donderdag 25 augustus 2022

Turnhout Kermis en een sequoia

Wat is er leuker voor opa's dan de kleinkinderen op een kermistochtje trakteren? Je hebt het zelf als kind al gedaan, dan als papa met je eigen kinderen, dan als opa met je eigen kleinkinderen: in drie generaties beleef je dat, de laatste twee keren zonder dat je je moet generen om weer op die grote molen van Faes, aan het stadscafé, met dat volkse Decaporgel, rond te draaien: ik kan dat best smaken. Wat een vreugde is het!

Zoals we vroeger zegden: naar de 'pertjes' gaan

Of er wordt een rijtuig gesuggereerd: twee profane en bijna wulpse engelen steken hun bazuinen hemelwaarts. Feestelijk ziet die eruit,  deze edelkitsch. Ik vind het niet eens een 'gullty pleasure', ik vind het plezier zonder meer, en de kinderen ook.  Wat een pret hebben we daar ooit als kleine broekjes beleefd! Dat geluk valt nu de derde generatie toe: de molen staat niet stil, het leven evenmin!

Edelkitsch: profane bazuinende profane engelen

Han gaat op zo'n groot 'pertje', zij is al vier en een half, maar voor haar zusje, Elvis, bijna twee, is dat nog te hoog gegrepen. Alle twee leven ze zich eventjes verder en later uit met 'eendjes vissen'. Han is daar al best handig in, Elvis vangt er ook meer dan je van haar zou verwachten. Maar ze heeft het nog niet helemaal door: ze gooit haar vangsten geregeld terug. Wat haar ook erg interesseert, is hoe die eendjes weer tevoorschijn komen: de opening waardoor ze blijven komen aandrijven biologeert haar ten zeerste: ze snapt kennelijk nog niet hoe dat kan blijven duren en duren. Na afloop zijn ze natuurlijk blij met hun machtig prijsje, wat hadden we gedacht!


En dat blijft maar komen, denkt Elvis dan

Han de handige

Elvis leert geconcentreerd

Tenslotte moet er nog een kleinigheid genuttigd worden: een mens leeft niet van plezier alleen: in welk boek staat dat alweer? Dus wij laten ons neder op het terras van de Barzoen. Opa, pa Jasper en ma Lene maken hun keuze, de kinderen krijgen wat ze belieft, en algehele tevredenheid daalt over ons neder: ik was al wat met verheven bijbels taalgebruik bezig.

We moeten wel eventjes wachten voor we de tanden kunnen zetten in onze snack, want 'er zijn nog andere klanten', zeggen ze binnen. Alsof we dat niet zelf al gemerkt hadden. Maar: alternatief, we geven onze ogen dan maar de kost met de bomen die rond het terras staan. En daar prijkt zelfs een sequoia, niet echt een Kempische langlever. Dat die daar nog staat, is op zijn minst opmerkelijk: het betekent namelijk dat ze die boom met bijzondere zorg omringd hebben  bij de afbraak van het Oude Gasthuis, en bij de daarop volgende opbouw van de Warande. Zeg nu nog eens dat ze in Turnhout alleen kunnen afbreken. (Dat kunnen ze hier echt wel goed, hoor!) Zo'n boom hier wordt wel niet zo hoog en dik als in Californië, maar hij is zeker de koning van alles wat rond hem staat. In Chevetogne, in juli, hadden Dries, de vriend van Noortje, en ik er ook een gespot, maar door tegenvallend licht was daar geen behoorlijke foto van te nemen. Het Turnhoutse exemplaar echter verleent volgaarne zijn medewerking: in volle licht stil blijven staan voor het kiekje.

 

Onze sequoia, zoals hij zelf denkt, een vedette

Opmerkzaam zoals Dries en ik zijn, rapen we onder de boom in Chevetogne een 'vrucht' op: een dennenappel is dat niet, want een sequoia is geen den, 'ne maastentop' ook niet want hij is ook geen mast. Dus ga je zoeken hoe dat dan wel heet: een kegelvrucht zegt Wikipedia. Hij heeft inderdaad iets van een kegel weg. Een Turnhouts woord bestaat er niet voor: daarom is Turnhouts een dialect en geen taal. Niet dat ik op mijn dialect neerkijk, ook niet als leraar Nederlands: Turnhouts is mijn moedertaal, waarom zou ik daar beschaamd over zijn. Alleen kun je het niet overal gebruiken.

 

Kegelfrooët uit Wallonië

2 opmerkingen:

Jasper zei

Mooi dat je er zijn verslag van maakt. De ornamenten van de paardenmolen zijn me ontgaan, fijn te lezen wat jou is opgevallen.

Het ontbreken van een woord in een taal lijkt me geen criterium om het van de titel taal te ontdoen. Een goed voorbeeld is het Portugese saudade, dat - als je de Portugezen mag geloven - in geen enkele taal een gelijke kent. Zo schijnen de Inuit een twintigtal verschillende woorden te gebruiken voor sneeuw, afhankelijk van de specifieke kwaliteiten ervan. Die kennen in het Nederlands vast niet allemaal een vertaling.

Toon zei

Het gaat natuurlijk niet over een woord, het zijn er talloze. Dat de Inuit zoveel woorden gebruiken voor sneeuw al naargelang van, is een mythe, een legende die geen grond van waarheid heeft.