Gaudi heeft natuurlijk niet alleen La Sagrada Familia ontworpen en gebouwd:
donderdag 14 november 2024
dinsdag 29 oktober 2024
La Sagrada Familia - II
Ik bezoek graag kerken, maar niet zomaar eender welke: ik moet er diep van onder de indruk zijn, ik moet er diep door geraakt worden, mijn diepste emoties moeten erdoor aangesproken worden, zodat werkelijk de tranen in mijn ogen komen. Dat gebeurt niet in alle kerken, dat gebeurt in een minderheid van die gebouwen. In de kathedraal van Antwerpen heb ik dat eens gehad, toen je er na lange tijd van restauratie op den duur weer eens naar binnen mocht. In 1993 was dat. En in de kerk van de abdij van Sénanque, in de Provence, is me dat ook eens overkomen: zuiver romaanse kerk is dat, compleet wit geschilderd, in perfecte verhoudingen. Het overkomt me, zal ik maar zeggen, als de kunstenaar erin geslaagd is op een voor mij adequate manier weer te geven datgene wat ons overstijgt. Een religieuze beleving is dat, een transcendente beleving kun je het ook noemen. Je wordt door wat je ziet en voelt naar een hoger niveau getrokken. Heel mooi is dat, om dat mee te maken.
Dat had ik ook bij het binnenkomen van La Sagrada Familia. Het lijkt me dan alsof ik de volmaaktheid beleef, of niets nog mooier kan zijn, niets nog waardevoller. Zelf moet je daar een beetje gevoelig voor zijn, er een religieuze aanleg voor hebben, maar zeker geen godsdienstige: ik beschouw me nog altijd als atheïst. Fiat lux, Er zij licht voel ik dan.
Fiat lux, Er zij licht: op vier verschillende manieren
Licht wordt ook gebracht door de hoogte van het interieur, kleuren door de glas-in-loodramen, de ranke zuilen, zodat het licht alle mogelijke plaats krijgt. De overweldigende indruk wordt ook niet gestoord door tal van heiligenbeelden: er zijn er haast geen, tenzij dat ene: Christus aan zijn kruis.
Christus aan het kruis onder een baldakijn aan het hoofdaltaar
De kleuren zijn echt wel belangrijk: aan de oostkant zie je vooral koude kleuren, vooral blauw, die de beginnende dag aankondigen. De westkant wordt dan weer gekenmerkt door warme kleuren: geel, oranje, rood of roodachtig. De combinatie prijst de aflopende goede dag.
Variatie op dezelfde kleuren
De warme kleuren prijzen de dag die ten einde loopt
Heldere abstractie met dezelfde kleuren
Voor mij was het een verrukking zo te midden van dat licht en die kleuren te staan en te lopen. Ik kan best begrijpen dat 'La Sagrada Familia' jaarlijks door zo'n drie miljoen mensen bezocht wordt: ik ben niet de enige die van schoonheid houdt. Als je ooit in de buurt komt: daarheen, zonder dralen. Maar je moet eerst je tickets besteld hebben.
maandag 28 oktober 2024
La Sagrada Familia - I
Als je meereist naar Barcelona, speciaal voor de Sagrada Familia, dan verwacht je er wel iets van: het is tenslotte geen kapelletje van dertien in een dozijn. Dat de architect Antoni Gaudi was, is alom geweten. De kerk werd voor hem een ware obsessie, hij woonde er zelfs tijdelijk. La Sagrada Familia is werkelijk une pièce unique: nog zo'n kerk in dezelfde stijl bouwen zou gewoon plagiaat zijn.
We komen aan aan de Geboortefaçade, maar dat zie ik nog niet zo dadelijk: ik ben wel onder de indruk van de torens die voor ons oprijzen, hoewel ze nog niet allemaal af zijn. Het is bekend dat La Sagrada Familia nog niet voltooid is, maar lang mag dat nu niet meer duren: in 2026 moet ze klaar zijn, op de honderdste sterftedag van Antoni Gaudi. - Ik ben benieuwd - In totaal zal de kerk dan achttien torens hebben: 12 voor de apostelen, 4 voor de evangelisten, 1 voor Maria, en 1 voor Jezus Christus. Die laatste zal ook de hoogste zijn: 170 meter; die van Maria zal ook niet echt klein zijn: 123 meter. Wie zo'n kerk wil bouwen, moet een enorme visie, immens talent en zelfvertrouwen hebben, en een diep geloof: het is onvoorstelbaar dat één mens over al die kwaliteiten beschikt. En je kijkt naar de hoge torens en je ziet aan de rechterkant een kraan aan het werk. En links zie je een plastic banderol naar beneden rollen. Of is het iets anders?
Work in progress
Een van de torens gewijd aan de evangelisten kun je makkelijk thuiswijzen: op de top van de toren zie je L C, en een stieren- of runderkop, het symbool van Lucas in de tetramorf.
We waren dus aan de Geboortefaçade. Dan is er natuurlijk een kerststal te zien: Maria toont de wereld haar pasgeboren zoon die de redder van de wereld zal worden. De moeder houdt haar zoontje beschermend vast, ze wil niet dat hem iets overkomt, ze is bezorgd zoals alle moeders dat zijn. Maar ik mis Sint Jozef; ik zoek dus iets beter, en links van het Kindje Jezus zie ik een dijbeen, een knie en een onderbeen, verborgen achter Jozefs tuniek. En vlak boven Maria's hoofd zie je een beschermende tedere hand, en links van haar hoofd de vrije linkerhand van Jozef. Alleen zijn hoofd is niet te zien, maar dat ligt aan de fotograaf, en ik vrees dat ik dat zelf ben. Laat niemand vertellen dat Jozef onthoofd is, of erger nog dat ik dat zou gedaan hebben. Wat de duiven betreft: zij hebben voor dat kerstekind maar weinig respect getoond: het kindje hangt vol duivenpoep. Hij zal overigens nog veel ergers meemaken. Links van het kindje zie je de kop van de os, rechts, veel duidelijker, prijkt de kop van de ezel in zijn geheel. De kop dus, niet de ezel.
Het lijden van Christus wordt weergegeven op de westfaçade of de Lijdensfaçade: weer zie je gekende taferelen van de passie gebeeldhouwd. Min of meer van onderen in het midden zie je een beeld van de kruisweg: Christus sleurt en sleept zijn kruis Golgotha op, en vlak daarboven is het al gebeurd: Christus hangt al aan zijn kruis, met links van hem twee treurende vrouwen, Maria en Maria Magdalena. Een en ander schijnt mij terug te grijpen naar een middeleeuwse traditie: voor de mensen die niet konden lezen, en die waren er toen nogal wat, en ook nog in het eerste deel van de twintigste eeuw, werd het verhaal letterlijk uitgebeeld, zodat ook zij zich de inhoud eigen konden maken.
De kroning van Maria door Jezus
La Sagrada Familia is tezelfdertijd ook een parochiekerk: de plechtigheden vinden echter plaats in de crypte. Toen we er passeerden, was daar net een inwijding van een huwelijk aan de gang. Het merkwaardige daaraan was dat veel van de aanwezigen een duidelijk Aziatisch voorkomen hadden, ook bij de priesters leek meer dan een van die mensen Japanner te zijn. Tenminste, daar houd ik het op. Ook de bruidegom hoort daarbij: de manier waarop zijn haar uiteenvalt, doet mij aan Japan denken. Alleen de bisschop die centraal achter het altaar zit, is een Europeaan; die heeft duidelijk een grote, Europese neus.
O ja, ik zou nog het verschil tussen een kathedraal en een basiliek uitleggen. De grote kerk in Antwerpen is een kathedraal, het is de kerk van de zetelende bisschop, Bonny in dit geval. Basiliek is een eretitel voor een bijzondere kerk: ze kan van groot historisch belang zijn of ze heeft belangrijke relikwieën, of er is van nationaal belang, zoals de Nationale Basiliek van het Heilig Hart in Koekelberg. Een basiliek is dus niet aan een bisschop gebonden, en er zijn meer basilieken dan kathedralen.
dinsdag 22 oktober 2024
Barcelona: de oude stad, de Gotische wijk
Barcelona is echt geen kleine stad, en jong is ze evenmin: haar oorsprongen liggen in de Romeinse tijd. Vanaf 218 voor Christus beginnen de Romeinen langzamerhand Spanje in te nemen. In 218 was Barcelona aan de beurt, dat zij Barconi noemden. Daarvan zijn sporen tot op de dag van vandaag terug te vinden. Een leuk overblijfsel zijn de resten van een straat die aan de twee kanten door sarcofagen werd begrensd. Hoe groter de sarcofaag, hoe belangrijke de man of vrouw die erin ligt. Hetzelfde geldt voor hoe dichter bij de straat: de Romeinen geloofden dat ze zo toch een beetje deel uitmaakten van de levende bovenwereld. In die sarcofagen zitten vaak ook gaten, en dat is dan ook weer niet toevallig: als er op straat feesten gevierd werden, kon door die gaten de nodige wijn naar binnen gegoten werden, zodat de doden de bovenwereld gunstig gezind bleven. Het is zoals de Galliërs zegden: 'Rare jongens, die Romeinen!'.
Sarcofagen: verbindingen met de bovenwereld
De plaats Barconi had natuurlijk ook stadsmuren die er hier en daar nog staan, en dan gebruikt werden als buitenmuren van bijvoorbeeld een kerk.
Onderste deel van de buitenmuur: Romeins
Zelfde muur, met daarvoor de Latijnse naam van de stad: 'BARC' kun je makkelijk lezen, 'ONI' valt buiten de foto
Op het binnenplein van het huis van de Aartsdeken staat een octogonale fontein, waarvan de versieringen van de tweede verdieping soms prechristelijk aandoen, hoewel ze dat zeker niet zijn.
Het binnenplein van het Huis van de Aartsdeken
De kathedraal van Barcelona heet voluit ' de Kathedraal van het Heilig Kruis en de Heilige Eulalia', een mondvol kun je wel zeggen. 'La Sagrada Familia', hoewel veel bekender en beroemder, is dus geen kathedraal, alleen een basiliek: het verschil leg ik later wel uit.
Over Eulalia dan: ze was een meisje van dertien dat tijdens de christenvervolgingen van huis wegliep, naar de gouverneur van Barcino toe om hem te verwijten wat er allemaal aan de hand was. Die man was daar natuurlijk niet van gediend, en eiste dat zij afstand deed van haar geloof, wat zij natuurlijk weigerde. Hij veroordeelde haar tot dertien straffen, martelingen dus: verbranding, steniging, een heuvel afgerold worden in een ton met sterke, scherpe nagels aan de binnenkant en tenslotte kruisiging. 'Wrede jongens, die Romeinen', zouden ze in het Gallische dorp zeggen. Ze werd in het jaar 663 heilig verklaard, en daardoor is zij een van de beschermheiligen van Barcelona. Die heiligenlevens zijn van een wreedaardigheid zonder weerga: dat geldt ook voor die uit onze streken. Bedoeling was aan te tonen dat een heilige zijn geloof niet opgaf, ook niet voor de strafste martelingen.
Met de bouw van deze kathedraal werd begonnen in 1298, maar de gevel werd er pas op het einde van de negentiende eeuw, begin twintigste eeuw voor geplaatst. Die is wel gebaseerd op middeleeuwse plannen, maar wat je ziet is eigenlijk neogotiek. De stad mooier maken was de bedoeling, zoals men dat bij ons in Brugge ook gedaan heeft.
Met de bouw van deze kerk werd begonnen in 1298, maar de gevel dateert van eind negentiende,begin twintigste eeuw. Wat je dus ziet, is in feite neogotiek, die wel gebaseerd is op de plannen uit de middeleeuwen.
Nog zo'n voorbeeld van neogotische stadsverfraaiing
In die oude stad werd natuurlijk ook handel gedreven, ook met paard en kar, of ezel en kar, in straten die daar echt niet voor aangelegd waren, want soms te smal. Dus moest men tot een reglement komen dat iedereen kon bevredigen: Enkele richting op zijn Barcelonees, lang voor er sprake was van druk autoverkeer. Op hoeken van de straten schilderde men gewoon wie de straat in mocht, en wie niet. Slimme jongens, die Catalanen!
Hier mogen paard en kar erin
En hier mogen ze er weer uit
En na de middag en het eten trokken we naar de Middellandse Zee, het Mare Nostrum van de Romeinen. Nu noemen ze het hier Maremagnum, maar dat dient enkel de commercie. Shopping & dining in het Latijn van onze dagen.
Anderen doen aan 'carpe diem' op een veel rustigere manier: ze nemen er ook 'solem' bij. Je kunt ze geen ongelijk geven, denk ik dan maar.
Carpere diem et solem
zondag 20 oktober 2024
Barcelona: een inleidinkje - diverse indrukken
Naar Barcelona ben ik eindelijk ook geweest, want daar staat de 'Sagrada Familia', en die had ik nog nooit gezien. Als je dat manco kunt verhelpen, moet je dat doen, zeker als je de reis kunt maken met WeTravel2, het huis van vertrouwen voor mensen met een beperking die er nog eens op uit willen. Tijdens de reisdag hebben we Barcelona niet meer onveilig gemaakt: dat kon de volgende vier dagen nog. En of we onze ogen de kost gegeven hebben!
Catalonië ligt wel in Spanje, maar het is Spanje niet: het maakt pas sinds 1714 deel uit van het land. Na een lang beleg door koning Filips V viel eindelijk ook Barcelona en Catalonië werd Spaans: de koning schafte de Catalaanse privileges af, het Catalaans werd verboden, de universiteiten gingen dicht. Nadien is er wel een Catalaanse renaissance geweest, maar onder Franco werd het Catalaans weer verboden en separatistische gevoelens werden onderdrukt. Geen wonder dat de NVA zich verwant voelt aan Catalonië.
Dan loop je voorbij een bord dat een uiting is van de vriendschap tussen de steden Madrid en Barcelona: onze gids, de Nederlandse Annemarie, merkte daarbij droogjes op dat er tussen beide steden meer dan eens een behoorlijk haar in de boter zat: een pluk haar zou misschien dichter bij de waarheid kunnen liggen. Maar je ziet vier torens van de Sagrada Familia en Madrileense triomfbogen, en onder die triomfbogen is te lezen 'Pza de la Villa de Madrid', in de linkerbovenhoek lees je 'La casa di Madrid a la ciudad de Barcelona'. Op het plakkaat is ook te lezen dat het er geplaatst is in augustus 55, in volle Franco periode dus. Dat is wat men noemt de leugen weergeven door een alternatieve waarheid.
La casa de Madrid a la ciudad de Barcelona
Veel mooier zijn twintig tegels die een in Vlaanderen onbekende heilige voorstellen: Sant Galdric. Hij is rond 830 geboren in Frankrijk geboren, in een dorp dat Vievila heette, tegenwoordig Saint-Gaudéric. Vanaf het jaar 1000 werd hij de patroonheilige van de boeren in de Catalaanse gebieden. Heiligen verdienen degelijker materiaal dan profane steden: 25 tegels tekenen hem en zijn bezigheden. Hij draagt een handvol koren, links en rechts van hem staan vruchtbare struiken, hij lijkt te wandelen in groene, grazige weiden (er is wel geen vee te zien). Rond zijn hoofd vliegen zwaluwen: het is de perfecte voorstelling van een landbouwer die het goed gaat dankzij de bescherming van Sint Galderik. De eerste sierguirlande is vol met mandarijnen en blaadjes van deze citrusvrucht. Prachtige naïeve kunst vind ik het.
Sant Galdric
Peter en ik staan op een gegeven moment naar vlaggen te kijken op wat zeker een officieel gebouw is (de Generalidad misschien). Hij kan ze vrij makkelijk thuisbrengen: de eerste is de officiële vlag van Catalonië, met de vier rode strepen; de tweede is die van Spanje en de derde die van Barcelona. Zo is iedereen tevreden zou je denken.
Catalonië, Spanje, Barcelona
Maar het is moeilijk goed te doen voor iedereen. Als we aan de overkant van het plein staan, zien tegenover ons weer vier vlaggen. Catalaanse zou je op de eerste gezicht zeggen, maar 'mis poes': het is vier keer dezelfde vlag, die van de strijders voor de onafhankelijkheid van Catalonië; Drie officiële vlaggen, dat wel, maar vier subversieve: er dient opgepast te worden.
Catalonië onafhankelijk
En als je wat levends wil zien: kijk dan naar de parkieten, groene, ik zou zeggen in alle kleuren en maten. Maar dat klopt niet: groene zijn het allemaal. En die worden gevoed door de inboorlingen: zelf hebben die vogels die appel niet midden op dat paaltje gelegd. Aan appels doen onze gevederde vriendjes zichzelf te goed. Ik vraag me wel af: is dat ieder om te beurt?
Schafttijd voor parkieten
Waar ze zeker geen schrik van moeten hebben is van een grote poes aan de rand van een plein waar ik de naam ook al niet meer van ken. Die van de schepper van de poes weet ik nog wel: Fernando Botero heet hij, en de poes 'El Cat'. Ze heeft dezelfde monumentale afmetingen als de figuren op zijn schilderijen: van corpulent tot obees zijn ze, producten van onze welvaartsmaatschappij.
Botero, El Cat, weldoorvoed
Morgen, of later, houd ik me weer bezig met het mensenrijk, Catalaans, Spaans, Vlaams of Nederlands. Tot grote vreugde van de mensheid!
woensdag 18 september 2024
Hoogstraten: details, behalve de toren
Talloze malen ben ik al in Hoogstraten geweest, en verleden zondag was het weer zo ver: 'Groenten en bloemen' vond weer plaats, de jaarlijkse symbolische afsluiting van het toeristische seizoen. Dat trekt altijd veel volk, tot grote vreugde van de plaatselijke horeca. En als ik kan, ga ik er ook naartoe. Maar daar heb ik het later over.
Als je in het 'stadje met smaak' rondwandelt, valt je telkens iets anders op, of wil je iets proberen dat je voordien nog nooit gedaan had. Bijvoorbeeld: aan de voet van de toren staan - zo ongeveer toch - en de toren in een foto stoppen, in een evenwichtig beeld, van helemaal beneden tot het topje, 104,7 meter hoog. Het is de hoogste toren in rode baksteen van de hele Benelux. Zo'n 5.250.000 bakstenen zouden er voor gebruikt zijn, wat bepaald indrukwekkend is. Ik ben er kerkwacht en kan getuigen dat er best wat Nederlanders kerk en toren komen bekijken, zeg maar bewonderen.
Als je de kerk verlaat, zie je boven het orgel een glasraam: dat heeft Jan Willemen gemaakt in de jaren 1979-1980. Je ziet het Lam Gods dat zijn bloed vergiet in een kelk, de zeven zegelen, de symbolen van de vier evangelisten twee engelen, alles in een zeer kleurrijk beeld uitgewerkt. Prachtig vind ik het.
Het Lam Gods van Jan Willemen
Boven de deur van het stadhuis zijn twee wapenschilden te zien, waar ik echt nog nooit op gelet had. Links zie je het wapen van de adellijke familie De Lalaing, waaruit de eerste graaf kwam. Rechts weer twee staande leeuwen die een schild vasthouden, waarop drie staande leeuwen: dat is het wapen van de familie Salm Salm, die jaren later de plak over Hoogstraten gezwaaid heft. Deze familie heeft in de kerk beelden die naar hen verwijzen.
De wapenschilden van de Lalaing en Salm-Salm
Het huid op Vrijheid 185 heet 'Het Gulden Vlies' en komt uit de eerste helft van de 16de eeuw. Het raam boven de deur draagt het gulden vlies en het jaartal 1543. De ram die de orde van 'Het Gulden Vlies' symboliseert valt stevig op zeker als de zon erop schijnt.Maar dat alles komt dan weer niet uit de 16de eeuw: het is in 1945 vervaardigd door kunstsmid Albert Cornelissen. Ik vind het wel merkwaardig: Ik weet in Turnhout in eender welke straat nergens een verwijzing naar 'Het Gulden Vlies' te bezichtigen.
Het Gulden Vlies
Zo verrast Hoogstraten je telkens weer. Het blijft een interessant stadje, en dat blijf ik zeggen.
woensdag 7 augustus 2024
Jean-Paul Govaerts: In paradiso
Laat ik me nog eens uitlaten over Jean-Paul Govaerts: zijn laatste mij bekende tentoonstelling dateert al van eind mei, en nu begint bij wijze van spreken het nieuwe schooljaar alweer. Sommige mensen houden zich nuttig bezig, schilderen en stellen nadien hun werk tentoon.
Een van de doeken heet 'In Paradiso': een paar van tussen de 70 en 80 (laat ik ze schatten op 75) bevindt zich in dat paradijs: met zijn tweetjes gaan ze eens lekker zonnebaden. De achtergrond is duidelijk grijs: je zou misschien blauw verwacht hebben, maar het weinige haar dat de man nog heeft, is ook eerder grijs; dat van de vrouw niet, maar hoeveel kleurtjes heeft die al niet laten zetten. De man, laat ik hem Jean-Pierre noemen om alle verwarring uit te sluiten, is bezig zijn ligstoel in orde te brengen: een oud lijf wil ook wel een beetje zacht liggen! Maar leuk is dat alle reddingsmiddelen al klaar liggen: reddingsbanden onder zijn toekomstige rustplaats, maar die zijn gebroken en kapot: veel nut zullen in geval van nood niet meer hebben. Vlak voor de voeten van de vrouw, Marie-Jeanne noem ik haar, ligt een verkeerskegel, die je gewoonlijk als waarschuwing voor naderend gevaar op de weg ziet staan: je kunt niet voorzichtig genoeg zijn! Onder haar speelt een hond met een doodshoofd: idylle wordt bedreigd door een slechte afloop! Gezellig is nog anders.
Een zacht wit zandstrand valt de twee 'old lovers' ook niet ten deel: harde keien vormen de ondergrond. Als genieten een verplichting wordt, je wilt nog hedonist of epicurist zijn maar je hebt er niet echt de leeftijd meer voor: sic transit gloria mundi ben ik dan geneigd te denken, maar wie ben ik?
In Paradiso
In de rechter benedenhoek zijn nog een aantal doodshoofden samen komen drijven, zoals afval in de hoek van een kanaal ook samen komt te liggen, de reddingsband is alweer volledig nutteloos: het is een efficiënte weergave van troosteloosheid, als je het mij vraagt.
Troosteloosheid
Als ik 'In paradiso' lees, kan ik niet nalaten te denken aan 'In paradisum'. Dat zijn de eerste twee woorden van een vers uit de Latijnse dodenmis. Volledig loopt dat vers: 'In paradisum deducant / te angeli', wat in het Nederlands klinkt als 'Mogen de engelen u / geleiden naar het / paradijs' en dat wordt gezongen wanneer de doodskist de kerk wordt uitgedragen. Daar gaat dit schilderij ook over, over vergankelijkheid, over de sterfelijkheid van ons, mensen. ik word niet echt vrolijk van dit werk, maar waar is het zeker. Dat heb je meer met de doeken van Jean-Paul Govaerts: je kunt eens nadenken, wat ook een verdienste is.