Smits heeft in de oorlog niet getekend of geschilderd: die activiteiten had hij stilgelegd. Wel zorgde hij voor de mensen van zijn dorp: hij was lid van het gemeentelijk voedselcomité (wat hij in 1917 opgaf wegens te weinig steun), maar ook van het provinciale. Hij maakte gebruik van zijn naam en faam en probeerde met brieven hoogwaardigheidsbekleders (tot en met kardinaal Mercier) te overtuigen financiële bijdragen te leveren om de noden van de lijdende bevolking te lenigen: sociaal engagement was hem niet vreemd.
Na de wapenstilstand neemt hij het penseel weer op, en verwerkt zo de oorlog. Veel schilderijen heeft hij er niet aan gewijd: ik denk dat het er niet meer dan twaalf zijn, en voor zover ik weet, heeft hij in 1919 het laatste geschilderd.
Over 'In de loopgraven' heb ik het al eens gehad: alleen kan ik wel zeggen dat het geen typische Smits is: het licht is compleet afwezig. In het museum vertelde iemand me dat dat vlak na de verschrikking gemaakt moet zijn.
In de loopgraven
Maar voor de rest zie je weinig militair geweld in Smits' schilderijen: dat kan ook moeilijk, want aan het front of de nabijheid daarvan heeft hij nooit gezeten. Hij toont hoe de oorlog in de Kempen op het dagelijkse leven ingreep. In 'De soldaten trekken voorbij' zie je twee vrouwen (moeder en grootmoeder?) en drie kinderen vanuit hun woonkamer naar voorbijtrekkende soldaten kijken: ze zijn bang en houden zich gedeisd, want het zijn ulanen, en de gruwelijke wreedheden van de Duitsers waren hier allicht ook bekend: Aarschot is niet zo ver van Mol, en de brand van de universiteitsbibliotheek zal ook hier voor schrik en afgrijzen gezorgd hebben. Smits heeft dit schilderij gemaakt 'post factum': natuurlijk wist hij hoe hij de emoties dienaangaande kon uitbeelden.
De soldaten trekken voorbij, 1918
Ook geen militair geweld in 'De blinden': jonge mannen, allicht soldaten die aan het front het licht in hun ogen verloren hebben, gaan in groep mogelijk naar een hulppost, waarbij ze geleid worden door kinderen. Smits toont de gevolgen van de oorlog, laat het beeld voor zich spreken.
De blinden
Een geslaagde reproductie van 'De vlag (verwoest dorp) toont een beeld van de afloop van de oorlog: de Belgische vlag wappert wel, maar veel vreugde is er verder niet te rapen, de onzin van een dergelijk conflict behoeft geen verder betoog.
De vlag (Verwoest dorp), 1919
Een desolaat beeld in 'De hemel weent over de puinen': twee eenzame kruisen is een leeg landschap met een kapot geschoten boom. Dit schilderij hangt overigens in de Fabiolazaal.
De hemel weent over de puinen, 1919
Met meer Belgische vlaggen, meer mensen en een soort van kleine kermis wordt in Mol de wapenstilstand gevierd: een uitbarsting van vreugde is nog iets anders.
De wapenstilstand, 1919
Ten slotte nog een donker schilderij dat 'Bemint elkander' heet. Op de achtergrond staat een dorp in brand: je ziet het vuur en dikke donkere rookwolken ten hemel stijgen. Op de voorgrond een kerkhof vol gesneuvelden en burgerslachtoffers. Daarboven een Christus aan het kruis: maar zijn boodschap heeft de mens kennelijk en helaas nog niet begrepen, met het gevolg dat op het schilderij te zien is.
Bemint elkander
Jakob Smits, die zich in de oorlog ingezet heeft om de nood van de mensen te verzachten - dat was voor hem veel belangrijker dat zijn eigen plastisch werk - schildert in niet zo veel doeken laconiek de gevolgen van 'De Groote Oorlog': hij maakt er geen sensationele werken van, maar laat de beelden voor zich spreken. Je moet geen genie zijn om zijn boodschap te begrijpen. Indrukwekkend zijn zijn schilderijen alleszins.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten