Soms moet je echt niet ver gaan om mooie plaatsen te vinden. Een redelijk weids landschap ligt aan de Heizijde: in feite is het een driehoek begrensd door een stuk Heizijde, een deel Elzenstraat en de Dennenstraat, aan de rand van het Vennengebied dus. Als je in de Elzenstraat naar het westen kijkt, merk je dat daar een lichte glooiing in zit, de Dennenstraat ligt iets hoger dan de Heizijde: het land is er lichtjes golvend, niet eentonig vlak en plat. En daar wil je dan foto's van nemen.
Bijvoorbeeld een met de schuur van de Gasthuishoeve erop: die boerderij werd in 1656 door ene Cornelis van Lantschot aan het gasthuis geschonken: het zou mogelijk eerst een lemen hoeve geweest zijn die in de achttiende eeuw door stenen gebouwen werd vervangen.
De schuur van de Gasthuishoeve, ginder beneden
Net zo goed zie je het hoofdgebouw van Boones Blijk, en een klein gerestaureerd gebouwtje dat men in het Turnhouts een 'schob' zou noemen. Wij spraken thuis over 'e schobbeke', maar schop met een 'p' is ook, mogelijk. In het Engels kennen we dat woord als 'shop', en dat is iets heel anders dan de Turnhoutse variant.
Boones Blijk met links het 'schobbeke'
Nog vanaf de Dennenstraat: het weiland met een paar rijen bomen. Het gezicht geeft een gevoel van uitgestrektheid, van vrijheid, tenminste als je het mij vraagt.
Tweemaal het weiland met bomenrij
Toen het gezin Van Bourgognie-Dierckx nog op het einde van de Fonteinstraat woonde, vlak bij deze Turnhoutse driehoek, maakte we met de kinderen geregeld wandelingen: een daarvan heette 'de kleine driehoek', een andere 'de grote driehoek'. De eerste liep over de Dennenstraat, de andere over de Langvenstraat. Die straat buigt na een tijdje naar rechts, en daar staan twee rijen beukenbomen in het bos: zonder meer prachtig vind ik dat. Dertig jaar later wil ik daar nog altijd foto's van nemen. Overigens heb ik daar ooit eens een foto genomen van mijn kinderen, die met zijn vieren een dunne, kromme tak boven hun hoofd houden. Natuurschoon is niet altijd alleen maar natuurschoon.
De beuken in de Langvenstraat
In een bocht van de Koekhovenseweg, of op het einde van de Geheulse Dijk - we zijn dan in Merksplas - staat een schuur die een aantal jaren geleden wat herstellingen heeft ondergaan, wat gefatsoeneerd is. Gerestaureerd is een te groot woord, maar het gebouw ziet er goed uit. Nu is het merkwaardige dat die schuur mij altijd aan Guido Gezelle doet denken. Een negentiende-eeuwse West-Vlaming in het Kempense landschap van de eenentwintigste-eeuw? Het verband graag! Dat zit in het gedicht 'Terug' van Gezelle: daarin heeft hij het over de ouderlijke hoeve in Wingene, en over zijn ouders. Het vers dateert van 28 januari 1897, toen de dichter op een paar maanden na 67 was: puur herinnering is het van een oude man die zijn kinderjaren en zijn ouders nog eens voor zijn geestesoog laat verschijnen.
Dat gedicht begint zo:
Scheef is de poorte, van
oudheid, geweken;
zaâlrugde 't dak van
de schure; ...
Als het dak van deze schuur bekijkt, zie je meteen wat 'zaâlrugde' betekent. Geslaagd poëtisch beeld is het.
Zaâlrugde 't dak van de schure ...
Natuur is niet eendimensionaal: herinneringen en lectuur maken ze levendiger, maken dat je er ook op andere manieren van kunt genieten. Waar we natuurlijk niet tegen zijn, o nee!
donderdag 4 juni 2020
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten