dinsdag 9 juni 2020

Schatten op zolder: tekeningen van Eugène van Mieghem bij Jakob Smits

In het Jakob Smits Museum kun je meer dan eens tentoonstellingen zien die meer dan de moeite van de verplaatsing waard zijn: niet dat je er Picasso, Matisse of Lucian Freud kunt gaan bewonderen, dat nu ook weer niet, maar Kees Verwey heb ik er gezien, interessante expo's over Smits zelf, en nu loopt er 'Schatten op zolder', tekeningen van Eugène van Mieghem, wiens werk ik altijd wel wil gaan bekijken. Smits en Van Mieghem waren vrienden, ook lid van dezelfde kunstbeweging (Eenigen, daarna Kunst van Heden). Vrij recent zijn nog tekeningen van de Antwerpenaar ontdekt waarvan men het bestaan niet kende, en die zo goed zijn dat ze een tentoonstelling verdienen: en die loopt nu, onder de titel 'Schatten op zolder'. Je moet er inderdaad ook voor naar de zolder van het museum, maar laat je niet ontmoedigen, met de lift ben je er zo.

Opvallend is een grote foto van de kunstenaar: ik geloof niet dat ik hem ooit zo gezien heb: dat wordt dus een foto van een foto.


Laat ik vlak daaronder maar een tekening van zijn vrouw Augustine Pautre plaatsen: lang is Eugène met haar niet gelukkig mogen zijn, want ze is vrij jong aan tbc gestorven. Hier tekent hij haar mooi uitgedost, met wintermantel, dikke sjaal en pluimenhoed: arm schijnen de twee toen niet geweest te zijn. Misschien is ze wat mager in haar gezicht, en echt blij en vrolijk geeft hij haar niet weer: de fatale ziekte zal mogelijk toen al haar invloed laten voelen hebben.


Augustine met pluimenhoed, 226 x 199 mm, pen met inkt op bruin papier

Met 'Broer en zus aan de haven' zitten we in het onderwerp bij uitstek van Van Mieghem: de haven en wat daar te zien is en gebeurt. Hij stelt die haven en het leven niet mooier voor dan ze zijn. Grijze lucht, het is kennelijk winter, de kinderen lijken me in de sneeuw te staan, zo warm mogelijk zijn ze ingeduffeld: eerder naturalistisch zou ik dit werk noemen, dat ik best kan appreciëren. Een goede tekening vind ik het.


Broer en zus aan de haven,181 x 235 mm

Van een totaal andere aard is de 'Duttende ouderling, uit ca. 1908. Hoewel, totaal anders? Hij zal op een of andere manier ook wel in de haven thuishoren, heeft daar naar alle waarschijnlijkheid zijn hele leven hard gewerkt, is nu dicht bij eigen einde gekomen en is moe, heel moe. Zittend op een gewone stoel (die je niet ziet), met zijn handen steunend op zijn wandelstok (denk ik dan) is hij in slaap gevallen: hij slaapt de slaap die hij verdiend heeft. Een prachtige kop vind ik dit, waar alle respect van Van Mieghem voor hem uit spreekt.


Duttende ouderling, 133 x 208 mm, contépotlood op rood papier, ca. 1908

Een zeer grappige tekening vind ik 'Tooghangers' uit ca. 1903. Volgens de catalogus betreft het Café Hulstkamp, van de schoonouders van Van Mieghem: aan de waarheid van de tekening hoeven we dus niet echt te twijfelen. Aan de toog te zien zou ik veronderstellen dat het hier om een echt volkscafé gaat: veel stijl heeft het meubel niet. De klanten horen dan weer tot de betere burgerij: Jan met de pet is nog iemand anders. De man helemaal rechts draagt een gedistingeerde bolhoed, trekt met zijn ogen dicht aan zijn sigaar, en heeft kennelijk al heel lange tijd gelaboreerd aan een respectabel 'tooggezwel'. Zijn vrouw naast hem, de enige vrouw aan deze toog, heeft de allure van een echte matrone, draagt een hoed met een soort van rode pluim op, en staat in dat gezelschap ook maar alleen te zijn. De vierde persoon heeft een hoge hoed op: een stoofbuis zullen de havenarbeiders dat genoemd hebben. Die bolhoed en die hoge hoed passen daar helemaal niet, ze staan in dat milieu als een tang op een varken, zeg maar. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat Van Mieghem lekker met dat volkje, deze tooghangers spot: ze horen daar helemaal niet thuis. Maar zelf schijnen ze dat helemaal niet door te hebben: alcohol kan het verstand al beneveld hebben.


Tooghangers, 120 x 200 mm, contépotlood gewreven en gewassen, zwarte en blauwe inkt, rood en bruin potlood, ca. 1903

Van Van Mieghem heb ik al eens meer tentoonstellingen gezien: hij ontgoochelt nooit. Tenminste: mij niet. Gaan kijken 'is not a morl duty', maar je mist wat als je niet gaat. Vind ik.

Geen opmerkingen: