dinsdag 14 november 2017

Schitterend verlangen: een paar hoogtepunten

'Schitterend verlangen' heet de tentoonstelling die je nog tot 14 januari kan bezoeken in het MAS; 'Over de emotie van diamant' luidt de ondertitel. Talrijke objecten zijn er te zien: juwelen, kronen, liturgische voorwerpen ingelegd met diamanten, schilderijen van rijke dames, je kunt je ogen er wel de kost geven.

Het eerste juweel dat mij treft, is de verlovingsring van Maria van Bourgondië: wegens mijn familienaam heeft de hertogelijke familie 'de Bourgogne' mij van in de lagere school al geïnteresseerd. Niet dat ik een verre nazaat van een of andere 'Grote Bastaard' ben, maar de naam schept een band. Die ring heeft ze in 1477 van Maximiliaan van Oostenrijk gekregen: op 19 augustus van dat jaar trouwt de twintigjarige Maria met haar achttienjarige bruidegom. Het is wel de eerste gedocumenteerde verlovingsring met diamanten, en dat zette meteen een trend. Deze ring toont frontaal een rode 'M', waarvan het linker- en rechterbeen diamanten bevatten. Een mooi en kostbaar kleinood is het alleszins, een liefdesgave, door de schittering van de steentjes, de symboliek van zijn duurzaamheid en 'eeuwigheid': 'Diamonds are forever', zoals we allemaal weten.


De verlovingsring van Maria van Bourgondië, 1477

Een prachtstuk is ongetwijfeld de diadeem van onze Koningin Elisabeth. Hij werd 'gecreëerd' door het Huis Cartier in Parijs in 1910, en in 1912 was hij al in haar bezit. Toen ze is 1965 stierf, erfde Koning Leopold III hem, na zijn dood ging hij over in de handen van Liliane Baels, zijn tweede echtgenote, en was dus haar persoonlijke eigendom. In 1987 verkocht zij hem weer aan Cartier, zonder Koning Boudewijn of Koningin Fabiola te raadplegen of op zijn minst op de hoogte te brengen. Daardoor ontstonden wrijvingen in de koninklijke familie, en volgens de geruchten was die 'not amused', om het in diplomatieke taal uit te drukken. Dat alles neemt natuurlijk niet weg dat het een schitterend sieraad is: zoveel diamanten, zulke sierlijke vormen, zoveel uren werk: je wilt niet weten hoeveel dat precieuze dingetje gekost heeft. Het was bij wijze van spreken ongeveer van ons, maar nu helaas niet meer! Sic transit gloria mundi, of toch het Belgische patrimonium.


De diadeem van Koningin Elisabeth van België, Cartier, 1910


Op een foto uit 1920 draagt Koningin Elisabeth al dat diamanten gedoe: ze doet niet haar best om sympathiek te kijken of te lijken: erg toeschietelijk of aantrekkelijk komt ze niet over. Ze had als koningin-verpleegster toch al de Eerste Wereldoorlog meegemaakt, maar de betekenis daarvan is nog niet tot haar doorgedrongen: ze laat zich portretteren als een 24-karaats Belle Epoque-figuur, en die tijd was net door de 'Groote Oorlog' tragisch afgesloten.


Koningin Elisabeth met de diadeem, foto uit 1920

Van Rubens hangt er een schilderij uit 1630-1640: 'Helena Fourment met diamanten borsthanger. En dat is puur rijkdom en status etaleren: ze draagt kostbare kleren, maar niet alleen dat. Ze heeft een lange gouden ketting met tafeldiamanten omhangen, op haar mouwen en in haar haar zitten sieraden met diamanten versierd. Met zo'n vrouw kon je onder de mensen komen, daar moet Rubens zich goed van bewust zijn geweest. Overigens lees ik dat er in hun huwelijkscontract sprake was van 'juweelen en fraeijcheden': beide partijen wisten waar ze mee bezig waren. (Een tafeldiamant is een steen met een vlak gesneden bovenkant, niet iets om speciaal aan tafel te dragen.)

De foto naast Helena Fourment  toont zo'n diamanten borsthanger die erg op die van Helena lijkt, en die uit dezelfde periode komt: hij heeft ook vele en grote tafeldiamanten. Privéjets bezaten de lui uit de zeventiende eeuw niet, maar ze kenden best heel wat andere en goede middelen om zich van hun tijdgenoten te onderscheiden: ik ken me zonder moeite indenken dat er makkelijk een competitie was van 'baas boven baas'.


Rubens, Helena Fourment met borsthanger / Gelijkend sieraad uit dezelfde tijd

Jan Fabre benadert al die luxe, schoonheid, status en opschepperij kritisch. Drie werken van hem gaan over Belgiës koloniale verleden en bezigheden in Congo. 'Skull with Diamond' uit 2013 is daar een voorbeeld van: een uiteraard niet aantrekkelijke doodskop, gemaakt met schilden van de juweelkever, heeft een grote diamant op zijn schedel. Mij lijkt dat een kloofijzer dat die schedel om het helemaal af te maken nog eens grondig moet splijten: een efficiënte metafoor voor de ondergang van de mens door zijn hang en drang naar materie en uitzonderlijke eigendommen.

Op het einde van de tentoonstelling hangt die schedel: hij brengt je weer met de voeten op de grond, en doet je beseffen dat het niet al goud of diamant moet zijn dat blinkt. En dat voor de ontginning van die bodemschatten nogal wat niet-menswaardig werk verricht moest worden. Niet door blanken natuurlijk, niet door ons.
Jan Fabre, Skull with Diamond, 2013


Wil je veel moois en schitterring, mateloze pracht en bezit gaan bekijken: naar het MAS! Je kunt je sommige dingen en toestanden niet indenken voor je ze gezien hebt. Zoals de kroon van de Russische tsaar, en nog meer van dat fraais.

Geen opmerkingen: