woensdag 15 oktober 2014

De Modernen: Kunst in de Groote Oorlog

In de Fabiolazaal loopt op dit ogenblik weer een andere tentoonstelling in de reeks 'De Modernen'. Daarin wordt niet alleen werk van schilders getoond, maar komen ook schrijvers aan bod: Emiel Verhaeren, Karel van de Woestijne, Cyriel Buysse en Paul van Ostaijen, om vier belangrijke te noemen.

De eerste schilder die mij opvalt, is Jakob Smits, de ingeweken Rotterdammer die in Mol werkte. 'De hemel op de puinen' is een behoorlijk groot doek (121 bij 128 cm) dat je onmiddellijk als een Smits herkent: de verf fors en korrelig aangebracht, een wit-lichtblauwe hemel, een al dan niet Kempisch boerderijtje, maar zeker geen idylle: voor het huisje staat een boom waarvan de kruin is weggeschoten, aan de linkerkant staan twee eenvoudige, maar scheve kruisen, een klein, leeg ven op de voorgrond. Veel landschap is er niet meer, en wat je ziet, is vooral leeg, en klein onder die weidse hemel.


Jakob Smits, De hemel op de puinen

Een veel donkerder werk van hem heet 'In de loopgraven': de lucht is hier nog wel wittig-blauw, maar beslaat veel minder plaats: het grootste deel van het doek is vuilgeel en donkerbruin, en daarmee probeert Smits vooral de ontploffingen en verwoestingen te suggereren. Links op de voorgrond staan twee schimmige en nietige figuren vanuit hun loopgraven de verwoesting te bekijken. 'In de loopgraven' is een klein schilderij (40 bij 32 cm), maar zeer krachtig, en nogal afwijkend van de Smits die ik ken.

In de bezoekersgids lees je dat Jakob Smits in de oorlog niet geschilderd heeft, maar dat hij zich inzette voor het 'Comité voor hulpverlening en voedselvoorziening van het canton Mol'. Deze twee schilderijen zijn eigenlijk het resultaat van Smits' verwerking van de oorlog, zou je kunnen zeggen.


Jakob Smits, In de loopgraven

Van Rik Wouters, volgens mij een van onze grootste schilders, is er heel wat te zien. Hij komt met zijn regiment na de val van Antwerpen in Nederland terecht, in Zeist en Amersfoort, later, wanneer hij steeds zieker wordt, in Amsterdam, waar hij in 1916 op 34-jarige leeftijd sterft aan kanker aan zijn bovenkaak.

Zeer overtuigend is een kleine aquarel op papier uit 1914 (24,8 bij 17,5 cm) die getiteld is 'Nachtmerrie - Oorlog'. Veel meer dan kleuren zie je bijna niet: een donkerblauwe hemel met rood en grijs daarboven, en een land waar in een dorpje nauwelijks gesuggereerd wordt. Het enige leven in de aquarel zijn kraaien en kauwen die aangeduid worden als op een kindertekening: voor de rest ook weer leegte. Het lijkt een zeer spontaan werk, fauvistisch zou ik zeggen, en zeer effectief.


Rik Wouters, Nachtmerrie - Oorlog, 1914

Twee tekeningen die weinig met de oorlog te maken hebben, tenzij dat Wouters ze in Nederland gemaakt heeft, tonen wat een goede tekenaar hij ook was, hoe hij met weinig lijnen de ruimte van een heel blad kan vullen.


Rik Wouters, Naaister voor Amersfoort, 1915


Rik Wouters, Gezicht op Amersfoort

Van Van Ostaijen is er een mooi, haast iconisch portret uit 1928, het jaar van zijn dood. Floris Jespers is er de maker van, en links onderaan kun je de opdracht ook lezen: 'aan vader Van Ostaijen'. Op een computerscherm zie je bladzijden uit 'De feesten van angst en pijn', dat dan weer aan Oscar Jespers opgedragen is, maar pas in 1928, na de dood van de dichter gepubliceerd werd.


Floris Jespers, Paul van Ostaijen, 1928

Karel van de Woestijne, de broer van schilder Gustave, blijft tijdens de oorlog in België, maar rapporteert er wel over in de Nieuwe Rotterdamsche Courant.


Jozef Cantré, De dichter Karel van de Woestijne, 1935

Gustave zoekt zijn heil in Wales en in Londen: in het schilderij dat van er van zijn hand te zien is, 'De slapers' uit 1918, lijkt de oorlog ver weg: die werd dan ook niet over het Kanaal uitgevochten.


Gustave van de Woestijne, De slapers, 1918

In de twee jaren die Verhaeren nog van de oorlog meemaakte, manifesteert hij zich als een volbloed patriot: hij publiceert dan bundels met duidelijke titels: La Belgique sanglante, La Belgique dévastée, Le crime allemand en Villes meurtries
de Belgique. Hij heeft het einde van de oorlog niet mee mogen maken: hij verongelukt in 1916 in Rouen wanneer hij op een rijdende trein wil springen.
Op deze tentoonstelling is hij aanwezig in een marmeren borstbeeld - hij was niet zomaar en prutsrijmelaar! - van de beeldhouwer César Schroevens.


César Schroevens, Emile Verhaeren

'Kunst in de Groote Oorlog' geeft een interessant beeld van waar kunstenaars in tijden van de  eerste wereldoorlog en vlak erna mee bezig waren, en hoe hen dat al dan niet beïnvloedde. Een aanrader!

Geen opmerkingen: