donderdag 9 april 2009

Certaldo - Turnhout (dag 5)

Meegebracht


Uit Volterra: 'Ombra di sera' en 'Donna del Santuario di Diana'


Uit Certaldo: Silvia Borgogni: L'albero del Fallo (De boom van de Fallus)


Uit Certaldo: keramiek: bord met 'la vendemmia' (de wijnoogst)


Slotwoord, amen, maar niet uit

's Ochtends in alle vroegte zien we dat het goede weer dat we voornemens waren mee naar België te nemen, hier al voor een groot deel verdwenen is: de zonneschijn van de vorige dagen heeft plaatsgemaakt voor een grijzige hemel. Het blauwe uitspansel is zeker al op weg het vaderland.

Alles verloopt vandaag voorspoedig, zoals we dat al heel onze reis gewend zijn. Jan voert ons met bekwame hand naar Pisa, op Ryan Air heb ik sowieso niets aan te merken, en na een vlucht zonder geschiedenis en een uitermate zachte landing (applaus van de passagiers) hebben we weer Belgische bodem onder de voeten. Wat een zaligheid? Nee hoor: het goede weer dat in Italië al voor ons vertrokken was, heeft kennelijk behoorlijk wat vertraging. Dat zagen we al toen we tijdens de landing naar buiten keken: autowegen glimmend van het nat, toen we nog wat lager waren opspattend nat achter auto's en vrachtwagens: met dat weer waren we dinsdag ook vertrokken. Home, sweet home!

Op Brussels South Airport valt de groep al uit elkaar: Marleen wordt door haar vriend opgehaald en samen spoeden ze zich naar Hasselt, Jan en Kris rijden op eigen houtje naar huis en Dieuwertje neemt in Charleroi de trein naar Gent, waar zij woont. Zo kan Annie met ons mee: Eva brengt haar dan van Turnhout naar Herentals.
Onderweg regent het pijpenstelen, en een regenboog is er vandaag niet bij: mistroostig weer zoals we dat hier al maanden kennen, we zijn in een wip geacclimatiseerd. En om half vier sta ik voor mijn voordeur: 'Addio a Certaldo, o bella terra pia' om een Italiaans lied te parafraseren. Moe maar voldaan, zoals het dan obligaat heet.

Zeer voldaan: het weer was uitstekend, de reis zonder meer prachtig, de groep van een kwaliteit om duimen en vingers af te likken. Wat mij betreft: zelden meegemaakt.
Bijgevolg, ergo en dus: een zeer warm woord van dank aan

Marleen, die goedlachs alles mogelijk maakte, en voor truffels en ontroering zorgde,
Annie, de onverwoestbare met haar goede humeur en leuke verhalen,
Dieuwertje, die mij perfect begeleidde en de groep zomaar voor zich innam,
Eva, actief en positief en no nonsense als altijd,
Francine, in rust en kalmte zeer genietend,
Jan, als bedreven chauffeur die ons in Toscane rondreed,
Kris, steeds benieuwd en tot verhalen bereid,
Moniek, de natuurlijkheid zelve en complexloos zichzelf,
Ulrike, de beminnelijke Europa in levende lijve, Oostenrijkse Nederlandse die in België woont en daar Italiaans leert.

Wij kijken uit naar volgend jaar. En misschien ga ik toch vroeger terug naar Siena.

dinsdag 7 april 2009

Certaldo - dag 4: middag, San Gimignano


San Gimignano: een modale middenstander en een echt rijke


De dom en een zeer rijke toren


Toscaanse kraai bewaart het overzicht

De volgende belevenis wacht op ons na de middag: San Gimignano. Dat ligt zo'n 20 kilometer van Volterra, en die afstand door het Toscaanse land is een feest voor het oog: het ene aantrekkelijke landschap volgt het andere op. Vanuit ons minibusje is foto's nemen helaas te moeilijk: ik ga wel eens op zoek op het internet.

In San Gimignano kijken ze niet op een torentje meer of minder: de stad wordt niet voor niets 'la città delle belle torri' genoemd. Van de 72 die er ooit waren, blijven er nu nog 14 over. De hoogte van de toren bewees de rijkdom van de eigenaar: in de middeleeuwen was dat daar dus een strijd om 'ik-wil-de-grootste-hebben', met robuuste stenen optreksels. Ik heb zelden het woord 'statussymbool' zo letterlijk geïnterpreteerd gezien. Indrukwekkend is het ondertussen nog altijd.

De dom bezoeken is een must: het is een Romaanse kerk uit de 11de-12de eeuw, in de 15de eeuw uitgebreid, en de voorgevel werd in de 19de eeuw vernieuwd. Binnen weer een stripverhaal avant la lettre: boeiende fresco's van Domenico Ghirlandaio, ook niet de kleinste naam: aan de linkerkant taferelen uit het Nieuwe Testament, aan de rechterkant staat het Oude Testament. Het is een grote zoekplaat geworden: welke schildering beeldt welk verhaal uit? De verschrikkingen van de hel, boven de uitgang, zijn zeer plastisch en huiveringwekkend. Leuke waarschuwing voor de gelovigen moet dat geweest zijn, als ze na de mis naar buiten schuifelden en zich weer in het aardse tranendal begaven. De clerus van vroeger had een zeer praktische fantasie en strategie, zullen we maar denken.

Handtassenwinkels trekken onze aandacht, niet zozeer de mijne, maar die van de meerderheid van het gezelschap: Dieuwertje vindt een best mooie. En we drinken nog iets op de 'Piazza della Cisterna', die zo heet omdat er een waterput in het midden van het plein staat. Ons terrasje heet trouwens originelerwijze ook zo, maar in plaats van water laten we ons een prosecco serveren: straks nemen we dan nog wel een douche, het water hoeft niet ongerust te zijn.

In Certaldo tenslotte duiken we 'Artesia' in, de 'bottega artigiana'. Vooral de keramiek is er zeer mooi: 'Armonia di Forme e Colori' zeggen de ansichten die de zaak speciaal heeft laten drukken. Voor mezelf kies en koop ik een kleurrijk bvord dat de wijnoogst (la vendemmia) voorstelt, voor de kinderen vier mokken: koffie drinken uit kleur zal het worden. De dames komen ook goed geladen naar buiten, zoals het hoort.

's Ochtends had ik in de enige libreria van Certaldo al een bloemlezing uit Boccaccio's Decamerone gekocht: 'Medioevo e Francigena nel Decameron di Giovanni Boccaccio. Het bevat ook 'Anedotti, ricette en curiosità'. Je kunt geen leven lang literatuur onderwezen hebben, en dan aan een van de de bronnen ervan niet gaan drinken, vind ik. De gekozen verhalen zal ik in het Italiaans kunnen lezen, echter niet dat uit de 14de eeuw, want dat zou te moeilijk zijn, vrees ik.

Zo trekken naar ons laatste avondmaal: het wordt vroeger besloten dan de andere dagen, want morgen moeten we er vroeg uit om op tijd terug naar huis te gaan. 'Peccato, peccato' vinden we dat, maar geen enkele kermis duurt wekenlang. En we zijn van plan het goede weer mee te brengen, puur uit vaderlandsliefde.

maandag 6 april 2009

Certaldo - dag 4: ochtend, Volterra


Straat met luchtbrug in Volterra


Het baptisterium: de ruimte


Het baptisterium, Marleen en Brahms' Wiegenlied

Op deze in feite laatste dag staan ons drie dingen te wachten: eerst een bezoek aan Volterra, want dat is het verst van Certaldo, dan San Gimignano, dat op de terugweg ligt, en tenslotte in Certaldo zelf 'souvenirs' gaan zoeken.

In de reisgids lees ik dat Volterra een van de mooiste steden van de Etruskische federatie was/is, het verbond van steden die Toscane regeerde voordat Scipio daar in 298 v.C. een einde aan maakte. Ik ben bijgevolg benieuwd. De 'Piazza dei Priori' (wat bij ons de Grote Markt zou zijn) heeft zijn middeleeuws uitzicht echt goed bewaard. Overigens mogen alleen stadsbewoners met de auto in hun eigen Volterra: alle anderen dienen een parkeerplaats aan de rand van de stad te zoeken. De eigenheid van het stadje wordt goed beschermd. Het 'Palazzo dei Priori' dateert uit de 13de eeuw, en is het oudste van Toscane. De 'duomo' gaan we niet binnen, maar vlak ertegenover ligt een achthoekig baptisterium (doopkapel) dat heel erg de moeite waard is: het heeft een gevel met marmeren inlegwerk uit de tweede helft van de 13de eeuw: Volterra lijkt wel zeer oud. Voor zover ik weet zijn alle baptisteriums in Toscane achthoekig: ik zou eens moet uitzoeken hoe dat komt, die achthoekigheid bedoel ik.

In het baptisterium, dat een karig versierd interieur heeft, beleven wij een van de mooiste momenten van de reis. De akoestiek is er bijzonder: de klank wordt versterkt zonder dat hij weergalmt of dat er storende echo's te horen zijn: echt zuiver en puur. Marleen, die 'voller Singfreude' is, merkt dat en vraagt ons: 'Wil ik eens iets zingen?' Natuurlijk, Marleen, als wij maar moeten luisteren, zeggen wij niet eens, zij laat zich niet pramen en zet het 'Wiegenlied' van Johannes Brahms in. Dat klinkt zo helder en klaar als kristal, zo toonvast als een nooit falende stemvork, en hoewel het nog voor de middag is, raakt 'Guten Abend, gut' Nacht' ons zeer. Moniek is tot tranen toe geroerd (daar is Stendhal weer een beetje!), en ik krijg een heus kippenvelmoment, zoals dat nieuwerwets maar commercieel en al clichématig heet: het klinkt zo mooi 'dats mochte ontfarmen enen stene', zoals de Middelnederlanders gezegd zouden hebben.

Dit zong Marleen vol gevoel en overgave:

Guten Abend, gut' Nacht,
Mit Rosen bedacht,
Mit Näglein besteckt,
Schlupf unter die Deck':
Morgen früh, wenn Gott will,
Wirst du wieder geweckt.

Allicht dachten wij allemaal: 'Zo heb ik mijn kinderen nooit in slaap gezongen.' En ongetwijfeld zijn de Duitsers weer meer welkom in Volterra. Het was verrassend, en ongelooflijk mooi.

Volterra is ook de stad van het albast, en in een van de winkels vinden mijn gezellinnen hun gading. Ik wil eerst niet naar binnen, maar na een tijdje doe ik het toch: albasten siervoorwerpen, vazen en halssnoeren in alle maten en gewichten, zeggen we dan maar, niet dadelijk mijn ding. Maar er staan ook prachtige beeldjes, reproducties van Etruskische kunst. Zo bijvoorbeeld 'Ombra di Sera' (Avondschaduw), een mager uitgelengd beeld van een naakte man. Het beeld heet zo omdat het aan een lange schaduw doet denken, wanneer de zon heel laag staat. Mooi gestileerd is het. Twee jaar geleden heb ik in Malmédy eens een paar dergelijke beeldjes gezien (niet Etruskisch), maar de zaak (Ponsard) was toen dicht, en ik heb ze nooit kunnen kopen, al wilde ik ze wel want echt heel mooi. Nu staan die hier in Volterra vlak voor mijn ogen en handen, de koop is zo gesloten: een 'Ombra di Sera' en een vrouwelijke versie die 'Donna del Santuario di Diana' heet. De oorspronkelijke artefacten komen uit de 4de eeuw v.C. de 'Ombra' is 57 cm groot. Ik ben er erg verguld mee. Jammer dat het Etruskische museum dicht was: middagpauze. You can't win them all, can you? Yes, we can, zegt Obama dan. Maar die komt in dit verhaal te pas als een oliekoek in een treurspel. We gaan er niet op in, en laten hem maar.

Als je thuis blijft, kom je je eigen naam in het Italiaans niet tegen, ontroert de dom van Siena je niet ten diepste, krijg je geen kippenvel van Marleens 'Wiegenlied', en kom je in Italië niet ten tweede male Malmédy tegen. En ben je geen vijf dagen in het gezelschap van zeer leuke mensen. Het is ongelooflijk wat ik meemaak.

zondag 5 april 2009

Certaldo - dag 3: de dom van Siena, weer buiten


Stendhal: was er niet, en toch een beetje wel


De zuilen der ontroering en van Giovanni Pisano

Na goed anderhalf staan Dieuwertje en ik dan weer buiten, Ik bewonder de façade nog eens, meer de bepaald de sierzuilen naast de centrale poort. Die zijn ook van Pisano-zoon, ik meen daar zelfs Romaanse kenmerken in te herkennen, en dan komt het: het is me allemaal zoveel geworden dat er tranen bij te pas komen. Mijn potje is vol, het loopt over. In gedachten parafraseer ik een regel van Clouseau: 'En zoveel schoonheden heb ik nooit gezien', toch zeker niet zoveel bij elkaar en op zo betrekkelijk korte tijd. 'Ik kan daar niet tegen' voel ik, het wordt met te machtig en mijn ontroering wordt zichtbaar vloeibaar. Dat is wat iemand ooit een 'cultuurorgasme' noemde.

In '99 heb ik de Sint-Pietersbasiliek in Rome gezien, en de vrouw van onze reisleider (het was een Italiëreis voor de laatste jaren) had verwacht dat ik met het genoemde cultuurorgasme naar buiten gekomen zou zijn. Niets was echter minder waar: ik was woedend na mijn bezoek. Sindsdien noem ik de Sint-Pieter in Rome de lelijkste, de meest perfide kerk die in ooit gezien heb. Alles aan en in dat gebouw is erop gericht je zo'n verpletterende indruk te geven dat je als nietig schepseltje niet anders zou kunnen dan de grootheid van God te omhelzen. Alle mogelijke menselijke vrijheid en individualiteit worden je daar brutaal afgenomen. Als een god, of tenminste zijn grondpersoneel, dergelijke 'truken van de foor' nodig heeft, dan is zeer actief wantrouwen meer dan op zijn plaats: het gaat over macht zonder meer, niet over geloof of zielenzaligheid. Over die tijd in de Nederlanden zingt Wannes van de Velde ergens: 'In die tijd was de Kerk om goed te zijn nog veel te sterk'. En of hij geen gelijk had!

Na de dom van Siena had ik dat gevoel helemaal niet. Ik dacht, ietwat op zijn middeleeuws dat ik de mooiste kerk van 'kerstinhede' gezien had. De middeleeuwer bedoelde dan: van het christendom, van Europa, want die vielen toen met elkaar samen. De wereld zat simpeler in mekaar toen. Beter is weer een andere zaak.

En ik voel me ook best moe: gisteren drie dorpen en Certaldo, vandaag Monteriggioni en Siena: hoeveel nieuwe indrukken kan een mens op twee dagen verwerken? Ik denk aan het 'syndroom van Stendhal': die was in 1817 zo overrompeld door de schoonheden van Florence, zo ontredderd door zijn esthetische belevenis dat er medische hulp ingeroepen werd. Lichamelijke verschijnselen van deze aandoening zijn een versnelde hartslag, duizeligheid en flauwvallen: kijk eens aan! Of Stendhal daar allemaal mee te kampen had, weet ik niet; ik was alleen moe, maar dat is het syndroom van mezelf, daar komt geen schrijver of literatuur aan te pas.

De rest van de dag hou ik het kalm: terrasje op il Campo met de reisgenoten, 's avonds nog eens een rijkelijk maal in onze 'osteria', en morgen op weg naar Volterra en San Gimignano. We zullen op een welbestede vakantie terug kunnen kijken.

Certaldo - dag 3: de dom van Siena, binnen


Siena, het centrum van de Italiaanse wereld


Nicolo Pisano: de preekstoel


Cappella del Voto: Maria met kind, uit de iconentraditie


Libreria - Pintoricchio: Enea Silvio Piccolomini vertrekt naar het concilie van Bazel


De zoldering van de libreria: mythologische en bijbelse taferelen, en het kruis van de Piccolomini


Koraalboek, met de zoldering weerspiegeld in het glas

Als je dan de dom binnengaat (gratis voor rolstoelgebruikers en begeleiders), zie je vlak onder je voeten (je rolstoel, je zit lekker laag) de marmeren vloer en vloermozaÏeken. Overweldigend zijn ze, en te veel om te beschrijven: bijbelse en mythologische taferelen (Koning David als psalmenschrijver, De moord op de onnozele kinderen, de Sibille Libica, de Sibille Libica), en vlak bij de ingang een bewijs van Senese nederigheid: Siena mooi in het midden, en daarrond de belangrijke Toscaanse steden: Pisa, Lucca, Viterbo, Florence en ook Perugia (Umbrië) en Rome! Je ziet ook de Senese wolvin en de twee kinderen die ze zoogt. Anders dan de Romeinse wolvin kijkt de Senese naar links, en de twee jongetjes zouden dan de kinderen van Romulus zijn: Aeneas was al eens gebruikt. Stadsmythe ter meerdere eer en glorie gestolen en aangepast.

In het midden van de kerk kijk je boven je in of naar de majestatische koepel, je ziet de zwart-witte zuilen in heel de kerk: dat me doet denken aan de basiliek van Vézelay, en ze geven de dom een beetje een Arabisch tintje. De preektstoel (il pulpito) is een ander kunstwerk zonder weerga: hij is van Nicolo Pisano, de vader van Giovanni. Hij voltooide deze marmeren kansel in 1268: daarmee is die het oudste kunstobject in de kerk. Hij rust op zuilen, en de buitenkant van deze preekstoel is één beeldhouwwerk dat ongeveer heel het evangelie en andere geloofswaarheden uitbeeldt: de geboorte, de aanbidding der wijzen, de vlucht naar Egypte, de Kruisdood, het laatste oordeel met zaligen en verdoemden. Het is een brok levendig aanschouwelijk onderwijs van opperste kwaliteit. Ongelooflijk in feite, hoe heeft hij het ooit voor mekaar gekregen? Met veel anonieme helpende kappers en houwers allicht, maar het idee was wel van hem.

Zeer de moeite waard is ook 'La Cappella del Voto', de kapel van de gelofte in het Nederlands. Ze is tussen 1659 en 1662 door de Duitser Giovanni Paolo Schor naar een ontwerp van Bernini himself gebouwd om het vereerde schilderij van de 'Madonna del Voto' een waardige plaats te geven. Deze barokke kapel vervangt haar veertiende-eeuwse voorganger die 'Cappella della Madonna delle Grazie' heette, en ze bevat een paar indrukwekkende barokbeelden van Bernini, onder andere een van een zeer sensuele 'Maria Magdalena'. De gelofte waar het over gaat werd door de Senezen uitgesproken op de vooravond van de slag bij Montaperti (4 september 1260) en waarbij ze de stad toewijdden en opdroegen aan de Maagd Maria. Die slag bij Montaperti is allicht een belangrijk wapenfeit in een van de vele oorlogjes van de Italiaanse stadstaten uit die tijd. Er hangt dan ook een schilderij met 'Maria en kind ', dat door de stijl en de twee gouden kronen sterk aan iconen herinnert. Het is een fragment van een groter doek uit de tweede helft van de dertiende eeuw. Naast de kapel hangen een aantal ex voto's uit de moderne tijd: een aantal helmen van motorrijders, babyspulletjes en andere die getuigen van een verhoorde smeekbede. Het vormt wel een stevig contrast met de inhoud van de kapel zelf, dat is het minste wat ik kan zeggen.

Een magistrale openbaring was ook de 'Libreria Piccolomini': ze werd vanaf 1492 gebouwd door de aartsbisschop van Siena, kardinaal Francesco Piccolomini Todeschini, de latere paus Pius III. Hij deed dat om de herinnering te eren aan zijn oom langs moederszijde, de grote humanistische paus Pius II, en om diens aanzienlijk patrimonium aan boeken veilig te bewaren. De muren zijn bekleed met tien grote schilderijen van Pintoricchio, van wie ik vorig jaar toevallig een tentoonstelling heb gezien in Perugia, zo'n vijftig kilometer van Siena: ik kende hem tot dan niet, maar hij is een best belangrijke Italiaanse schilder. Die doeken beelden de 'roemrijke daden' (i fasti) van Pius II uit: zijn vertrek naar het concilie van Bazel (Basilea in het Italiaans), zijn zaligverklaring van Catharina van Siena, zijn verheffing tot paus: neef zet oom dik in de bloemen. De zoldering is ongelooflijk mooi: dezelfde Pintoricchio heeft hier in 1502-03 met helpers gewekt aan de panelen van verschillende afmetingen. Mythologische taferelen, een guirlande in reliëf met allerlei vruchten en het wapenschild van de Piccolomini steken elkaar naar de kroon. Dat wapenschild is overigens een kruis met vijf halve maantjes. Een ander topstuk is 'De drie gratiën', een marmeren Romeinse kopie van een Grieks origineel,een pracht van een beeld van jeugdige elegante onschuld. En dan zou ik nog vergeten de koraalboeken, opengeslagen op de mooiste bladzijden, met miniaturen en gregoriaanse gezangen (tekst en muziek liggen blijkbaar te wachten op de zangers): fris en niets van zijn schittering verloren, machtig indrukwekkend. Zonder twijfel is dit de mooiste bibliotheek die ik ooit gezien heb.

De Vlaamse primitieven en de Vlaamse middeleeuwse kunst stellen echt wel iets voor, je zult me het tegendeel niet horen beweren, maar de pracht en praal van de Italiaanse renaissance (laat die dan ook zeer katholiek zijn) overtreft de kunst van de Lage Landen uit die tijd ruimschoots, vind ik. Ongelooflijk hoe rijk die steden en geslachten toen moeten geweest zijn ook, onvoorstelbaar is het. Zelden zoveel moois in me opgenomen, opgezogen mag ik wel zeggen. Duizelingwekkend vind ik het.

donderdag 2 april 2009

Certaldo - dag 3: Siena la Magnifica


Beelden boven de centrale poort (Giovanni Pisano)


Beelden van apostelen om naar op te kijken. Kunstenaars: navolgers van Giovanni Pisano, eerste decennia van de veertiende eeuw. Het zijn kopieën van rond 1960


De campanile in volle glorie

Monteriggione was vandaag een behoorlijke en bekoorlijke eerst gang, maar de plat de résistance kwam pas na de middag, en dat was Siena. Ik heb iets met die stad: ik ben er al drie keer geweest: in '72, in '99 met overtuigde regen, en in 2008, nauwelijks tien maanden geleden, toen met schitterend weer. Ik word telkens weer betoverd door 'il Campo', het schelpvormige, oplopende marktplein van Siena, de gebouwen die rond die soort van kuip staan en de piazza windvrij houden, zodat je er met volle overgave van de zon kunt genieten. Op de terrasjes was het naar onze schatting zo'n 25 graden, in ieder geval zon en warmte genoeg om van te transpireren. En wij, slechte karakters, met een goed hart, dachten dan aan grijs België met zijn hagel en regen.

Dat maakt natuurlijk onze reis niet beter, laten wel wel wezen. Er moet iets ondernomen en beleefd worden; Voor mij is dat mijn vierde bezoek aan de dom van Siena, vandaag in uitzonderlijke omstandigheden: 10 maanden geleden was de dom overvol, het leek een profaan museum met massaal veel bezoekers, het geheel en de delen in je opnemen was onmogelijk. Niet zo vandaag: we (Dieuwertje en ik) hebben het rijk zo goed als voor mij alleen, ik kan zien wat en genieten hoe ik wil. We zijn einde maart, voor het begin van het toeristische seizoen; verleden jaar waren we (Noortje en ik) er twee maanden later, en dat scheelde meer dan een slok op de borrel.

Maar eerst nog eens de campanile bekijken, een echt mooie toren, door de steeds breder wordende vensteropeningen van beneden tot boven op zijn Italiaans opengewerkt, lichter gemaakt. Je kunt die reeks openingen ook als een geheel zien: dan lijken ze wel een trechter met de opening van boven en de punt van onderen. Die open trechtermond kan dan 'alle zegen die van boven komt' heel makkelijk opvangen, de punt bevestigt die zegen dan vast in de aarde: zo kan je het verticalisme van de middeleeuwen ook invullen. Of de bouwmeesters van deze kathedraal dat ooit bedoeld hebben, is een andere zaak. Verder is de koepel, net als verleden jaar, nog altijd ingepakt: restaureren is wel eens meer een werk van lange adem. dat weten de Antwerpenaars ook maar al te goed: De Onze-Lieve-Vrouwekerk heeft jaren op haar volle vroegere glorie moeten wachten. Maar de façade - naar een ontwerp van Giovanni Pisano - is als vanouds prachtig, zeker bij dit schitterende weer en zonlicht: zeker een zegen die van boven komt.

woensdag 1 april 2009

Certaldo - dag 3: Monteriggioni


Le mura: de stadswallen en drie torens


Bijbelse inspiratie: Maria Magdalena, Santa Maria Assunta, Eva


Santa Maria Assunta: licht en eenvoud


De Emmaüsgangers

Vandaag staat Siena op het programma, de Italiaanse stad waar ik zonder meer verliefd op ben. Florence is al een grootstad, Siena heeft meer menselijke afmetingen en toch schoonheden om van te duizelen. Maar in de ochtend bezoeken we eerst Monteriggioni. Monte wie? Monte wat? Monteriggioni dus, nooit van gehoord, maar dat wordt nu goedgemaakt.

Het plaatsje ligt op een hoogte van 200 m, is volledig omwald, vijftien torens rijzen boven de stadsmuren op, en er zijn twee poorten: de Porta Fiorentina in het noorden, en de Porta Romana in het zuiden. De plaats is maar een stevig gehucht groot, het is bij wijze van spreken een te ruim uitgevallen versterkte burcht. Wat ze in feite ook is. Het geheel is in 1203 door de Senezen (i senesi, de inwoners van Siena) gesticht, als fort tegen Florence. In tijden van rampspoed en oorlog trokken de Senezen zich daar terug, verschansten ze zich daar. Het was niet alle dagen pais en vree in het Italië van die dagen: herinner je de verwoesting van Semifonte, de beenharde concurrentie tussen Siena en Florence, roversbenden van alle slag: het leven was zeer onzeker toentertijd, en 'Eine feste Burg ist unser Gott': dat kon je wel geloven, maar er zelf eentje bouwen gaf toch meer zekerheid. Overigens ligt rond 1200 de oorsprong van het handelskapitalisme en het groeiende belang van de steden, geld was ongetwijfeld belangrijker dan God, en de poppen begonnen bijna vanzelf te dansen. Maar de machthebbers waren dan toch veilig. Hoe de gewone man eraan toe was, dat wil je niet echt weten. Wil je er echt iets over vernemen, lees dan het boek van Helene Nolthenius, Een man uit het dal van Spoleto, Franciscus tussen zijn tijdgenoten, uitgegeven bij Querido, 9de druk 2000.

De Nederlandse katholieke italofiele probeert daarin het fenomeen Franciscus van Assisi te verklaren, Assisi dat maar een honderd kilometer ten oosten ligt, in Umbrië. Ze schetst het beeld van een tijd van willekeur, onrecht en gebrek aan recht en rechtvaardigheid, zeer begerig naar materiële goederen, en met ontkenning van alle spiritualiteit. Fransciscus (die me zeer na aan het hart ligt) heeft daar kort na 1200 genoeg van: hij streeft naar een waar 'vita interiore', zweert alle bezit of eigendom af, zoekt zijn heil en dat van de mensen bij Christus en God. In zijn tijd was hij een echte rebel, een overtuigde dissident, zelfs de Kerk en Rome stonden niet te springen van vreugde toen Franciscus met zijn plannen 'back to basics' kwam aandraven: hij heeft heel wat tegenstand moeten overwinnen. Hij is in een geur van heiligheid gestorven, zijn beweging veroverde Europa (de minderbroeders, de bruine paters), maar 300 jaar later keerde Erasmus van Rotterdam zich in zijn 'Lof der Zotheid' al tegen deze minderbroeders, wegens te veel hoerderij en bijzit. Waar zouden al die 'De Paepe's' en 'Spaepen's' en Bischops'en anders wel vandaan komen? Ik vrees dat het vlees altijd wel zwak geweest is. Maar, zoals ik al gezegd heb, in Assisi hangt tot op vandaag een sfeer die ik tenminste als 'bijzonder' zou omschrijven.

Maar ik was in Monteriggioni: het fort is nu de getuige en een schrijn van middeleeuws maatschappelijk leven. Op het centrale plein (de Piazza Roma) een Romaanse kerk uit de 12de eeuw, met een stemmig, eenvoudig (Romaans!) interieur dat meer dan de moeite waard is. Er is onder andere een koperen halfverheven beeldhouwwerk dat Christus en de Emmaüsgangers voorstelt, een zeer simpel altaar en veel licht. Het is een plaats waar je het religieuze kan voelen: nog eens echt bijzonder.

De Piazza Roma heeft ook enkele terrasjes, en die proberen we dan ook eventjes uit: een mens leeft niet van brood en kerken alleen! Wijn moet er zijn! Af en toe toch, bij een middagsnack. De zon maakt alles nog lekkerder. En veilig is het hier al jaren.