Er is bijvoorbeeld een schilderij van zijn vrouw Augustine Pautre en hun zoontje Eugène aan de linker Scheldeoever: het ventje is nog zeer jong (geboren november 1902), zodat je kunt aannemen dat de scène uit juni 1903 of daaromtrent moet komen. Augustine lijkt in de lens van een fotograaf te kijken, op de achtergrond prijkt de toren van de kathedraal, en heel het werk is van een open lichtheid die ik bij Van Mieghem nog niet vaak gezien had. Schitterend is het!
Moeder en kind, 1903
Zijn vrouw overlijdt echter al in 1904: daarop volgens voor hem 'stille jaren', maar in 1912 wordt hij toch al beschouwd als een van de talenten van de Belgische school. Van Mieghem heeft kennelijk de zin in het leven teruggevonden, wat blijkt uit 'Zondag in de haven': een arbeidersgezin op de wandel onder een stralende hemel alweer.
Zondag in de haven, 1912
Ook de stad zelf is zijn onderwerp: dat zie je in 'Leysstraat' uit 1913 en 'Café de nuit' uit hetzelfde jaar. Die Leysstraat doet zeer impressionistisch aan, het café laat de bourgeoisie in de late uurtjes zien.
Leysstraat, 1913
Dat 'Café de nuit' is een scherp contrast met het milieu waaruit Van Mieghem zelf kwam: hij is geboren in de Montevideostraat, aan de Rijnkaai, waar de schepen van de Red Star Line met vooral Oost-Europese verschoppelingen en 'verworpenen der aarde' naar Amerika vertrokken. Hij zet dan ook niet zonder reden een welgedane Antwerpse matrone te kijk die afscheid neemt van twee ijverige lonkende heertjes. De 'schilder van het volk' laat hier een heel andere kant van de maatschappij zien, en niet zonder bijbedoeling, zou ik denken.
Café de nuit, 1913
Maar vanaf dan begint de Groote Oorlog, en ook op deze tentoonstelling zie je niets anders meer dan beelden uit dat conflict.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten