Maar ik dus met drie anderen naar Kenia: 4,5 dagen safari, 2,5 dagen uitrusten en op krachten komen in een strandhotel aan de Indische Oceaan, dertig kilometer ten zuiden van Mombassa. En dat langzame uitbollen voor de terugkeer is voor min of meer andersvaliden echt geen luxe. Mooie formule vond ik het.
Van Kenia zelf zie je in feite niet zoveel: je bent vier dagen in 'National Parks' om de fauna te spotten, weg van dorpen en steden, en het strandhotel ligt ook een eind weg van waar de modale Keniaan zich thuis voelt. Je kunt het gewone Kenia alleen zien op de 600 kilometer lange weg Nairobi-Mombassa. Op een gegeven moment moet je dan rechtsaf naar het 'Amboseli National Park', maar enige indrukken heb je dan al wel opgedaan. Onze eerste halte was het dorp Emali: tanken, water voor de ritten in het park opslaan, en sanitaire stop. Dat laatste viel op zichzelf wel tegen: Franse wc's stonden te onzer beschikking, dus het werd 'waar alle vrouwen hun plas ophouden' zoals Herman van Veen ooit zong. En voor het grote werk drongen de heren ook niet aan. De volgende halte was beter uitgerust.
Het dorp ziet eruit zoals je dat kent van tv-beelden: rommelig, niet echt verzorgd, mensen die kennelijk geen echte bezigheid hebben. Een gebouw dat misschien ooit een hotel is geweest, lijkt op de gelijkvloerse verdieping meer op een verzamelplaats van allerlei afval, en de rest ziet er ook niet echt riant uit: vuilniszakken aan de zijgevel. Het gebouw heet wel met enige trots 'New Grand Regency'! Vergane glorie denken we dan maar.
New Grand Regency
Ervoor zitten twee mannen, een op een bank, de andere op een plastic stoel, onder een grote parasol - 'King's Collection! - onbestemde waar te verkopen, maar niet met overdreven ijver: zijn het schoenen, riemen, bordern of potjes met kruiden? Onze chauffeur vertelde ons dat werkloosheid een groot probleem is in Kenia: deze twee mannen schijnen er een illustratie van te zijn.
The King's Collection
Een aantal winkeltjes op een rij maken het beeld van de plaats compleet: je vindt er een kapsalon, er worden matrassen verkocht, een zaak heet 'The Place Computer Services, een 'chemist' is er ook, maar het is nog te vroeg op de dag voor veel activiteit.
Nog slapende winkelbuurt
De mooiste zaak is een nogal grote souvenirshop: beeldjes, doeken met Keniaanse tekeningen en motieven, er is wel wat te vinden, dat wel. Maar we kopen nu nog niks, zo helemaal in het begin van onze reis: er komt nog gelegenheid genoeg, menen we. Hoewel datniet echt zo uitpakte.
Keniaanse souvenirshop
We gaan echter voor de nationale parken, waar we 'the big five' willen zien. En bij het buitengaan van de winkel krijgen we meteen al een zeer gunstig voorteken, een goed zichtbare voorsmaak: neen, geen verdwaalde katachtige, maar een doodgewone huiskat die drie jongen zoogt! Wat kan er nu nog mislopen, de goden, Keniaanse en alle andere zijn kennelijk met ons! Welaan dan, laat de olifanten, buffels en echte katachtigen maar komen, wij zijn er klaar voor.
Het voorteken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten