De vroegere bleekvelden
Er staan in dit park ook een paar indrukwekkende bomen: een staat aan de oever van de grote vijver aan de Elzenstraat. Daar heb ik ooit, in 2010, eens een blogstuk aan gewijd met de titel 'Getormenteerde boom'. Nu ik zelf in het park was, heb ik die boom van dichtbij kunnen bekijken, en ik blijf hem prachtig vinden. Destijds heb ik hem gedetermineerd als 'kleinbladige of winterlinde', maar daar heb ik me vergist: als je er vlak bij en onder staat, zie dat de blaadjes helemaal niet zo klein zijn, en dat het hier dus om een 'grootbladige of zomerlinde' gaat. Natuurlijk is hij aangeplant: in België en Nederland komt hij anders niet zo vaak voor, vertelt mijn 'Nieuwe Plantengids' mij.
De zomerlinde vanaf de schuur
Het bladerdak zoals een groot opengeschoven gordijn
Misschien honderd meter verder, midden in het park en aan de rand van een bosje, staat een majestatische beuk die onze groep bezoekers behoorlijk wat ontzag inboezemde. Een of ander aankomend etser uit welke familie dan ook heeft in de dikke stam het jaartal '1984' gekerfd, zonder dat er overigens initialen bijstaan. Mogelijk een jonge aankomende intellectueel die pas George Orwell gelezen had . . . Ondertussen blijft het wel een monumentale boom: als je de natuur tijd en rust genoeg geeft, zie je voortbrengselen om 'U met een heel grote U' tegen te zeggen.
Monument van een beuk
Sinds 1984 is hij nog gegroeid
In zijn inleiding signaleerde Christian Raskin ons ook dat de blekerij ook op de Ferrariskaarten te zien is. Die zijn getekend tussen 1771 en 1778, en inderdaad, de blekerij staat erop, aangeduid met het woord 'Blancherie'. Je ziet een laan met negen bomen, zou ik denken, die naar het landhuis leidt, en grachten en vijver zoals die nu nog zijn. Die Ferrariskaarten waren of zijn zeer precies, en jawel, 240 jaar later kloppen sommige details nog.
Op de Ferrariskaarten: Blancherie, of Boones Blijk
In Turnhout kwam volgens het geschrift van Marcel Boone (Geschiedenis der Blekerijen te Turnhout) deze industrie vanaf 1654 tot bloei. Vanaf 1673 moest er geen linnen meer naar Haarlem gestuurd worden, dat dus de concurrentie van onze blekerijen ondervond. Op een Nederlandse website (www.irenemaas.nl/pages/Bleekerij/... ) kun je dan weer lezen dat die blekerijen in Haarlem geïntroduceerd werden door Vlaamse en Brabantse inwijkelingen van na 1585, het jaar van de val van Antwerpen. Maar midden zeventiende eeuw waren de Zuid-Nederlanders die hier gebleven waren, al geduchte concurrenten: de Nederlanden waren twee aparte delen geworden, en dat zie je ook in het verhaal van de blekerijen.
Jacob van Ruysdael, Gezicht op Haarlem met bleekvelden, ca. 1670
En zo kom van een blekerij in Turnhout uit bij die in Haarlem, en kom je van lokale geschiedenis in die van de hele Nederlanden terecht: zo lokaal blijkt het tenslotte niet te zijn. Alles is met alles verbonden, zegt men dan. Of toch veel met veel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten