dinsdag 24 juli 2018

Michaelina Wautier in het Mas - I

2018 staat in Antwerpen in het teken van de barok: Rubens, Van Dyck, Jordaens, ze kunnen daar wel een en ander laten zien waar je speciaal voor naar de koekenstad rijdt. Het Mas pakt dan weer uit met iemand die me tot voor kort volkomen onbekend was, en ik zal de enige niet geweest zijn. Het gaat over een vrouwelijke schilder: Michaelina Wautier. Zij en de tentoonstelling kregen een goede pers, dus ik wist dat ik er naartoe moest. En ik heb het me niet beklaagd.

Michaelina Wautier is geboren in Bergen in 1604, als enige dochter in een welstellend gezin met 9 kinderen. Vanaf 1645 vestigt ze zich met haar broer Charles, die ook schilder is, in Brussel, en met zijn tweeën bouwen ze daar een atelier uit. Zij was als schilderes actief van haar 39ste tot haar 55ste. Ze is wel 85 geworden, dus gestorven in 1689: haar leven bestrijkt dus omzeggens de hele 17de eeuw.

Zij  is een meester in het portret, maar ze maakte ook historische doeken en genrestukken: ze had best wat pijlen op haar boog, ze wordt dan ook de leading lady van de barok genoemd. Haar zelfportret trekt meteen de aandacht: ze kijkt de toeschouwer zelfbewust aan voor een ezel waaraan ze aan het werk is, ze toont zich duidelijk als kunstenares. Haar kraag is een beetje losjes, in haar rechterhand een penseel, in haar linkerhand haar palet en nog een aantal penselen. Waardig zit ze daar, ze is niet zomaar eender wie. Een overtuigend visitekaartje geeft ze met dit werk af. Hoewel, kaartje: zo klein is haar portret niet.


Zelfportret, olie op doek, 120 x 102 cm

'Twee bellenblazende jongens' lijkt op het eerste gezicht speels, maar dat is niet zo. Dit is de tweede versie van dit werk, door Michaelina zelf geschilderd, of door iemand uit haar omgeving. Dit schilderij gaat over de vergankelijkheid: wat bestaat er nog korter dan zeepbellen. Links op tafel staat een bijna opgebrande kaars, en daarvoor ligt een schedel. Het versleten boek daarnaast wijst ook al niet op veel duurzaamheid.  Wat op het eerste gezicht kinderspel lijkt te zijn, wordt door de symbolen dodelijke ernst. Over vanitas gaat het hier, over vergankelijkheid en onze sterfelijkheid.


Twee bellenblazende jongens, olie op doek, 90.5 x87 cm

Mooi is ook de 'Pijprokende jongen': dit schilderij zou kunnen horen bij een reeks over de zintuigen, in dit geval de reuk. Ook dit werk is moraliserend: rook is zo verdwenen, vluchtig. Dat een jongen rookt: in de 17de eeuw geloofde men dat roken in zekere mate goed was voor de gezondheid.


Pijprokende jongen, 1656, olieverf op doek, 68,5 x 58,5 cm

Het grootste schilderij op deze tentoonstelling is ongetwijfeld de 'Triomf van Bacchus', de god van de wijn en meer dan het goede leven. Het lijkt me dat een of andere sater met bokkenpoten Bacchus die al zeker genoeg heeft gehad, verder kruit. Ondanks haar ongetrouwde staat kende Michaelina de mannelijke anatomie zeer goed: waarschijnlijk kon ze de modellen bekijken in het atelier dat ze samen met haar broer had. Want een vrouw die naakte modellen tekende en schilderde, dat was zeer problematisch in die tijd.

Rechts staat een vrouwenfiguur: dat zou weer een zelfportret van de schilderes zijn, ze lijkt in ieder geval treffend op het eerste zelfportret. Zij neemt niet deel aan het bacchanaal: zij staat daar kennelijk boven. Toch permitteert ze zich een frivoliteit: haar linkerborst is naakt. Een kwezel zal ze zeker niet geweest zijn.


Triomf van Bacchus, olieverf op doek, 270 x 354 cm

En dan moet ik het nog hebben over haar portretten en religieuze taferelen. Vreemd, maar goed dat Michaelina Wautier nu pas deze aandacht krijgt.

Geen opmerkingen: