dinsdag 16 februari 2010

Man bijt hond



De Warande: cultuur achter lover

 


 Sta ik met enige concentratie een dvd uit te zoeken in de bibliotheek van 'De Warande', word ik plots aangesproken door een jongeman, van wie ik eerst dacht dat hij een oud-leerling was die ik niet herkende, maar dat klopte niet, ik herkende hem niet omdat hij geen oud-leerling was, ik had de man nog nooit gezien, en geef toe, dan wordt herkennen moeilijk. Hij heeft een A4-tje bij zich waarop een aantal titels van boeken, vraagt of ik er daarvan misschien een paar gelezen heb, ja de meeste wel antwoord ik, en of ik daar dan weer de korte inhoud van kan navertellen, 't is voor een rubriekje in 'Man bijt hond', dat ik nooit gezien heb, ja op donderdag komt dat altijd legt hij verder uit, a ja dat is mijn avond uit, dan geef ik 's avonds niet thuis, maar deze week waarschijnlijk wel want het is vakantie, en zo word ik met rolstoel en al meegetroond naar de 'Blauwe Zaal' in de kelderverdieping van 'ons' provinciaal cultureel centrum, alwaar de Woestijvismedewerkers een kleine opnamestudio geïmproviseerd hebben, re-alwaar ze me op een stoel, achter een camera en onder een micro installeren, en zo ben ik op een mum van tijd klaar voor een 'optreden'.

Over 'De avonden' van Reve wil Kristof, mijn interviewer, een en ander weten: laat dat boek nu in '47 gepubliceerd zijn, in mijn geboortejaar met andere woorden. Dat schept een band natuurlijk: zooo lang geleden heb ik dat boek nog niet gelezen, ik heb het over een na-oorlogse generatie die last heeft van ontworteling, vervreemding, over de schrijver die worstelt met zijn identiteit en geaardheid, en ik begin als het ware een beetje les te geven: de leraar sterft nooit. Charles Dickens' 'Oliver Twist' komt aan bod, 'Anna Karenina van Tolstoi, de warme empathische auteur par excellence, zonder ooit klef of sentimenteel te zijn. Eigenlijk voel ik me in mijn element: ik heb al wel eens een boekje gelezen, wat meer is, er over onderwezen. Jongelui leesplezier benomen, ontnomen zelfs? Ik hoop van niet: het zaad gaat alleen verloren als het op de rotsen gegooid wordt, maar ik heb altijd het gevoel gehad dat een behoorlijk deel van het land best vruchtbaar was.

'Alleen op de wereld' van Hector Malot passeert dan de revue: ik kan enkel deemoedig zeggen dat ik dat niet gelezen heb, maar mijn kinderen wel: ik heb dus vier alibi's. En dan, eerste 'plat de résistance', een kleine stap voor 'Man bijt hond': Shakespeares Hamlet. Waarom Shakespeare nog ter zake doet, wil Kristof weten. Omdat het niet om het verhaaltje gaat, - ook niet in MacBeth of King Lear - niet over de feiten of de datums. Dan kun je beter een krant kopen: staat vol feiten en de datum is dag na dag uiterst actueel. Het gaat om belangrijke aspecten van de 'condition humaine', menselijke doelen en ambities die ad absurdum worden nagestreefd, menselijke 'eigenschappen' die alle menselijkheid verwoesten wanneer ze ad infinitum nagejaagd worden: heerszucht, hebzucht, macht, egocentrisme.

Komt een tweede bord dat 's mensen weerstand aanzienlijk versterkt: 'De Kapellekensbaan' van L.P. Boon himself. Dat ik dat nog mag meemaken: hoe gedreven ik daar ooit les over gegeven heb. Ik laat Ondineke opduiken, Tippetotje de schilderes, Johan Jansen, Meneer Colson van 'tminnesterie', professor Spothuizen, dat wil zegen mijn oude prof Uyttersprot, het verhaal van Ysengrim de Wolf komt weer kijken, de op- en neergang van het socialisme dat als een kuip mortel van de steiger kwakt, de heilige verontwaardiging van Boon, de vier voornamen van mijn zoon: Jasper Louis Paul Toon, want een mens hoort niet altijd serieus te zijn, liefst niet bij voorkeur. Je kunt niet heel je leven de mensen een geweten schoppen: zeer vermoeiend en frustrerend moet dat zijn. Boontje wist dat zelf ook, helaas. Helaas te laat.



Kapellekensbaan, Erembodegem, Aalst

Na drie kwartier is het interview afgelopen, en dat waarschijnlijk voor een zinnetje in 'Korte inhoud' van 'Man bijt hond'. Maar ik heb ervan genoten, bij het afscheid tegen Kristof  zeggend 'ik heb de laatste jaren zelden zo lang les gegeven'. Een uitdaging was het, dit kleine fait divers, zeer aangenaam vond ik het. Met een jonge man die geen enkele domme vraag heeft gesteld, die meer dan een beetje op de hoogte was. En zeer leuk is het om zo 'à l'improviste' weer eens over je eigen bedrijf bezig te kunnen zijn. Tot slot heb ik de Woestijnvisser mijn compliment gemaakt: goede leerlingen moet je aanmoedigen om ze beter te maken, heb ik hem ook nog toevertrouwd.

Schoolmeesters! Leer ze me niet kennen... Hoewel...

maandag 8 februari 2010

Bompa op de nieuwjaarsreceptie van sp.a

De Tunhoutse sp.a-afdeling respecteert zichzelf en de traditie en bouwt zoals het hoort elk jaar een nieuwjaarsreceptie: ze doet dat merkwaardigerwijs steevast op de eerste vrijdag van februari, wanneer het jaar al een beetje leeftijd heeft, en alcoholcontroles niet meer zo 'hot' zijn, zou iemand met een slecht karakter kunnen vermoeden. Het was een leuke receptie dit jaar: we zitten in de coalitie, kunnen iets meer doen dan beleefd oppositie voeren, weten iets beter hoe de zaken in de lokale cenakels van de macht (oep de mert) erbij staan en lopen, kortom de sfeer druipt niet van pessimisme en gevoelens van onmacht.

Een aantal leden werd ook gevierd voor 10, 25 of meer jaren, of bijna levenslang lidmaatschap. Die laatste categorie telde drie mensen met bijzondere verdienste: Jeanne Adriaensen, Paul Huybrechts (haar echtgenoot) en Swa Van Gael. Zij kregen na de proclamatie nog een extra applaus voor hen alleen: terechte en algemene appreciatie van de afdeling. En een deel van de harmonie bezette een strategische plaats van de zaal en speelde een tijd tot nut en vermaak van 't algemeen. Terzijde: ik heb het nogal voor fanfare- of harmoniemuziek: zoals koper kan klateren en mensen opgewekt kan maken! Maar daar gaat het nu niet over.

Het miniconcert begint en eindigt natuurlijk met de obligate 'Internationale', en ik wil met 'obligaat' geen zweem van negatieve connotatie uitdrukken. Wel integendeel: een strijdlied wordt het altijd genoemd, en dat is het ook, maar wat een feestelijke intro van de trompet! Aandacht is onmiddellijk getrokken en de sfeer vanaf de eerste noten trefzeker vastgelegd: of je wil of niet, de melodie neemt je meteen vast, neemt je meteen mee.


Heroïek zoals hij niet meer uitgebeeld wordt

Zo was dat ook bij mijn grootvader, 'Bompa', zoals wij hem in de jaren vijftig en later noemden. (Opa is in Vlaanderen pas veel later uitgevonden, dat wil zeggen van Nederland overgenomen). Bompa had een in die tijd een kruidenierszaak vlak bij de Hollandse Schuif, fruit en 'legummen' verkocht hij. Vader vertelde me dat Bompa op de eerste mei steevast in zijn winkeldeur ging staan om de stoet te zien passeren, en als de harmonie met de 'Internationale' voorbijkwam, biggelden de tranen over zijn wangen: zo diep zat het bij hem. In de periode voor en na de Tweede Wereldoorlog moet dat geweest zijn: ik heb het zelf nooit gezien of meegemaakt, ik was nog te klein.

De Hollandse Schuif voor de Tweede Wereldoorlog

Ik zit dat verhaal op de receptie tegen een vriendin-medesos te vertellen, en zowaar zomaar krijg ik een krop in de keel en mijn stem verdrinkt: mort subite de ma voix. Bij mij zit er ook iets zeer diep: de genen van Bompa.

Overigens heb ik het verhaaltje tot een goed einde gebracht.

donderdag 4 februari 2010

Zegswijzen en plastiek in dialect

Overvloedige kermis


Kurken ziel?


Je kunt best heel je beroepsleven overtuigd leraar Nederlands zijn geweest, van het Nederlands houden en het meer praten dan je dialect, maar de liefde voor je echte moedertaal, in mijn  geval Turnhouts, verdwijnt natuurlijk nooit. Waarom zou het ook: je moet je eigen wortels niet verloochenen.

Vriend Vic en ik gaan geregeld zwemmen, iets aan de gezondheid doen zoals dat heet, en nadien gaan we in alle eer, deugd en fatsoen voor de 'après-nage': je moet ook niet meteen overdrijven. Rozenbottelthee, cappuccino's en twee trippels maken het dan weer goed. En we praten dan over maatschappelijk belangwekkende dingen, dat wil zeggen: over wat ons bezighoudt. Af en toe duikt er dan een zegswijze in het dialect op: onze jeugd steekt dan weer eventjes de kop op. Leve de nostalgie! Zo bijvoorbeeld wanneer van een stoel opstaan iets moeilijker blijkt te zijn dan toen we twintig jaar waren. 'M'n arm benen, en me jonk lijf,/ nooit gewerkt en toch stijf!' verzuchten we dan. 'Nooit gewerkt': we hebben allebei een carrière in het onderwijs achter de rug. Zelfkennis is het begin van de wijsheid.

Of als je je niets aantrekt van wat iemand anders over iets zou kunnen denken: 'Dat ie denkt dat ie (ervan) zweet, dan heeft ie het warm': voorbeeldige mix van onverschilligheid en toch enige mate van bezorgdheid om iemands lichamelijk welbehagen.

Vic bracht een zegswijze van zijn grootmoeder in het gesprek: over eigendunk en te grote ego's hadden we het. Die oma, Rosalie van Oirschot (ong. 1890 - ong. 1965, van oorsprong Antwerpse, tijdgenote van mijn eigen grootvader), placht dan te zeggen: 'Een groot gedacht en een kurken ziel, en ge drijft boven'. Prachtig beeld: laconiek ontnuchterend en humoristisch tezelfdertijd, uitleg overbodig.

Het mooiste dat ik ooit gehoord heb, was een uitspraak van mijn eigen vader. Eind 1984, begin 1985 is dat geweest, dat weet ik heel zeker. Moeder, die haar laatste zeventien in een rolstoel had gezeten, was pas overleden, en vader zat met een aantal zaken die hij niet meer nodig had en die in de weg stonden. Die rolstoel heeft hij aan iemand uit de buurt gegeven. Hij vertelde hoe die man gereageerd had: zeer blij en opgetogen. Hij gebruikte toen een uitdrukking die ik nog nooit gehoord had: ik was 37 en taal was toch altijd mijn bijzondere interesse geweest. Ik weet nog heel precies hoe ik na zijn uitspraak vroeg: 'Wa segde gè naa?' Hij herhaalde wat hij gezegd had: ' 't Was kermis aan alle hoeken van ze gat!' Alsof Brueghel 400 jaar later nog eens iets zei! Zoek eens een gelijkaardige, even sterke zegswijze in ons beschaafd: ik zou ze niet kennen.

Maar dat zegt waarschijnlijk meer over mezelf dan over het Algemeen Nederlands. Hoewel: met authentiek dialect gaat helaas ook een cultuur verloren.