zondag 30 september 2018

Antwerpen Barokjaar 2018 - Sint-Pauluskerk, schilderijen

Bij de Sint-Pauluskerk hoorde indertijd ook een dominicanenklooster, en die dominicanen waren echte voorvechters van de contrareformatie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat boven de biechtstoelen aan de noorderzijbeuk de '15 Mysteriën van de Rozenkrans' hangen, vijftien schilderijen met taferelen uit het leven van Christus en Maria: daar is van 1617 tot 1620 door de beste Antwerpse kunstenaars aan gewerkt. De reeks begint met de aankondiging aan Maria en eindigt met haar tenhemelopneming. Dat die werken daar niet hingen voor het esthetisch genot van de kerkgangers, zal duidelijk zijn. Een groot didactisch middel waren ze: ze toonden de waarheden waaraan de mensen moesten geloven en waaraan ze zich te houden hadden. En voor elk van die schilderijen konden ze tien Weesgegroetjes bidden, ter vermeerdering van hun godsvrucht en ter versterking van hun geloof. 

Ondertussen kun je ze daar nog altijd bewonderen, want het zijn geen prutswerkjes. Van Cornelis de Vos hangt er een 'Aanbidding der herders': het volle licht valt op het Christuskind en zijn moeder vlak boven hem, links zorgt de herderin met wit hemd en schort voor het tweede lichtpunt (en evenwicht in het schilderij), en centraal boven vormen de engeltjes het derde. De vier herders in het midden en de vrouw naast hen zijn donkerder, en de man achter Maria is als het ware een achtergrondfiguur. Het lam midden op de voorgrond verwijst natuurlijk naar de herders, maar net zo goed is dat het Lam Gods. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat De Vos het werk van Caravaggio gekend moet hebben. Een mooi en geslaagd doek vind ik het zeker.


Cornelis de Vos, Aanbidding der herders

Van Rubens is de 'Geseling van Christus': twee forse figuren zet hij neer. De gespierde beul haalt met volle kracht en overtuiging uit om zijn karwats meedogenloos op de naakte rug van de Heiland neer te laten komen: spanning en geweld. De rest van het schilderij blijft eerder vaag, het doet er in feite niet toe.

D

Rubens, Geseling van Christus

Antoon van Dyck heeft de 'Kruisdraging van Christus' opgeleverd, maar van een kruis is echt niet veel te merken. Christus lijkt net gevallen te zijn, en de man achter hem houdt hem aan zijn schouders vast om hem weer recht te krijgen. Jezus kijkt zijn moeder hulpeloos en smekend aan: verlos me van deze beproeving, lijkt hij te vragen. Maar natuurlijk is zij, net als de man naast haar, volkomen machteloos. De anderen, die Christus naar Golgotha moeten brengen, kennen geen mededogen, en gaan zonder scrupules met hun wrede bezigheden voort. Drama en geweld: barok uit de boekjes.


Antoon van Dyck, Kruisdraging van Christus

De 'Kruisdood van Christus' is van Jacob Jordaens: werk van een protestant in een katholieke kerk! Rechts van het kruis twee huilende vrouwen, Martha en Maria Magdalena zou ik denken. Links Maria en Johannes de Evangelist die ontzet naar het gelaat van de dode Heiland kijken, verslagen zijn ze.


Jacob Jordaens, Kruisdood van Christus

Iets voorbij de '15 Mysteriën' hangt nog een 'Aanbidding der herders', een Rubens uit 1609. Het is veel groter dan de doeken van de 15 Mysteriën, en de schilder had dus ook veel meer plaats om alles eens goed in de verf te zetten, wat hij dan ook met bravoure gedaan heeft. De compositie op zichzelf is de moeite waard: als je je blik laat vertrekken bij het hoofd van Maria, hem dan laat zakken op het Christuskind, dan naar links gaat en zo omhoog, dan kom je tenslotte uit bij de engelen in de hemel, vlak boven het hoofd van de Moeder Gods: een perfecte cirkel vol beweging is dat. Je ziet het gelukzalige gezicht van Maria, twee herders die vol vreugde glimlachen, een herder die opkijkt naar een collega met de blik van 'Zie je wat hier gebeurd is?', en helemaal van boven twee engeltjes die op de kleine Jezus neerkijken en even gelukkig zijn. Beweging, dynamiek en emotie: wat wil je nog meer. Die 'Aanbidding' van Cornelis de Vos vond ik ook best geslaagd, maar als je dit dan ziet, merk je het verschil tussen een talent dat er mag zijn en een wereldtoptalent. Schitterend werk is dit!


Rubens, Aanbidding der herders, 1609

Het is eigenlijk ongelooflijk dat werk van onze grootste kunstenaars, Rubens, Van Dyck, Jordaens, zomaar in een kerk te bekijken is. En Cornelis de Vos en anderen mogen ook best gezien worden. 'Antwerpen Barokjaar 2018' heeft die terecht nog eens onder de grote aandacht gebracht. Vlaanderen zou voor zulke werken 'in situ' best heel veel zorg dragen, vind ik.




zaterdag 29 september 2018

Antwerpen Barokjaar 2018: Sint-Pauluskerk, biechtstoelen

'Antwerpen Barokjaar 2018' is ook te beleven in een aantal kerken in de stad. Zeer interessant is in dat verband de Sint-Pauluskerk aan de Veemarkt: een gotisch gebouw is het, maar binnen viert de barok hoogtij. Overvloedig daglicht vult het hele interieur: de eerste aanblik is zonder meer prachtig. Wat onmiddellijk opvalt zijn de twee rijen biechtstoelen, vijf aan de noorderzijbeuk, vijf aan de zuiderzijbeuk, kerkmeubilair in de zuiverste barok: je wordt er gewoon door van je sokken geblazen, dat wil zeggen: ik toch. De bedoeling was in ieder geval dat hier zeer veel gebiecht werd: wat kon de contrareformatie in de beslotenheid van de gesprekken tussen priester en boeteling allemaal niet te weten komen, over opvattingen van de mensen, over zuiverheid in de leer, over deugdzaam en minder deugdzaam leven? Je zonden werden wel vergeven, maar ondertussen functioneerde dit sacrament ook als controleinstantie, dat zat er natuurlijk ook heel zeker in. Maar dit heeft natuurlijk niets met barok an sich te maken.


De vijf biechtstoelen aan de zuiderzijbeuk

Zeer barok, laatbarok wordt hij in het gidsje 'Barok genot' genoemd, is de biechtstoel met Albertus Magnus en de Heilige Rosa van Lima. Voor mij gaat het bijna al om rococo: er is niet op nog een krulletje meer gekregen, de kunstenaar moet heel zeker geweten hebben wat 'horror vacui' was. De beeldhouwer zou Willem I Kerricx zijn (1652-1719). Druk is het wel, maar toch vind ik het mooi, 'flabbergasting' om het in het Engels te zeggen. Albertus Magnus is een dominicaan die de eerste Sint-Pauluskerk inwijdde, maar lijkt hier de gelovigen op te roepen om te komen biechten. Aan de rechterzijde staat de Heilige Rosa van Lima, die ik toevallig een paar weken geleden heb leren kennen: in een gids over Peru, waar ik volgende week heenreis. Zij wilde tegen de zin van haar ouders niet trouwen, maar wijdde haar leven als dominicanes aan God, leefde streng, zelfs met zelfkastijding, en deed veel voor de armen. Ze leefde maar kort: van 1586 tot 1617. De dag van haar dood (30 augustus) is een belangrijke feestdag in Peru; zij was de eerste Latijnse vrouw die heilig verklaard werd. Links en rechts van het zitje van de biechtvader staan nog twee engelen: de linkse stelt de 'zagtmoedigheyd' voor, de andere de 'boetveerdigheyd'. Boven de biechtvader zie je nog Christus die de boetelingen dichterbij wenkt, naast hem twee kleinere engelen, onder zijn voeten twee putti. Het vraagt behoorlijk wat tijd en aandacht eer je deze beeldengroep gelezen hebt, maar de boodschap is duidelijk, zoveel is wel zeker. De groep heet overigens 'Het laatste oordeel'.


De biechtstoel met Albertus Magnus, Zagtmoedigheyd, Boetveerdigheyd en de Heilige Rosa van Lima

Maar niet alle biechtstoelen zijn zo druk: je ziet ook beelden die voor een nauwelijks versierde wand staan: een Heilige Petrus bijvoorbeeld, met de sleutel van de hemelpoort in zijn linkerhand, en aan zijn voeten de haan die driemaal zou kraaien voordat het weer dag werd.


De Heilige Petrus

Of Sint Lucas  de evangelist, met in zijn rechterhand het boek dat hij zelf geschreven heeft. Zijn symbool, de adelaar, komt kijken van achter de sokkel waarop Lucas staat: aan tekenende details ontbreekt het hier niet.


Sint Lucas de Evangelist


Ook barok, maar veel soberder

Maar niet alleen voor de biechtstoelen is Sint-Paulus in Antwerpen de moeite waard: er hangt ook meer dan een schilderij dat de aandacht verdient. Daarover heb ik het nog.

dinsdag 25 september 2018

Hoogstraten: twee engelen en Catharina

In de Sint-Katharinakerk van Hoogstraten is behoorlijk wat kunst te zien. Twee beelden vind ik bijzonder mooi: in de noorderkruisbeuk staan twee engelen, eiken beelden van ca. 1460-1480. De herkomst ervan is niet zeker: sommigen houden het op Brabant, anderen op Brugge. 'Hun fysionomie is in de trant van Hans Memling en Hugo van der Goes'. De eerste vermelding van de twee engelen dateert uit 1540: J. de Brouwer wordt vergoed 'van d'engelen te repareren'. In hun linkerhand houden ze allebei een 'wierookscheepje' vast, een woord dat ik nog nooit was tegengekomen. Dat voorwerp bevat wierookkorrels, die met een schepje in het wierookvat worden gelegd. Met hun rechterhand maken de twee een zegenend gebaar. De engel links van het kruis meet 1,23 meter, de andere 1,16 meter. Ze hebben een natuurlijke houding, de plooival van hun gewaden is zeer natuurlijk, de uitdrukking van hun gezicht zeer sereen.

(Bron: De Sint-Catharinakerk te Hoogstraten, Roeland de Ceulaer, Gent, 1988 - Inventaris van het kunstpatrimonium van de provincie Antwerpen, deel 2 - Dat boek ligt sinds kort ter inzage van de kerkwachten, in het kleine bureautje waaraan we zitten als we de kerk in de gaten houden: zeer interessant werk is dat.)


De engel van 1,23 meter


Detail van dezelfde


De engel van 1,16 meter

In deze kerk kan een beeld van de Heilige Catharina natuurlijk niet ontbreken: ene N. Daems is er de maker van lees ik in het al geciteerde werk. N. Daems, dat ik zeker Napoleon Daems, denk ik, die naam ben ik al eens eerder tegengekomen. En inderdaad, hij is het. Hij is bovendien een Turnhoutenaar, geboren in 1852, overleden in 1939. Hij is met zijn beeldhouwkunst niet wereldberoemd geworden, wat niet wegneemt dat er werken van hem staan van in Aarlen tot in Weelde, en in Luik, Brussel, Antwerpen en natuurlijk in Turnhout: vooral voor kerken heeft hij gewerkt, biechtstoelen, beelden, altaren.

Zijn Catharina is echt wel neogotisch: een eerder lange figuur, met de nodige symbolen: palmtak van de martelares, rad en zwaard als marteltuigen. Maar het is een zeer statisch beeld, niks beweging zit erin. Haar gezicht heeft ook geen enkele expressie, het lijkt bijna een wit masker. Als Turnhoutenaar zou ik nog positief bevooroordeeld kunnen zijn, maar ik vind er niets aan, aan dit beeld, helaas. Als je dan naar die twee engelen kijkt, hoeveel leven daarin zit, dan weet je meteen dat de anonieme maker van die stukken veel meer kunstenaar was dan Napoleon Daems. Echte gotiek overtreft de neogotiek: het origineel is altijd beter dan de navolging, zeggen we dan maar.


Napoleon Daems: de Heilige Catharina


Idem, detail

En originele kunstwerken vind je in deze kerk wel meer: een Fundgrube is het, je vindt er vaak iets dat je nog niet aandachtig bekeken had!

donderdag 13 september 2018

De Zoo alweer (2): vissen en twee klanknabootsingen

Er zijn veel mooie en interessante plekken in de Zoo, ongetwijfeld, maar een van de mooiste vind ik het zogenaamde rifaquarium: een koraalrif is daar geloofwaardig nagebouwd, en dat wordt bevolkt door talloze kleurrijke vissen en visjes. Er scherpe foto's van nemen is bijzonder moeilijk: altijd zijn ze in beweging, traagjes of sneller, ergens op gaan zitten om te rusten doen ze ook niet: een afmattend leven hebben deze dieren! Hoe rusten of slapen vissen eigenlijk? Toch heb ik er een kunnen 'vangen': een geelvindoktersvis. Van die doktersvissen zwemmen er hier een aantal variëteiten rond, maar waarom ze zo heten, dat weet ik niet. Ze behoren overigens tot de familie van de baarsachtigen. Het exemplaar op de foto is behoorlijk groot: in dit rifaquarium zijn de meeste vissen veel kleiner, zoals je kunt zien aan de twee andere die op de foto staan: rechtsonder een 'picasso doktersvis', en vlak naast de 'geelvin' eentje waarvan ik denk dat het een 'gestreepte vlindervis' zou kunnen zijn.


Geelvindoktersvis


Gestreepte vlindervis (?)

Eentje waar ik dus wel zeker van ben, is de 'picasso doktersvis': schitterende kleuren heeft die: blauw, geel, zwart, opvallen doet hij onmiddellijk, er een foto van nemen is moeilijker.


Picasso doktersvis (foto van het internet)

Niet ver van de ingang van de Zoo zitten een aantal inheemse vogels die je ook niet alle dagen tegenkomt. Je kunt er de tureluur zien, een strandloper. In het Vennengebied, aan de Kasteeltjes, heb ik er een aantal jaren geleden eens een waargenomen, niet gezien dus, maar gehoord: ongelooflijk hoe die vogel zijn eigen naam roept! En in de dierentuin kun je hem dus in levende lijve zien, wat ook leuk is. Ons adjectief 'tureluurs' lijkt me niet met de vogel in verband te staan: ze gedragen zich hier in gevangenschap eerder rustig.


Twee tureluurs


En nog eentje

Nog een inlander die je er kunt zien, is de grutto: die zit ook aan de Kasteeltjes en op een plas iets verderop, maar laat zich niet makkelijk fotograferen, schuw als die is. Maar die roept ook zijn naam, hoewel niet zo duidelijk als de tureluur. Hier in de Zoo laten die twee vogels zich niet horen: ze benoemen zichzelf niet, waarschijnlijk met het idee: er hangen toch naamplaatjes aan de kooi, mensen moeten maar de moeite doen om te lezen.


Grutto

En zo kom je van tropische vissen naar Kempische weidevogels: alle dieren groot en klein vind je hier. Niet allemaal, dat ook weer niet, maar toch veel.

woensdag 12 september 2018

De Zoo alweer: twee beelden, twee dieren

Niets zo makkelijk als een abonnement op de Zoo: voor 85 euro kun je er een heel jaar naartoe, en je hoeft niet alles in een bezoek gezien te hebben, want nog eens komen is een kleine moeite en een groot plezier als je een vierjarig kleinkind bij je hebt. En je ontdekt weer andere dieren, en beelden die je de vorige keren niet opgevallen waren.

Zoals bij de toegang tot het vlinderpaleis: een mantelbaviaan grijnst je daar met al zijn agressiviteit vervaarlijk aan. Hij is een omnivoor: vruchten, wortels en scheuten eet hij, en ongewervelden. Je zou van hem niet het angstaanjagende gedrag verwachten waarmee hij hier is afgebeeld, maar wat doet een beetje baviaan als zijn harem wordt bedreigd, of als hij als alfamannetje zijn dominantie dreigt kwijt te geraken? Dit beeld geeft zijn aanvalshouding prachtig weer: hij steunt op zijn achterpoten, klaar voor de sprong, zijn rechtervoorpoot houdt hij klaar om ermee uit te halen, en zijn muil spreekt boekdelen, dat wil zeggen: een afgrijselijke kreet stoot hij uit. Het beeld is een werk van Jaap Kaas (1898-1972), en is in 1973 aan de Zoo geschonken. Zeer overtuigend vind ik het.


Jaap Klaas, Mantelbaviaan (1938)

Aan de andere kant van de Zoo is een 'Zittend everzwijn' te zien. Het is een replica van een beeld uit 1612 van Pietro Tacca (1577-1640), merkwaardigerwijze hetzelfde geboorte- en sterftejaar als P. P. Rubens. Die Tacca werkte in Florence voor de familie De Medici, en was in zijn tijd behoorlijk bekend. Imposant is het wel, dit rustende everzwijn.


Pietro Tacca, Zittend everzwijn, 1612, replica

Je kunt natuurlijk ook beelden maken van levende dieren, foto's heten die dan. In het vlinderpaleis is fotograferen nogal moeilijk: als de diertjes vliegen, kun je het vergeten, en als ze stilzitten, houden ze hun vleugels gesloten, zodat je de mooiste kleuren mist. Maar eentje heeft mijn dochter toch mooi vastgelegd: een papiervlinder, waarvan het verspreidingsgebied in Azië te vinden is: China, Maleisië, Filipijnen en Indonesië. Ze zijn overigens best groot: de spanwijdte van de vleugels bedraagt 15 centimeter. Eerder traag vliegen ze: na een start met een paar vleugelslagen gaan ze over tot glijvlucht. Maar ze zijn giftig, en veel dieren die hen op zouden willen eten, kunnen dat maar matig appreciëren: de evolutie vindt er altijd wel iets op.


Papiervlinder

En nijlpaard ligt te zonnen en verder alleen maar gewicht te wezen.


Wat me nog doet denken aan een gedicht van Herman de Coninck. Dat gaat zo:

             Een hippo-poel vol oortjes, meer zie je niet.
             Af en toe hoor je iets bilabiaals, pffft of zo. Uit hun
             meterbrede lippen klinkt dat als een lichte bries.

             Met hun duizend kilo staan ze een beetje te drijven,
             staan ze een beetje aan te schuiven aan hun stijve,
             hectaren nijlpaard schuren tegen hectaren nijlpaard.

             Het lijkt te lui voor seks, maar ik wou dat ik het kon.
             Tot er midden in de eeuw wordt geëjaculeerd:
             beton wordt volgeschoten tot gewapend beton.

Maar dat dier op de foto is te lui voor seks, en het midden van de eeuw: of het dat haalt?