vrijdag 16 juni 2017

Het Sint-Jobretabel van Schoonbroek - II

Het meest opvallende deel van het Sint-Jobretabel is natuurlijk het beeldhouwwerk waarin het lijden van Job wordt weergegeven. 'het is niet al goud wat blinkt' zegt men, maar hier is dat bijna wel het geval, om het een ietsje overdreven te formuleren. En heel veel kleuren ook: 'gepolychromeerd' is hier echt wel op zijn plaats. Op het bovenste deel is Job omringd door zijn familie: dat is het einde van zijn rampspoed en ellende: hij glimlacht, net zoals de figuurtjes naast hem. 'En de Heer bracht een keer in het lot van Job, toen hij voor zijn vrienden gebeden had, en de Heer gaf Job het dubbele van al wat hij bezeten had. Toen kwamen al zijn broeders en zusters en al zijn vroegere bekenden tot hem en aten met hem in zijn huis.' (Job 42 : 10-11) Job heeft zich Gods trouwe dienaar getoond, en God beloont hem dan ook.


De beloning, de bekroning: Jobs voorspoed is terug

Een ander tafereel toont wat ook al in de predella te zien was: knechten worden doodgestoken, het vee geroofd. Zoals in de vorige scène vallen de kleuren op, maar ook de levendigheid van de minutieus gebeeldhouwde figuurtjes: regelrecht monnikenwerk moet dat geweest zijn, je vraagt je af hoe de makers dat ooit klaargespeeld hebben. Uitmuntende ambachtslui waren zijn  ongetwijfeld.


De tweede jobstijding gebeeldhouwd

Het boek Job is vooral een een filosofisch-religieuze discussie over het lijden. Drie vrienden komen naar de ongelukkige om hem te troosten en te beklagen: die vrienden heten Elifaz, Bildad en Sofar en samen proberen zij te achterhalen waar het lijden vandaan komt en wat de zin ervan is. Elifaz stelt dat niemand onschuldig lijdt, maar dat na de kastijding zegen komt. Bildad beweert dan weer dat God naar recht straft. Sofar raadt Job dan weer aan zich voor de alwetende God te 'verootmoedigen'. Zo praten zij een hele tijd verder over de niet meest voor de hand liggende aspecten van het lijden, tot  God zelf tussenkomt en tot de drie bezoekers zegt hij: 'Mijn toorn is ontbrand tegen u en tegen uw beide vrienden, want gij hebt niet recht van Mij gesproken zoals mijn knecht Job'. Waarop dan Jobs eerherstel volgt en nog veel meer dan dat.


Aankomst van de drie vrienden


De drie vrienden worden door God weggestuurd

Met zijn verdubbelde bezit en rijkdom leidt Job nog een lang en gelukkig leven: 'Daarna leefde Job nog honderd veertig jaar; hij zag zijn kinderen en kindskinderen, vier geslachten. En Job stierf oud en van het leven verzadigd' (Job 42 : 16-17) Job zou tweehonderd jaar oud geworden zijn: alleen mythologische personages kunnen dat; je vindt ze bij de Joden zowel als bij de Grieken.

Het Boek Job is een zeer stichtelijk verhaal dat aanspoort tot trouw aan God en braafheid, en zo wordt iedereen in de samenleving op zijn plats gehouden. En het retabel, zoveel eeuwen na het verhaal', maakt alles indrukwekkend aanschouwelijk. Mooi is het wel, dat tenminste.

Geen opmerkingen: