dinsdag 10 november 2009

Zwemmende kinderen, jonge en oudere


Samen in het ondiepe


Gevorderde

Al een paar maanden gaan we samen zwemmen, Vic en ik; aanvankelijk een keer in de week, tegenwoordig twee keer. We doen dat welbewust om ons eigen steentje - of druppeltje - bij te dragen aan onze gezondheid: ik omdat ik zelf bewegen belangrijker vind dan als ms-patiƫnt naar de fysiotherapeut te gaan, Vic omdat hij op een niet belastende manier in de weer moet zijn om het letterlijk niet op zijn heupen te krijgen. We gaan steeds te water in Beerse, in het gemeentelijk bad 't Beerke': ik omdat ik het daar nog ken van toen de kinderen klein waren en we er samen watergewenning en -pret beleefden, Vic omdat hij in Beerse woont: lekker dichtbij. Turnhout heeft wel een gloednieuw bad, al vier jaar, maar het pleegt nogal eens gesloten te zijn, - op dit ogenblik voor onbepaalde duur wegens niet te ontdekken stroomverlies - de kleedcabines zijn eerder aan de kleine kant, en de zitbank erin is zonder meer te summier. Het cafetaria is dan weer niet gezellig, ruimte en bediening incluis: de keuze is dus vlug gemaakt. Maar mijn vaderstad kan bogen op een prestigeproject, tenminste dat!

We zwemmen baantjes, Vic en ik, gestaag en met de nodige rustpauzes. Geregeld staan we dan in het ondiepe op krachten te komen, en in dat ondiepe is dan weer allerlei te zien. Dames, leeftijdgenotes van ons, die ook hun fysiek onderhouden, jongere vrouwen die best het bekijken waard zijn, en kinderen die spelen of die ontroerend de breedte over willen kunnen. Jonge ouders - dertigers zijn dat dan - hebben hun spruiten de bewegingen kennelijk al bijgebracht, en blijven bemoedigend bij hun schatjes in de buurt: die doen te pletter hun best, houden hun hoofdje met alle macht boven water, maar zijn er nog niet gerust in dat ze niet kopje onder zullen gaan, ze bewegen zo snel ze kunnen, bijna als jonge hondjes zwemmen ze, eerder als heel jonge kikkertjes die pas hun staartje afgeworpen hebben, vindt Vic. Hij is altijd gymleraar geweest, en stelt dat ze integendeel juist brede en eerder trage armslagen moeten maken, maar het kleinekinderinstinct is nog niet zo ver. Toch: ze spreken hun moed aan, ze geraken de breedte over, kijken bij aankomst glorierijk naar vader of moeder, ook trots op zichzelf dat ze het toch maar voor elkaar gebracht hebben. Ze willen kunnen wat de ouders kunnen, zoals ze hebben leren lopen, ze willen dat die van hen houden, ze willen het goed doen. Je hebt zelf kinderen leren zwemmen, je ziet zo'n meisje voorbij dobberen, en je kunt niet anders dan zeggen:'Goed gedaan, meisje, je bent er bijna'. Waarop het kind nog meer glimt, en de ouder zich realiseert dat ook hij dat goed gedaan heeft. Vertederend is het: je wil het elke week zien gebeuren.

Zes-zeven jaar zijn die zwemkindertjes: geen kleuters meer, waarschijnlijk dicht bij de grote school, of er net aan begonnen: vol goede wil en stralend willen ze vooruitkomen.
Heel bewust zijn ze er zich misschien niet van, - compleet onschuldig zijn ze nog - maar een periode van hun jonge leventje is afgesloten, een nieuwe is volop aan het beginnen. Vertederend zei ik al, en mooi, te zien hoe de opvolgertjes van onze kinderen ook hun eigen weg gaan, vol vertrouwen en geloof in hun ouders. En vol trots en vreugde om zichzelf. Het maakt natuurlijk oude tijden wakker, zoveel zal duidelijk zijn, en ook dat geeft en warm gevoel.

Geen opmerkingen: