vrijdag 4 november 2016

Kenia: Rachid en 'de stand van het land'

Een safarireis in Kenia betekent dat je een week lang van de wereld weg bent, Ook met Kenia zelf heb je weinig contact: je zit vier tot vijf dagen in de wildparken, dan bekom je nog twee dagen in een beach resort dat je voor niets hoeft te verlaten, maar hoe het land reilt en zeilt, en hoe de bevolking eraan toe is, daar kom je niet veel over te weten. Tenzij je een chauffeur hebt die zich voor meer dan zijn 'van' interesseert. Zo iemand was Rachid, die ons door de Keniaanse natuur gidste en informatie verschafte over zijn  Land.

De ochtend na onze landing brengt hij ons van Nairobi naar Amboseli, wijst ons het parlementsgebouw aan, en dan vraag ik wie er tegenwoordig president is. Dat blijkt Uhuru Kenyatta te zijn, inderdaad de zoon van de eerste president, Jomo Kenyatta (Rachid zegt 'Djomo'). Die had indertijd in het Westen een redelijk goede reputatie opgebouwd, maar volgens Rachid was ook hij corrupt, alleen is het nu is veel erger: alles is met geld te koop in Kenia, zegt hij, ook een verkiezingsoverwinning. Hij houdt niet van Uhuru, en hij zal wel weten waarom. Die is dan ook niet echt een onbesproken blad: hij is door het Internationaal Strafhof genoemd als verdachte van misdaden tegen de menselijkheid (na de verkiezingen van 2007), en trad toen af als minister van financiƫn. In 2013 won hij de presidentsverkiezingen met 50,07% van de stemmen, tegenover 43,31% voor zijn tegenstander. Met dan weer betwistingen van de uitslag, ruzie en rellen, en de uiteindelijke installatie van Uhuru.



President Uhuru Kenyatta duimend voor zichzelf

De spoorlijn tussen Nairobi is verouderd: ze is in de koloniale periode nog door de Engelsen aangelegd. Een nieuwe dringt zich op, maar volgens Rachid kregen de Engelsen dit keer het contract niet omdat ze de president en zijn acolieten geen commissie wilden betalen, wegens niet ethisch verantwoord tegenover het Keniaanse volk. Waarop de Chinezen aangesproken werden, die het contract in de wacht sleepten (zij hadden geen morele bezwaren). Of Rachids verhaal 100% de waarheid is, weet ik niet, maar het zijn wel de Chinezen die de nieuwe spoorlijn bouwen.

Een beetje improvisatie is in Kenia ook nooit weg: we moesten via de grote weg Nairobi-Mombassa van Tsavo Oost naar Mombassa, maar over een afstand van 30 km werd die weg opnieuw aangelegd, en er werd gewerkt, al was het zaterdag. Links en rechts van de werken ontstaan dan nieuwe wegen, verharde zandwegen zijn dat dan, met heel veel stof, schudden en schokken er gratis bijgeleverd: zulke 'cake walks' maken ze tegenwoordig niet meer!


Zandmist tussen Nairobi en Mombassa

Ik vraag naar de werkloosheidsgraad in Kenia, en opper iets van een 20 tot 30%. Rachid geeft me prompt gelijk, waarmee hij eigenlijk zegt het ook niet te weten. De rauwe werkelijkheid is dat 40% van de bevolking geen werk heeft, en dat meer dan 43% in 2012 onder de armoedegrens leefde (schatting in het 'CIA World Factbook). Desondanks is er enige vooruitgang: in het jaar 2.000 was dat nog 50%). Als gemiddeld jaarloon hoorden wij bijdragen tussen de 20.000 en 40.000 Keniaanse shilling, dat is dus tussen de 200 en 400 euro. Die cijfers kunnen kloppen, maar zijn tezelfdertijd zeer optimistisch: een taxichauffeur verdiende in 2005 132 euro of 178 dollar per maand, waarvan een vierde opgaat aan huur van een woning voor hem, zijn vrouw en twee kinderen. 'Maar een eigen keuken of badkamer hebben ze niet. Die worden gedeeld met anderen in hetzelfde gebouw.' (Bron: IPS en de Spaanse professor Arino hoogleraar strategisch management - te vinden op het net).

Je ziet ook weinig industrie in Kenia, waarbij opgemerkt dient te worden dat wij alleen op de weg Nairobi-Mombassa en in twee reservaten gezeten hebben. Cementfabrieken zijn er wel, en veel zwaar vervoer over die ene belangrijke weg, al dan niet verband houdend met die cementfabrieken. Landbouw hebben we ook weinig gezien: hier en daar een bananenplantage, en een grote sisalplantage. Maar die weg met veel stof en andere vervuiling is dan ook niet de uitgelezen plaats voor industriƫle of landbouwactiviteit.


Grote sisalplantage
 
Een zeer belangrijke bron van inkomsten voor het land is natuurlijk het toerisme. Safari's om het 'echte wildlife' te zien zijn een succes, bijna het hele jaar door. Het droge seizoen duurt er negen maanden, het regenseizoen duurt er drie: april, mei en juni. De hotels en 'lodges' stellen natuurlijk ook veel mensen te werk, maar het zal duidelijk zijn dat dat alleen niet genoeg is. En wat het land verder doet voor zijn mensen? Niet zo heel veel, vrees ik. Aan en op de veerpont van Mombassa mag je geen foto's nemen: militaire geheimen zijn daar niet mee gemoeid, maar er wordt naast de rijen wachtende auto's en mensen enorm veel gebedeld, en ik kan aannemen dat een land dat niet als zijn beste visitekaartje beschouwt. Maar als je er twee haveloze, oude blinde vrouwen wanhopig en vruchteloos ziet staan smeken, dan besef je wel dat er hier nog wel wat werk aan de winkel is. En dat wij westerlingen verdomd rijke stinkerds zijn. Het is niet eerlijk verdeeld in de wereld, maar dat weten we al veel langer. . .

Geen opmerkingen: