zondag 27 augustus 2023

Aan de rand van het land - Toen het nog geen zomer was / Wortel Kolonie

Verleden zondag - rond 20 mei was het toen - kregen we nog eens een dag die de mensen naar buiten lokte: zonnig, zo goed als geen verkillende wind en dus aangenaam van temperatuur. Nou, dan is het tijd om de scootmobiel in de auto te zetten, zachtjes, zeer zachtjes, en een stukje natuur op te gaan zoeken. Laat ik maar eens naar Wortel Kolonie rijden: verleden jaar ben ik daar door de lange hete zomer nauwelijks geweest, nu moet het er anders uitzien, want regen hebben we inmiddels in overvloed gehad. Dat is bijvoorbeeld te zien aan het eilandje in het midden van Bootjesven: 'lush' noemen ze dat in 't Engels, wij zeggen 'weelderig', 'welig tieren' doet het groen. En dat stuk natuur is ook zo prachtig, schoongewassen door de regen.

Het eilandje in Bootjesven 

Een door mij geliefkoosd pad in Wortel Kolonie is de Grensdreef: veel dichter kan een wandelweg niet tegen de grens liggen. Tot zo'n 10 meter ten noorden van de dreef ben je nog in België, dan stuit je op een draadafsluiting zoals bij weilanden, alleen is het geen prikkeldraad. Nederland wil kennelijk geen geblesseerde Belgen: in het grensgebied hoort het rustig te blijven, 1830 is over 7 jaar al tweehonderd jaar geleden, die strijd is gestreden. Overigens doet dat 'grensgebied' mij denken aan De Nieuwe Snaar die een lied hadden waarin onder andere voorkwamen 'Jappen uit het grensgebied' en 'Lappen uit het grensgebied'. Maar die twee nationaliteiten hebben met dit grensgebied niets te maken.

Natuurlijk zie je weer allerlei dieren: konikpaarden, maar daar heb ik het al eens over gehad, en 'grauwe ganzen'. Je hebt Canadese, Nijlganzen en nog wat variëteiten: ik heb vier grauwe ganzen op de gevoelige plaat gelegd, de soort die hier inheems is. Hun voedsel bestaat vooral uit gras: grazen is dan ook een van hun geliefkoosde bezigheden. Je hebt halftamme van die vogels, maar ook wilde. De halftamme blijven hier het hele jaar, de wilde zijn meestal maar wintergasten.

 

Vier grazende grauwe ganzen

Het is hier ook geen kunst een forse bremstruik te spotten: zijn bloeitijd is april-juni. Ik geloof dat brem de eerste grotere plant was die mijn vader me bij naam noemde:jeugdherinnering dus. Opvallend is hij natuurlijk ook, als hij in volle bloei staat en zoals hij op de foto staat te poseren: schitterend geel, en laat geel nu een van mijn lievelingskleuren zijn. (De andere is blauw: mogelijk ben ik een gereïncarneerde Zweed.) als er zo'n aantal struiken bij elkaar staan, lijkt de zon op aarde te schijnen: de kleur komt overeen, de hitte gelukkig niet. Een woord voor brem in het Latijn is 'genista', en uit L.P. Boon herinner ik me dat brem in het Aalsters 'ginst' is. Goed opgeleid dialect, dat Aalsters.

Voorspoedige bremstruik

Berken kom je natuurlijk ook tegen: die zie je overal, dat is pioniervegetatie, zoals dat heet. Maar in Wortel staan twee speciale naast elkaar, alsof ze proberen een tweeling te zijn: helemaal van boven hebben ze allebei een kruintje, maar daaronder een lange, naakte en natuurlijk witte stam.  Siamese berken zijn het niet, want ze staan apart, maar ze hebben wel iets, deze twee.

Witte, naakte berken

Naast de Grensdreef is na de voorbije regenperiode weer een flink drasland te zien: het lijkt op een ven, maar is het niet. Als een een tijd droog en warm is, trekt al dat water weg, en staat drasland droog. Maar wanneer het in het voorjaar nat genoeg is, dan klinkt die plas alsof alle kikkers van Wortel, Hoogstraten en Minderhout daar verzamelen hebben gekwaakt: vermenigvuldigen is daar dan aan de orde van de dag, de week en nog langer. Je hoort daar de natuur luidkeels ontwaken.

Drasland naast de Grensdreef

Naast de Grensdreef ligt tenslotte toch een ven, op de Nederlandse kant dan. Hoe het ven heet, weet ik niet, maar het ziet eruit zoals zijn Belgische of Vlaamse collega's: begroeiing langs de oevers, een leuke wateroppervlakte, en ven zoals een ven hoort te zijn.

Nederlands ven, vlak tegen de grens

Op een bord laat 'Staatsbosbeheer' weten dat dit 'Kwetsbaar gebied' is, en dat je er 'Geen toegang' hebt. Overtreders zullen voor hun straf of beloning met 'Art. 461 Wetboek van Strafrecht' te maken krijgen. Wie wil zwemmen, zal naar andere plassen moeten, die hebben ze in Nederland trouwens genoeg. Dergelijke borden heb ik in het Turnhoutse Vennengebied nog nergens zien staan: ons gebied is misschien niet kwetsbaar?


 Aan het lettertype zie je ook dat dit Nederlands is

Geen opmerkingen: