donderdag 28 juli 2016

Mu.ZEE Oostende: de nieuwe vleugel Ensor-Spilliaert - II

Niet verbazingwekkend is het dat in de nieuwe vleugel meer Ensors dan Spilliaerts te zien zijn: zijn carrière is langer, hij ligt al zeer lang goed in de markt, en hij is ook veelzijdiger dan Spilliaert. Etsen heeft deze laatste bij mijn weten niet gemaakt, Ensor is daar een meester in. Een voorbeeld daarvan is 'De dood achtervolgt de mensenkudde', uit 1896. De foto hieronder heb ik vergeten te draaien in mijn fototoestel, zodat hij ligt in plaats van staat. Maar desondanks is goed te merken wat er aan de hand is: het naakte geraamte van Magere Hein zwaait vervaarlijk met een lange zeis boven een massa mensen die in paniek de straat uitrent, de daken staan in brand, op de voorgrond holt een naakte vrouw weg om het vege lijf te redden. Maar ondertussen blijft op de achtergrond de zon gewoon schijnen. Als ik dat tafereel aandachtig bekijk, kan ik niet anders dan op de achtergrond de sardonische lach van Ensor horen weergalmen.


De dood achtervolgt de mensenkudde, 1896 (ets op Japans papier)

Iets gelijkaardigs zie je in 'Duivels rossen engelen en aartsengelen af', uit 1888. Een wervelend gevecht is aan de gang, tussen wezens die vaak aan de creaturen van Jeroen Bosch en Pieter Bruegel  de Oude doen denken. Ensor moet volgens mij enorm veel plezier beleefd hebben aan het maken van dergelijke etsen.


Duivels rossen engelen en aartsengelen af, 1888

Van een heel andere aard is 'Zicht op Oostende (Daken van Oostende)' uit 1900-01. Een eenvoudig stadsgezicht is het, met witte, rode, bruine en blauwe kleuren.


Zicht op Oostende, 1900-01

Zeer bekend en mooi is 'Het kerkje van Mariakerke' uit 1901: hier lijkt Ensor verliefd op zijn streek. Hij ligt overigens bij dat kerkje begraven.


Het kerkje van Mariakerke, 1901

Wat een bedreven kunstenaar Ensor was toont 'Christus bedaart de storm'. Dat dat kleine scheepje nog kan varen, is op zichzelf al een wonder. De golven van het meer stuwen het op of sleuren het mee, zou je denken, en een boogvormige beweging van wind en golven sluit het als het ware in en op: de enige oplossing is inderdaad Christus aan boord te hebben, en die zijn werk laten doen. Prachtige beweging zit in dit schilderij.


Christus bedaart de storm, 1891


Idem, detail

Eentje dat ik nog nooit gezien had, is een zelfportret van Ensor als baron, met bovenaan rechts zijn wapenschild en zijn wapenspreuk, en links van boven een typisch Ensor-duiveltje dat hem in zijn  rechteroor inspiratie inblaast, of grappen en grollen 'à la façon du maître': helemaal ernstig kon hij verheffing in de adelstand kennelijk niet nemen. Dat kun je ook nog denken van zijn wapenspreuk: 'Pro luce nobilis sum', voor het licht ben ik edel. Maar voor al het andere? Dat lijkt zo zeker niet te zijn. De titel van baron was hem in 1929 verleend door Koning Albert I, en het zelfportret dateert uit 1934. Overigens is het geen groot werk: 16 bij 21,5 cm maar. Maar hij heeft er meer van zichzelf dan zijn portret ingestopt.


Zelfportret, Baron James Ensor, zijn duivel, zijn wapenschild

'De intrede van Christus in Brussel' hangt er als wandtapijt; het schilderij bevindt zich sinds 1987 in het Paul Getty Museum in Los Angeles, ver weg van Vlaanderen. Dit wandtapijt heb ik ooit al gezien in het Roger Raveel Museum in Machelen-aan-de-Leie, toen daar in 2009 een tentoonstelling liep waar Raveel en Ensor met elkaar geconfronteerd werden. Het is vervaardigd in 2008, en zo hebben we toch tenminste een surrogaat voor de echte intrede. En het is best het bekijken waard: het is een getrouwe kopie.


De intrede van Christus in Brussel, wandtapijt, 2008

De Ensorcollectie van het Mu.Zee is behoorlijk rijk: de liefhebbers kunnen er best aan hun trekken komen. Want Ensor is een Grote Schilder, met hoofdletters, zeker weten!

Geen opmerkingen: