vrijdag 29 mei 2020

De pelikaan van Boones Blijk

Als je vaak naar het Vennengebied scootmobielt, kom je in de Elzenstraat voorbij Boones Blijk, een goed dat ik al ken van in mijn kinderjaren, en dat er nu bijzonder goed uitziet: de mensen die er wonen, onderhouden het zoals het hoort en het kleine domein verdient dat ook: 'noblesse oblige' denken we dan. Maar als je wat nauwlettender toekijkt, ontdek je toch nog zaken waarvan je je afvraagt: 'Wat staat daar, wat is dat daar op dat dak?' Een houten constructie is dat, met een leien dakje erboven, en onder dat dakje hangt klokje. Na enig zoekwerk in de 'Bijdrage tot de Geschiedenis der Blekerijen te Turnhout' van Marcel Boone, uit 1952, blijkt dat dat klokje gegoten is in 1740, en dat het bewaard is gebleven: dat kleine ding is dus 280 jaar oud. De eigenaar van toen, Dominicus Vermanden, een man uit Antwerpen, liet vanaf 1739 nieuwe gebouwen zetten: het hoofdgebouw op Boones Blijk dateert dus uit zeg maar 1739-1745. Marcel Boone noemt de constructie op het dak een klokkentorentje, ik zou het eerder een bescheiden dakruiter noemen, zoals je er meer en grotere ziet staan op menige kerk en kapel.



Het hoofdgebouw (de villa) met de dakruiter


De dakruiter met zijn raadsel

Maar wat mij meest van al intrigeerde, was het metalen sierstuk boven op het dak. Wat stelt dat voor? Met een beetje fototoestel kun je dat dichterbij trekken, en dan wordt een en ander al vlug duidelijk: het is een pelikaan die zijn jong aan het voeden is, dacht ik bij de eerste oogopslag. Mis, Toon, dat is niet een jong, het zijn er drie. De eerste twee zijn duidelijk zichtbaar, het derde zit grotendeels verborgen achter de metalen staaf die de windwijzer, want dat is het, recht houdt. En dat is natuurlijk een puur christelijk beeld. Pelikanen, zo werd geloofd, prikken in hun borst om met hun bloed de jongen te voeden. De realiteit is echter: tijdens de broedperiode krijgen pelikanen een rode vlek op hun borst. In hun bek of krop bewaren ze het rode halfverteerde voedsel voor hun jongen. Allemaal rood: de associatie met bloed is snel gelegd. En de verbinding met Christus ook: die heeft zijn bloed (en leven) gegeven om de mensheid te redden. Beide gevallen zijn voorbeelden van zelfopoffering. En zo is de pelikaan een symbool voor Christus geworden.


De pelikaan die zijn drie jongen voedt

De nieuwe eigenaar van de blekerij, Dominicus Vermanden, maakte zo onmiddellijk duidelijk dat hij een goed katholiek was: dat was zonder twijfel nodig voor een toentertijd succesvol zakenman, want we zijn midden achttiende eeuw, in de toen ongetwijfeld stille Kempen. En de weergave van de legende, een relict nu, trotseert kennelijk ook de tijd. Eerlijk gezegd, dat had ik op Boones Blijk niet verwacht. Laten we het maar charmant noemen.

Geen opmerkingen: