donderdag 3 april 2025

Dürer in Antwerpen III

Ten slotte wil ik het nog over vier werken hebben die ik om uiteenlopende redenen merkwaardig vind. De eerste heet 'Nemesis', een godin uit de Griekse mythologie; zij stelt de meedogenloze godin van de gerechtigde wraak voor. Ze lijkt een soort van engel met stevige vleugels. Poedelnaakt is ze, staat op een wereldbol, en wandelt of zweeft boven die wereld op de rand van de wolken. In haar rechterhand draagt zij de beker der overwinning, een vroege voorloper van de Beker der Landskampioenen zeg maar - over haar linkerarm hangen teugels en een toom, voorwerpen waarmee iemand in bedwang kan gehouden worden. Als je goed kijkt, zije nog de vingers van haar linkerhand. Ze loopt voor een stralend witte hemel, het dorp onder haar eerder grijs.Dürer zou dat landschap getekend hebben in de Alpen.

Wat ik aan deze Nemesis zo merkwaardig vind: ik had ze nog nooit gezien, en tezelfdertijd toch wel. Ze doet mij heel sterk denken aan de 'Pornocrates' van Félicien Rops: ze lopen allebei van links naar rechts, maar in plaats van straf of beloning leidt de naakte vrouw van Rops een varken, niets meer. Natuurlijk kan Dürer het werk van Rops nooit gezien hebben: ik krijg het vermoeden dat Rops de Nemesis wel gezien heeft. Of dat waar is, weet ik niet, maar merkwaardig blijft het wel.

Nemesis, c. 1502, gravure

Laat ik nog eventjes naar mijn familie terugkeren: er is een houtsnede die heet 'De verloving van Maximiliaan met Maria van Bourgondië uit de Ehrenpforte, c. 1512-1515. Maria was al in 1482 gestorven, ten gevolge van een val van haar paard, dat is genoegzaam bekend. Maximiliaan en Maria kunnen dus onmogelijk samen voor hem geposeerd hebben, maar dat was niet zo belangrijk: deze houtsnede moest een deel zijn van een triomfboog of erepoort, die dan weer een deel was van Maximiliaans propagandapolitiek waarmee hij zijn militaire successen en zijn dynastieke kracht verheerlijkte. De kleine luiden werden dan verondersteld te denken en vooral te zeggen: 't Is toch ne straffe, onze Max!' 

Op momenten van overdreven pretentie pleeg ik die Maria wel eens te benoemen met de term 'Tante Marie'. Helaas, en al maar goed, heb ik met het Huis van Bourgondië niets te maken. Mijn oudste stamvader heb ik in Woensel (Eindhoven) gevonden: in 1705 heette die Jan de Fransman, en in 1715, toen hij genoeg Brabants geleerd had, Jan van Bourgondiën. Zijn zoon Peter is in 1720 in Turnhout getrouwd,  op 29 december, vlak voor Nieuwjaar. Grapjas moet die Peter geweest zijn, of een viriel manneke? U begrijpt dat dit niets meer met Dürer te maken heeft, waarvoor mijn excuses. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan.

De verloving van Maximiliaan met Maria van Bourgondië uit de 'Ehrenpforte', c. 1512-1515

Dan is er nog een portret van Erasmus, door Dürer gemaakt in 1521, maar pas in 1526 gepubliceerd. Volgens de gids blijft de reden waarom dat 5 jaar geduurd heeft onduidelijk, maar sommige kenners suggereren dat Erasmus in Dürers achting zou gedaald zijn, omdat hij na de Thesenanschlag door Luther de kerk trouw is gebleven, terwijl de kunstenaar zelf door de nieuwe godsdienst zou geporteerd zijn. Dürer van wie ik in de eerste tekst veronderstelde dat hij katholiek was, bleek in zijn latere leven een medestander van de nieuwe godsdienst, het protestantisme, geworden te zijn.

Het portret, dat in het Latijn 'imago' heet, is volgens de tekst links boven 'ad vivam effigiem deliniata', dat wil zeggen 'naar levend portret (of model) getekend'. Hans Holbein de Jongere heeft een gelijkaardig portret geschilderd, met Erasmus aan het werk, 'schrijvend', zoals bij Dürer, want een geleerde slijt zijn dagen niet in ledigheid. Ook bij Holbein draagt de humanist hetzelfde hoofddeksel en kijkt hij naar links. En er liggen bij hem best wat boeken die hij kan raadplegen: hij werkt niet zomaar in het ijle weg. De geleerde wordt met alle eerbied afgebeeld.

Portret van Desiderius Erasmus, 1526, gravure

In 1515 vervaardigt Dürer een houtsnede van een Indische neushoorn, 'rhinocerus' staat rechts boven de afbeelding van het dier. Het opmerkelijke is dat Dürer nooit een levende neushoorn gezien heeft, geen witte, geen grijze, geen Indische, geen Afrikaanse. Openbare dierentuinen waren nog niet 'uitgevonden', en over vliegtuigen en verre reizen zal ik maar zwijgen. Dit werk is gebaseerd op mondelinge beschrijvingen en schetsen. En je moet zeggen: je kunt niet beweren dat daar een gnoe of een buffel staat. Honderd procent realistisch is het beessie niet, maar het kan en best mee door, met zijn platen op zijn lijf. Zo dringt de nieuwe wereld ook in het oude Europa door.

Rhinocerus, 1515, houtsnede

Deze tentoonstelling is heel erg de moeite waard: je ziet Dürer als kunstenaar van het christendom, van de nieuwe tijd, in dienst van vorsten. En door zijn  bekende monogram ook als zelfbewust artiest. Zonder meer interessant dat hij na 500 jaar nog eens naar Antwerpen gekomen is. Tot 14 april nog te bezoeken.

dinsdag 1 april 2025

Museum De Reede: Dürer in Antwerpen II

Dürer had het niet alleen voor Maria, hij beeldde ook graag vrouwen zonder hun verpakking af. Zo bijvoorbeeld 'Vier naakte vrouwen' of 'De vier heksen'. Die laatste naam krijgt deze gravure in de zeventiende eeuw. Waarom vertelt de gids bij de tentoonstelling niet. Boven de vier dames hangt een bol met de datum, 1497, en met de letters OGH, en wat die betekenen is mij ook niet bekend, en de gids evenmin. Deze vrouwen zitten goed in het vlees - 'goed gedraaid van oren en poten' klinkt eerder oneerbiedig, maar het staat er toch maar - het zijn zeker geen skinny beauties die tegenwoordig het schoonheidsideaal voorstellen. Ook opmerkelijk: twee zijn alleen ruggelings te zien, van een derde zie je alleen het hoofd, van de rechtse zie je wel de voorkant, borsten incluis, maar een niet toevallige sluier verbergt haar intiemste onderdeel: we kunnen hier niet van preutsheid spreken, maar alle remmen los is nog iets anders. Links is ook nog een duivelskop te zien, naast de voeten van de tweede ligt een doodskop: Enige waarschuwende moraal is deze gravure niet vreemd. Maar ja, 1497 is nog zeer vroeg in de renaissance. En de vier dames zijn zeer verschillend van de Maria's en Madonna's van Dürer. We zijn een andere weg ingeslagen, zoveel is wel duidelijk zichtbaar.

Vier naakte vrouwen, of 'De vier heksen', 1497, gravure

Een gewone, poserende naakte vrouw zien we in de gravure 'Het zeemonster of Meerwunder' uit c. 1498. Dat zeewonder is natuurlijk de mooie jonge vrouw, het zeemonster is dan de oude man met zijn vissenstaart die haar meevoert, de rivier in. Hij heeft een soort van stekelig gewei met vier scherpe punten, als schild gebruikt hij het schild van een schildpad, en hij heeft zijn rechterhand al om haar linkerarm geslagen. Zij moet zich wel bewust zijn van wat er te gebeuren staat, want erg gelukkig ziet ze er niet uit. Deze gebeurtenis wordt in verband gebracht met allerlei mythen en sagen: uit de gids citeer ik: 'De meest overtuigende is de schaking van de Longobardische koningin Theudelinde door een zeemonster.' Van die Theulinde had ik nog nooit gehoord, maar zij was inderdaad een Longobardische koningin die overtuigend tegen het arianisme gevochten heeft. Ze heeft geleefd van ongeveer 570 en is gestorven in Monza in 627. Zij betekende dus wel iets in haar tijd, maar over een schaking door een zeemonster heb ik niets gevonden.

Het zeemonster of 'Meerwunder', c. 1498, gravure

'Sater en nimf' wordt ook 'De saterfamilie' genoemd, maar van familie is eigenlijk geen sprake. Hij speelt vrolijk op zijn schalmei, heeft uit de kluiten gewassen bokkenpoten en op zijn kop de bijpassende hoorns; bovendien is hij flink behaard. Zijn erectie bewijst zijn zichtbare viriliteit. De vrouw is helemaal wit, blank zou ik eerder zeggen, ze ligt op een witte vacht en zorgt voor haar baby: ze zijn het tegendeel van de sater. Die staat voor de natuurlijke driften van de man, die met zo'n gedrag niet fatsoenlijk voor vrouw en kind kan zorgen. Moraliserend plaatje is dit, het tweede al.

Sater en nimf, of 'De saterfamilie, 1505, gravure

Tot slot van dit deeltje: de aartsengel Michaël in gevecht met de draak. Michaël komt van boven links en steekt met alle kracht en geweld zijn lange lans door een van de strotten van de draak. Het is een zevenkoppig monster, hij heeft dus ook zeven strotten: je krijgt zo'n dier niet op een twee drie dood: kwaad uitroeien vraagt zijn tijd en inspanning en moeite. Rechts van de aartsengel perforeert een engel-boogschutter een tweede drakenstrot, boven rechts haalt nog een engel een zwaard tevoorschijn, en rechts boven komt een tweede engel-zwaardvechter ook zijn bijdrage aan het gevecht leveren. De strijd tegen het kwaad kan niet hevig genoeg zijn! Een en ander speelt zich dan af boven een vredig dorpje met kerktoren en links een waterput, alsof er niets aan de hand zou zijn. Wat zich in hemelse sferen afspeelt, bereikt de gewone sterveling niet...

De aartsengel Michaël in gevecht met de draak, c. 1496, houtsnede

De aartsengel Michaël in gevecht met de draak: Dit zou best het symbool van Brussel kunnen zijn, maar daar dienen andere kunstwerken voor.

zondag 30 maart 2025

Museum De Reede: Dürer in Antwerpen - I

Museum De Reede in Antwerpen pakt af en toe uit met een tentoonstelling om vol eerbied u tegen te zeggen. Nu is Albrecht Dürer an de beurt, nog tot 14 april. Die man leefde van 1471 tot 1528, werd geboren en stierf in Neurenberg. Hij is een van de belangrijkste renaissancekunstenaars van noordelijk Europa. De tentoonstelling heet 'Dürer in Antwerpen', en dat is een woordspeling: bijna alle werken op de expo zijn van Dürer, maar in 1521 verbleef Dürer zelf een jaar in Antwerpen. Meer dan 500 jaar later is hij er nu terug, met gravures, etsen en houtsneden.

Een eerste indrukwekkende werk is niet van hem, maar van Martin Schongauer, die een belangrijke inspiratiebron voor Dürer was. Hij leefde in Colmar, en de jonge bewonderaar reist naar hem toe, maar toen hij in de stad aankwam, was Schongauer kort daarvoor overleden. Zijn gravure 'De grote kruisdraging' is zonder meer indrukwekkend, doet allerminst middeleeuws aan, maar ademt volop de nieuwe tijd. Veel meer mensen dan er op dit werk staan, kunnen er niet meer bij. Centraal zien we Christus, gevallen onder het gewicht van zijn kruis, de man vlak achter en de twee naast het kruis vertonen geen spoor van mededogen, maar proberen hem op te jagen en aan te vuren, keihard zijn ze. De gevallene met zijn doornenkroon heeft al zo veel afgezien dat zijn gezicht alleen nog uitputting verraadt: dramatisch is het tafereel in ieder geval. De vrouw naast die agressieve Romein (Maria, Maria Magdalena?) valt zo goed als bewusteloos. Lange steekwapens benadrukken de heftigheid van het tafereel: het gaat tenslotte om het vermoorden van de onschuld. Best te verstaan dat Dürer een bewonderaar was van Schongauers werk, en hem wilde ontmoeten.

Martin Schongauer, De grote kruisdraging, c.1479, gravure

Nogal wat prenten hebben met het christendom te maken, met het katholicisme zullen we maar zeggen, want het protestantisme had toentertijd nog geen wortel geschoten. Dürers 'Madonna met kind en een aap' vind ik wat ik een charmante gravure kan noemen (ze dateert uit c. 1498). Een lieflijk tafereel van moeder en kind is het, waar bij het kind op zijn handen een vogel en zijn jong heeft zitten: een afspiegeling van moeder en kind kun je erin zien. En dan kun je je afvragen: wat zit die aap daar te doen? Die zit vastgeketend aan de afsluiting van de tuin, en hij staat symbool voor de zondige impulsen van de mens, die dan weer geketend zijn door de komst van Christus. Dat aapje heeft ook twee kleine hoorntjes: een duiveltje is het dus; het is ook al geen mooi dier. Als je goed kijkt, kun je aan de horizon een kerktoren zien: die waren er natuurlijk nog niet toen Christus een baby was: een mooi anachronisme is dat. Onderaan in het midden is ook het bekende monogram van Dürer te zien.

Albrecht Dürer, Madonna met kind en aap,  c. 1498, 1498, gravure

Dürer heeft ook een reeks gewijd aan 'Het leven van Maria'. 'De vlucht naar Egypte' is er daar een van. Het wil mij voorkomen dat die vlucht vaak door een woestijn gaat of door een leeg landschap: vluchten is een eenzame en onbeschermde onderneming. Bij Dürer trekt het gezelschap door een dicht begroeid woud, met exotische planten. De drakenbomen heeft hij van Schongauer. Rechts boven zijn een dozijn of daaromtrent putti getuigen van de vlucht, en ze zullen de vluchtelingen waar nodig steun en bescherming bieden; tenminste dat denk ik dan.

 

De vlucht naar Egypte, c. 1505, houtsnede

Een ander geliefd onderwerp uit werken over Maria is 'de dood van Maria'. Hugo van der Goes heeft daar een prachtig schilderij over gemaakt. Hier ligt Maria centraal in een hemelbed, omringd door de apostelen, allemaal in een andere houding, wat enig leven aan de houtsnede geeft, die overigens eerder donker is. 

De dood van Maria, 1510

Laat ik mijn eerste tekst over Dürer  maar  afsluiten met mezelf: 'De lezende Heilige Antonius', een gravure uit 1510. Ik draag officieel dezelfde voornaam, en ik heb best wat gelezen in mijn leven, maar heilig kan ik me met de beste wil van de wereld niet noemen: een mens kan niet alles hebben. Ik heb nog goed moeten zoeken naar die Antonius: hij zit van onderen, rechts van met midden. Dürer  bewijst in deze gravure vooral zijn meesterschap in de tekening van de stad op de heuvel: best gedetailleerd is die. En het katholieke geloof wordt nog eens duidelijk weergegeven door het kruis in het midden van de tekening. Want katholiek moet Dürer wel geweest zijn: aan Maria's en Madonna's geen gebrek in zijn werk. In die zin was hij een man van zijn tijd. Maar hij behandelde ook andere onderwerpen: een pilaarbijter is hij zeker niet geweest.


De lezende Heilige Antonius, 1510, gravure 

vrijdag 22 november 2024

Park Güell

Park Güell is een werk van Gaudi dat het tot 'Werelderfgoed' gebracht heeft; zo zijn er nog zes of zeven in Barcelona, plaatsen of gebouwen die tot werelderfgoed uitgeroepen zijn, en niet allemaal van Gaudi natuurlijk. Het was niet de bedoeling van de opdrachtgever om op die hoogte boven Barcelona een park aan te leggen. Güell gaf Gaudi de taak daar een tuinstad te bouwen; 60 huizen met alles erop en eraan. Daar is echter zo goed als niets van gekomen: vlak bij de ingang staat een modelvilla van die stad. En dat gebouw is dan weer een werk van Francesc Berenguer, een van de medewerkers van Gaudi. Andere villa's of huizen zijn er niet meer gebouwd: er was geen vraag naar. De steenrijke Güell kon ook wel eens verder springen dan zijn stok lang was: torenhoge ambitie pakt niet altijd even goed uit.

Francesc Berenguer: modelvilla van de niet gebouwde tuinstad

Hoewel Park Güell geen pretpark is, en ook geen sprookjesbos, deed het mij toch denken aan De Efteling, maar dat kan ook aan mij gelegen hebben. Vlak bij de ingang zijn twee hoofdgebouwen opgetrokken: die doen tenminste sprookjesachtig aan. Het eerste is de portiersloge. Je ziet een blauw-wit betegelde toren, met een vierarmig kruis erop, lager een witte, fantasierijke kroonlijst, en een donkerdere gelijkvloerse verdieping. Naast de hoge toren zie je ook een kleinere: dat blijkt een vliegenzwam te zijn, maar ook in blauw en wit.

De portiersloge

Het huis van de bewaker heeft een andere kleurencombinatie: lichtbruin en wit. Een  lange, slanke toren ontbreekt hier. In de kroonlijst laat Gaudi zijn fantasie weer de vrije teugel. Het dak zelf heeft een kleiner torentje: dat is nog een vliegenzwam, maar dit keer in zijn natuurlijke kleuren. Geef toe, deze twee gebouwen hebben iets Eftelingachtigs.

Het huis van de bewaker

De Hypostylehal met 84 scheve, Dorische zuilen was bedoeld als marktplein voor het landgoed. Dan moeten we natuurlijk nog weten wat een hypostyle is: het is een ruimte waarvan de dakbedekking gedragen wordt door zuilen of pilaren. Daar loopt overigens best wat volk rond, niet zozeer voor de zuilen, maar wel voor de zoldering, want daar is van alle fraais op te zien.

De hypostylehal, het marktplein van het landgoed

Die zoldering toont allerlei tekeningen van de zon, verschillend allemaal natuurlijk, die meer dan best het bekijken waard zijn, ze zijn zonder meer schitterend! Zij zijn het werk van Jujol, met wie Gaudi meermaals samengewerkt heeft.



Drie zonnen van Jujol

Je kunt ook op de hypostylehal komen, en dan heb je het mooiste uitzicht. Ook op de hagedis, of beter de draak van Gaudi. Dat dier is zowat het symbool van Park Güell geworden: zeer kleurrijk en aantrekkelijk in ieder geval!

De draak van Gaudi: het lijkt alsof hij uit zijn bad komt gekropen. Ik geef toe, daar zijn ooit betere foto's van genomen.

Gaudi had best wat pijlen op zijn boog: hij bouwt een basiliek om ontelbare keren U tegen te zeggen, hij ontwerpt huizen en appartementsgebouwen om als architect jaloers op te zijn, en een park dat werelderfgoed is. Hij was wel iemand, Antoni Gaudi, dat staat als een paal boven water!

donderdag 14 november 2024

Werken van Gaudi

Gaudi heeft natuurlijk niet alleen La Sagrada Familia ontworpen en gebouwd:

dinsdag 29 oktober 2024

La Sagrada Familia - II

Ik bezoek graag kerken, maar niet zomaar eender welke: ik moet er diep van onder de indruk zijn, ik moet er diep door geraakt worden, mijn diepste emoties moeten erdoor aangesproken worden, zodat werkelijk de tranen in mijn ogen komen. Dat gebeurt niet in alle kerken, dat gebeurt in een minderheid van die gebouwen. In de kathedraal van Antwerpen heb ik dat eens gehad, toen je er na lange tijd van restauratie op den duur weer eens naar binnen mocht. In 1993 was dat. En in de kerk van de abdij van Sénanque, in de Provence, is me dat ook eens overkomen: zuiver romaanse kerk is dat, compleet wit geschilderd, in perfecte verhoudingen. Het overkomt me, zal ik maar zeggen, als de kunstenaar erin geslaagd is op een voor mij adequate manier weer te geven datgene wat ons overstijgt. Een religieuze beleving is dat, een transcendente beleving kun je het ook noemen. Je wordt door wat je ziet en voelt naar een hoger niveau getrokken. Heel mooi is dat, om dat mee te maken.

Dat had ik ook bij het binnenkomen van La Sagrada Familia. Het lijkt me dan alsof ik de volmaaktheid beleef, of niets nog mooier kan zijn, niets nog waardevoller. Zelf moet je daar een beetje gevoelig voor zijn, er een religieuze aanleg voor hebben, maar zeker geen godsdienstige: ik beschouw me nog altijd als atheïst. Fiat lux, Er zij licht voel ik dan.

 Fiat lux, Er zij licht: op vier verschillende manieren

Licht wordt ook gebracht door de hoogte van het interieur, kleuren door de glas-in-loodramen, de ranke zuilen, zodat het licht alle mogelijke plaats krijgt. De overweldigende indruk wordt ook niet gestoord door tal van heiligenbeelden: er zijn er haast geen, tenzij dat ene: Christus aan zijn kruis.


 

Christus aan het kruis onder een baldakijn aan het hoofdaltaar

De kleuren zijn echt wel belangrijk: aan de oostkant zie je vooral koude kleuren, vooral blauw, die de beginnende dag aankondigen. De westkant wordt dan weer gekenmerkt door warme kleuren: geel, oranje, rood of roodachtig. De combinatie prijst de aflopende goede dag.


Rood, paars, gelig
 

Variatie op dezelfde kleuren


 De warme kleuren prijzen de dag die ten einde loopt

Heldere abstractie met dezelfde kleuren

Voor mij was het een verrukking zo te midden van dat licht en die kleuren te staan en te lopen. Ik kan best begrijpen dat 'La Sagrada Familia' jaarlijks door zo'n drie miljoen mensen bezocht wordt: ik ben niet de enige die van schoonheid houdt. Als je ooit in de buurt komt: daarheen, zonder dralen. Maar je moet eerst je tickets besteld hebben.



maandag 28 oktober 2024

La Sagrada Familia - I

Als je meereist naar Barcelona, speciaal voor de Sagrada Familia, dan verwacht je er wel iets van: het is tenslotte geen kapelletje van dertien in een dozijn. Dat de architect Antoni Gaudi was, is alom geweten. De kerk werd voor hem een ware obsessie, hij woonde er zelfs tijdelijk. La Sagrada Familia is werkelijk une pièce unique: nog zo'n kerk in dezelfde stijl bouwen zou gewoon plagiaat zijn. 

We komen aan aan de Geboortefaçade, maar dat zie ik nog niet zo dadelijk: ik ben wel onder de indruk van de torens die voor ons oprijzen, hoewel ze nog niet allemaal af zijn. Het is bekend dat La Sagrada Familia nog niet voltooid is, maar lang mag dat nu niet meer duren: in 2026 moet ze klaar zijn, op de honderdste sterftedag van Antoni Gaudi. - Ik ben benieuwd - In totaal zal de kerk dan achttien torens hebben: 12 voor de apostelen, 4 voor de evangelisten, 1 voor Maria, en 1 voor Jezus Christus. Die laatste zal ook de hoogste zijn: 170 meter; die van Maria zal ook niet echt klein zijn: 123 meter. Wie zo'n kerk wil bouwen, moet een enorme visie, immens talent en zelfvertrouwen hebben, en een diep geloof: het is onvoorstelbaar dat één mens over al die kwaliteiten beschikt. En je kijkt naar de hoge torens en je ziet aan de rechterkant een kraan aan het werk. En links zie je een plastic banderol naar beneden rollen. Of is het iets anders?

Work in progress

Een van de torens gewijd aan de evangelisten kun je makkelijk thuiswijzen: op de top van de toren zie je L C, en een stieren- of runderkop, het symbool van Lucas in de tetramorf.

 
 
Spits van de toren gewijd aan Lucas

We waren dus aan de Geboortefaçade. Dan is er natuurlijk een kerststal te zien: Maria toont de wereld haar pasgeboren zoon die de redder van de wereld zal worden. De moeder houdt haar zoontje beschermend vast, ze wil niet dat hem iets overkomt, ze is bezorgd zoals alle moeders dat zijn. Maar ik mis Sint Jozef; ik zoek dus iets beter, en links van het Kindje Jezus zie ik een dijbeen, een knie en een onderbeen, verborgen achter Jozefs tuniek. En vlak boven Maria's hoofd zie je een beschermende tedere hand, en links van haar hoofd de vrije linkerhand van Jozef. Alleen zijn hoofd is niet te zien, maar dat ligt aan de fotograaf, en ik vrees dat ik dat zelf ben. Laat niemand vertellen dat Jozef onthoofd is, of erger nog dat ik dat zou gedaan hebben. Wat de duiven betreft: zij hebben voor dat kerstekind maar weinig respect getoond: het kindje hangt vol duivenpoep. Hij zal overigens nog veel ergers meemaken. Links van het kindje zie je de kop van de os, rechts, veel duidelijker, prijkt de kop van de ezel in zijn geheel. De kop dus, niet de ezel.

 
 
De traditionele kerststal: de os, de kleine Jezus, Maria, achter haar Sint Jozef en rechts de ezel.

Het lijden van Christus wordt weergegeven op de westfaçade of de Lijdensfaçade: weer zie je gekende taferelen van de passie gebeeldhouwd. Min of meer van onderen in het midden zie je een beeld van de kruisweg: Christus sleurt en sleept zijn kruis Golgotha op, en vlak daarboven is het al gebeurd: Christus hangt al aan zijn kruis, met links van hem twee treurende vrouwen, Maria en Maria Magdalena. Een en ander schijnt mij terug te grijpen naar een middeleeuwse traditie: voor de mensen die niet konden lezen, en die waren er toen nogal wat, en ook nog in het eerste deel van de twintigste eeuw, werd het verhaal letterlijk uitgebeeld, zodat ook zij zich de inhoud eigen konden maken.

 
 
Het laatste deel van het passieverhaal duidelijk uitgebeeld
 
Bij de volgende foto zitten we dan weer in de hemel: het lijden is voorbij. Daar kroont Jezus zijn moeder, Maria, tot koningin van de hemel. Eind goed, al goed, zegt het spreekwoord dan.

De kroning van Maria door Jezus

La Sagrada Familia is tezelfdertijd ook een parochiekerk: de plechtigheden vinden echter plaats in de crypte. Toen we er passeerden, was daar net een inwijding van een huwelijk aan de gang. Het merkwaardige daaraan was dat veel van de aanwezigen een duidelijk Aziatisch voorkomen hadden, ook bij de priesters leek meer dan een van die mensen Japanner te zijn. Tenminste, daar houd ik het op. Ook de bruidegom hoort daarbij: de manier waarop zijn haar uiteenvalt, doet mij aan Japan denken. Alleen de bisschop die centraal achter het altaar zit, is een Europeaan; die heeft duidelijk een grote, Europese neus.

Aziatische bruiloft in La Sagrada Familia

O ja, ik zou nog het verschil tussen een kathedraal en een basiliek uitleggen. De grote kerk in Antwerpen is een kathedraal, het is de kerk van de zetelende bisschop, Bonny in dit geval. Basiliek is een eretitel voor een bijzondere kerk: ze kan van groot historisch belang zijn of ze heeft belangrijke relikwieën, of er is van nationaal belang, zoals de Nationale Basiliek van het Heilig Hart in Koekelberg. Een basiliek is dus niet aan een bisschop gebonden, en er zijn meer basilieken dan kathedralen.