We lopen de stad in via de Porte Saint-Nicolas, een triomfboog gebouwd onder Lodewijk XV: een in alle opzichten een grijs bouwwerk. Eventjes verder wordt onmiddellijk duidelijk dat ik me hier thuis zal voelen: 'Domus' afficheert zich als de plek waar je moet zijn voor hulp en bijstand. Het is een 'service pour la mobilité et l'autonomie': waar had ik beter terecht kunnen komen? Vlak tegenover het pand bevindt zich een parkeerplaats voor gehandicapten: tijdens de drie dagen dat we hier waren heb ik er nooit iemand zien staan die er niet mocht zijn. Het flauwe cliché 'Franse slag' wordt hier kennelijk niet toegepast.
Eventjes verder aan dezelfde kant van de straat staat la mairie, het stadhuis: een imposant, solide gebouw uit de zeventiende eeuw, een voormalig ursulinenklooster uit de tijd dat om goed te zijn de kerk nog veel te sterk en te rijk was, om Wannes van de Velde min of meer te citeren. Een ruime esplanade maakt het belang van de echt Franse mairie (evenwichtig, rationeel, klaar en helder) echt wel duidelijk.
Klassiek Franse mairie
We lopen verder naar het centrum door deze rue de Lorraine, en in de eerste zijstraat aan de linkerkant (rue Rousseau-Deslandes) vinden we een Romaans huis: de gelijkvloerse verdieping met aftandse poorten is niet om aan te kijken, maar de eerste etage heeft wat kennelijk heet 'driepasbogen', en die maken de gevel toch wel mooi en merkwaardig.
Romaans huis met affreuze poort
Op het einde van de rue de Lorraine kom je aan de place Monge: hier begint het echte centrum. Die Gaspar Monge heeft natuurlijk zijn standbeeld op het naar hem genoemde plein: hij was een Beaunois (1714-1818) die als zoon van een marktkoopman een uitmuntend wis- en natuurkundige werd, hij is zelfs de stichter van de 'Ecole polytechnique' in Parijs, was tijdens de Franse revolutie minister van marine en heeft deelgenomen aan de expeditie in Egypte. Achter hem staat het veertiende-eeuwse belfort, best een bezienswaardig gebouw: de torenspits is opengewerkt, de klok is dan ook zichtbaar. Helemaal zoals je dat in de Provence kunt zien is het niet, maar typisch Frans lijkt het me duidelijk
Gaspar Monge bewaakt door het belfort
Maar aan het echte 'pièce de résistance' moeten we nog beginnen: L'Hôtel-Dieu, anders gezegd, les Hospices de Beaune: de Bourgondische versie van het Brugse Sint-Janshospitaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten