In de Warande loopt tot 10 december de tentoonstelling 'Zandgrond', waar je nogal wat werken van Jakob Smits kunt gaan bekijken. Het Jacob Smits Museum in Mol-Sluis wordt op dit ogenblik gerestaureerd, dus was het nu de gelegenheid werken van de man ook eens naar Turnhout te brengen. Je ziet op deze expo niet alleen werken van Smits, ook doeken van modernere kunstenaars worden met die van de ingeweken Mollenaar geconfronteerd, wat geen slecht idee blijkt te zijn.
Het eerste wat je ziet, is een doek van Nils Verkaeren (°1980, Antwerpen): het heet 'Not in My Backyard'. 'Nou', dacht ik: 'Ik wou dat dat mijn backyard was!' Maar de catalogus - niet groot, maar gratis - maakt je wijzer: dat terrein was 30 jaar lang het gemeentelijke huisvuilstort. Het sloot in 1985, en is nu een glooiend heideterrein: het voormalige stort werd eerst afgedekt met een dikke zand- en kleilaag en werd dat ingezaaid met Limburgs heidemaaisel. Een stuk Kempische heide werd zo kunstmatig gerecreĆ«erd, net zoals de bijhorende natuur. Wat je uit een catalogus allemaal niet opsteekt. De schilder maakte het doek in het Molse natuurgebied Buitengoor. Zo zijn we ook meteen beland in de Kempen die Jakob Smits min of meer gekend heeft (ongeveer honderd jaar vroeger), waar hij verliefd op was, en die hij meermaals op het doek gezet heeft. O ja, Nils Verkaeren is wat men noemt een 'plein airist'
Nils Verkaeren (°1980), Not in My Backyard
Smits had ook aandacht voor het leven van eenvoudige lieden: een oudere vrouw zit in de grote kamer van een boerderij aardappelen te schillen. Verder een houten zoldering, een mooi bewerkte kast rechts, ervoor een lagere kast met keukengerei erop, links naast de vrouw een best grote pot waar ik de functie niet van ken, daarboven een klein raampje, witte muur, rode vloer: alles in dit beeld ademt rust en vrede.
Jakob Smits, Binnengezicht, zonder datum
Er hangt nog een ander binnenzicht, alleen heet het niet zo. Het is een werk van Fred Bervoets; uit 2011 is het, en het is getiteld 'Jeugdherinneringen: de windpokken'. Rust, kalmte en vrede zijn hier niet te vinden, wel integendeel. Het is een schoolvoorbeeld van wat men 'horror vacui' noemt: elke vierkante centimeter van deze bijgeschilderde ets is op een of andere manier wel bedekt. Centraal staat een klein jongetje, netjes een onderbroek aan, rode vlekjes over heel zijn lichaam, met een baard alsof je er Christus in kan zien. Zijn moeder verzorgt hem en zijn vader staat een pijl in een grote boog te laden. Op een stoel linksonder liggen nog twee pijlen klaar. Merkwaardig is wel dat stoel en pijlen geen perspectief hebben, zoals ook de Leuvense stoof niet: het lijkt wel een werk van de Vlaamse Primitieven denk ik dan.De jongen staat op een tafel, ook zonder perspectief, op de schouw staat een kruis, links en rechts daarvan een bord: kan het Vlaamser? Veel kleur is er in dit werk niet te bespeuren, tenzij rechts van het hoofd van de schutter: dat lijkt wel de hoofdvogel te zijn. Ik heb nog wel eens werken van Bervoets gezien, en dat zijn dan vaak bij wijze van spreken zoekplaatjes: je kunt er allerlei verhaaltjes in zoeken. Eer je het hele werk 'gelezen' hebt, is er ondertussen best wat tijd voorbijgegaan. Bezienswaardig, amusant en droefgeestig tegelijk is deze bijgeschilderde ets toch wel, en hemelsbreed verschillend van Smits' binnenzicht, maar dat komt dan ook uit een compleet andere tijd.Fred Bervoets, Jeugdherinneringen: de windpokken, bijgeschilderde ets
In 'Sous-Bois' (kreupelhout dus) zie je een lichte voorgrond, tegen de bomen aan wordt die geler en geel, we zijn in de Kempen, de bomen maken het werk bruin, en achter die bomen zie je het kreupelhout, nog donkerder en bijna zwart. Tussen de stammen van de bomen en boven het kreupelhout zie je weer de klare lucht. Zo is 'Sous-Bois' wat kleuren betreft perfect in evenwicht: van licht over donkerder en helemaal donker weer naar licht. Mooi werk is dat toch.
Jakob Smits, Sous-Bois, zonder datum
Tegenwoordig geven kunstenaars bomen en bossen niet meer zo harmonieus weer: een voorbeeld daarvan is 'Kempen 5' van Tom Liekens. Het heet te zijn een 'collage van houtsnede en monotype op doek'. Alle werken die ik van Liekens gezien heb, zijn in zwart-wit, en 'Kempen 5' geeft de sfeer en de donkerte van een naaldbos goed weer. Vind ik toch.
De 'Molen in de Kempen' van Smits is typisch voor hem: zo'n 85% is bestemd voor de luchtpartij, op de voorgrond zie je wat aarde, want ja, de molen moet toch ergens op staan. Smits kon zich inderdaad uitleven in zijn luchten: er zijn er met meer leven en drama dan dit, maar wolken en blauwe stukken wisselen elkaar mooi af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten