Ga ik in de Gasthuisstraat - de grootste winkelstraat van de Kempen? - een textielwinkel binnen en vraag er naar onderhemden. Waarop de zeer inheemse verkoopster totaal complexloos: 'Leefkes?' Ja, daar was ik naar op zoek. 'Ongderleefkes' had ze ook kunnen zeggen, dat is ook perfect Turnhouts. Die taal kun je dus nog in de Gasthuisstraat horen, met haar voor de rest blitse winkels en dito jonge verkoopsters die allicht geen dialect mogen spreken.
Van een van mijn kinderen heb ik voor 'onderhemd' het woord 'marcellekes' geleerd: een in mijn oren denigrerend woord dat ik voor mijn vijftigste of daaromtrent nooit gehoord had. Dan ga je zoeken waar dat woord vandaan komt. En bij 'www.vlaamswoordenboek.be' vind je iets: in het Frans heet zoiets 'le marcel'.
'Volgens de legende zou het marcelleke zijn naam te danken hebb en aan de bokser Marcel Cedran. Meer dan waarschijnlijk is de naam ontstaan in de 19de eeuw wanneer de 'Etablissements Marcel' het kledingstuk'in serie fabriceerden.'
Tenminste: dat zegt de website 'vlaamswoordenboek' erover.
E leefke
Als je 'leefke' zoekt, kom je uit bij een voornaam: het schijnt een neiuwe meisjesnaam te zijn. In mijn 'Woordenboek van voornamen' uit 1981 komt hij inderdaad niet voor: hij heeft dan ook helemaal niet de traditie en geschiedenis van een Turnhouts 'leefke'.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten