoogstraten: 105 meter is dat. Het zou een duidelijk merkteken in het landschap geweest zijn, 'a landmark' zoals het Engels dat uitdrukt. De niet gerealiseerde hoogte van het gebouw zou het ook eleganter gemaakt hebben, maar wat er nu staat vind ik best oké: de speklagen geven de toren zeker enige lichtheid, zeker als hij het volle zonlicht vangt.


De Sint-Dimpnatoren, Kempische gotiek

Een zeer mooi en kunstig monument is ongetwijfeld de graftombe van Jan III van Merode en zijn echtgenote Anna van Gistel: zijn trouwden in 1520; zij overleed al in 1533, hij in 1550. Cornelis II Floris de Vriendt kreeg de opdracht voor deze tombe in 1552, exact het jaar waarin hij de sacramentstoren van de Sint-Leonarduskerk van Zoutleeuw voltooid had. Deze Cornelis Floris was een uitstekend beeldhouwer, had een reis naar Italië ondernomen, was daar de renaissancekunst gaan bekijken en had ze nadien hier geïntroduceerd. Ik heb die sacramentstoren van Zoutleeuw deze zomer gezien, en ik kan de mensheid van hier te lande verzekeren: Cornelis Floris was geen prutser, wel integendeel.

Op de vier hoeken van de tombe staan Romeinse soldaten: herauten volgens Cornelis Floris, die mogelijk het overlijden van het echtpaar aankondigen. De middelste figuur op onderstaande foto staat aan de kant van Jan III, en die draagt het wapen van Merode (dat overigens in Duitsland ligt). Die Romeinse soldaten - of het idee - heeft de kunstenaar allicht van zijn Italiëreis meegebracht, en zo sluipt de renaissance in deze kerk en in zijn werk binnen.


Wapendrager tussen twee herauten (Romeinse soldaten)

Aan het voeteneinde van de tombe liggen de obigate leeuw en hond: de eerste symboliseert dapperheid, het tweede dier staat voor huiselijkheid en trouw, deugden van de vrouw. Aan de rollen van man en vrouw werd toen nog lang niet getornd! Vooral in de manen van de leeuw heeft Cornelis Floris zich eens kunnen laten gaan, en uitpakken met zijn kunst en meesterschap. Maar beide dieren zijn zeer geslaagd.


De leeuw voor dapperheid (Jan III), de hond voor trouw (Anna)

Het was te moeilijk een volledige foto te nemen van de twee liggende figuren, maar hun hoofden bewijzen ook al heel wat. Jan III van Merode is in vol ornaat afgebeeld, hij heeft bij wijze van spreken zijn beste pak aangetrokken, want hij moet voor de ultieme opperrechter verschijnen. Hij draagt een hermelijnen cape waarvan de zwarte staartjes goed zichtbaar zijn (dat zijn de witte pluisjes op zijn rechterschouder), en onder die cape zit een rijkelijk versierde mantel: noblesse oblige! Natuurlijk heeft hij een gaaf gezicht, en hoofdhaar en baard met virtuoze krullen, superlatieven van de manen van de leeuw. En dan moet je het hoofdkussen nog bekijken: ragfijn versierd met opgelegde koorden, zo realistisch mogelijk. Dit is werkelijk renaissancekunst par excellence!


Jan III van Merode

Hetzelfde metier en dito virtuositeit vind je terug bij zijn vrouw Anna: mooi versierde kledij, haar handen gevouwen tot gebed, zoals ook Jan III deed, fijn uitgewerkt kraagje, en rand van haar hoofddeksel maken het kunstwerk af. Groot kunstenaar was Cornelis II Floris de Vriendt (Antwerpen ca. 1514-1575).


Anna van Gistel

Ik heb me meermaals enthousiast uitgelaten over de Sint-Katarinakerk in Hoogstraten, maar de Sint-Dimpnakerk van Geel heeft nog meer en oudere kunstschatten. Wat je er allemaal nog vindt, daar heb ik het nog over. Voor de liefhebbers: een bezoek meer dan waard.

Geen opmerkingen: