zondag 10 maart 2019

Mit Lieb bin ich umfangen

Sinds een goed jaar zing ik in een koortje. Oude liefde roest niet: van mijn 10 tot mijn 20 heb ik gregoriaans gezongen, tijdens mijn legerdienst heb ik nog menige klank het Duitse zwerk ingestuurd, in Soest dan nog, bij de 6de Artillerie: o Freude, o Wonne! En nu maak ik deel uit van een klein gemengd gezelschap dat anoniem wenst te blijven, ook onze zeer onderlegde dirigent: dat is een kwestie van bescheidenheid. Maar twee zondagochtenden per maand ervaren wij, een tiental mensen (m/v), de vreugde van de samenzang in twee stemmen. Soms in meer, maar dat is dan niet altijd bedoeld.

We zingen liederen in het Duits, in het Frans, soms zelfs in onze eigen moerstaal, want vaak willen we ook verstaan wat we zingen. Vandaag hebben we iets nieuws geleerd: 'Mit Lieb bin ich umfangen' van de dichter/componist, of singer songwriter Johann Steuerlein, die geleefd heeft van 1546 tot 1613. Het lied zelf is van 1600, stijl: barok. De tekst luidt als volgt:

                                   Mit Lieb' bin ich umfangen,
                                   Herzallerliebste mein.
                                   Nach dir steht mein Verlangen,
                                   könnts oder möchts gesein
                                   Könnt ich dein Gunst erwerben,
                                   käm ich aus grosser Not,
                                   viel lieber wollt ich sterben
                                   und wünscht' mir selbst den Tod.

                                   Wie soll ich von dir lassen,
                                   es kost' mir meinen Leib.
                                   Dazu zwingt mich ohnmassen,
                                   dass ich nit' von dir scheid.
                                   Dir hab ich mir ergeben,
                                   in rechter Stetigkeit,
                                   dieweil ich hab das Leben,
                                   Herzlieb nit von mir scheid!

Iemand (m/v) zingt over een onbeantwoorde liefde, laten we bijgevolg maar aannemen dat het om een man gaat, een niet bijster origineel thema. Hij zou zich nog liever dood wensen dan haar niet te kunnen krijgen: tragedie, tragedie! Gelukkig is het lied best vrolijk en opgewekt: zo zwaar moet er kennelijk niet aan getild worden (zo klinkt het toch op youtube). Het lied leren is op zich zelf een bezigheid die zichzelf beloont: je kent het helemaal niet, eerst komen de sopranen aan de beurt, dan de bassen, dan proberen we dat samen en na een tijdje hoor je hoe mooi dat klinkt en hoe warm dat van binnen voelt. En dan stel je vast dat je toch weer met een aantal vrienden en vriendinnen iets zinvols gedaan hebt, iets waar je gelukkig van wordt. Meer moet dat niet zijn, wat zeg ik, dit is al heel veel.

Twee opnames op youtube op deze adressen:

https://www.youtube.com/watch?v=2y9vLQbBFs

https://www.youtube.com/watch?v=UerO-y_99FA 

Ik krijg van een goede vriendin nog een interessante reactie binnen: natuurlijk gaat dat over een onbeantwoorde liefde, schrijft ze, want het gaat hier over de liefde tot God, en die is voor de gewone sterveling onbereikbaar. Dat zal heel waarschijnlijk wel kloppen, want dat lied zong zij met een koor in de kerk, en die Steuerlein staat vooral bekend als dichter/componist van geestelijke liederen. Wat ik vandaag allemaal niet bijgeleerd heb, op deze rotwerige zondag!                       

zaterdag 2 maart 2019

Het Vennengebied: wandeling met zilverreiger en weinig lover

In februari 18 of 19 graden: natuurlijk zet dat aan tot genieten en profiteren in het Vennengebied. Bomen en struiken beginnen te knoppen, maar lover en bladerdek laten nog heel wat tijd op zich wachten, en zo kun je in de warme winter van dit jaar zaken zien die in de zomer verborgen blijven: 'In de natuur is geen dag dezelfde,' heb ik eens gezegd.

In de Kleine Klotteraard staan vlak voor de uitkijktoren een vijftal uitgebloeide lisdodden: de vergankelijkheid maakt zich zichtbaar in wollige sigaren zo lijkt het wel. En ze vangen mooi het tedere licht van de toch al redelijk sterke winterzon. Wit op een blauwe achtergrond krijg je dan: het heeft wel iets.


Uitgebloeide lisdodden: wollig sigaren

Aan de verste oever van het ven is een grote zilverreiger op jacht naar eten: van het midden loopt hij zachtjes naar de linkerkant: rustig doet hij dat, door geen mens gestoord. Waarom het een grote zilverreiger is: gele bek en zwarte poten heeft hij, en voor een kleine soortgenoot is hij sowieso te groot, vind ik. Hij laat zich gewillig fotograferen, alsof hij de ondiepe kant van het ven als catwalk gebruikt: een slank model in bruidskleur. En als je wat geluk hebt, vat je de witte vogel en zijn spiegelbeeld in een beeld: een lucky shot noem ik dat dan. Een eerder zeldzame ontmoeting is dit: ik scooter al wel 15 jaar zeer vaak in het Vennengebied, maar ik geloof niet dat ik er al 5 zilverreigers gezien heb. Dat maak je dus mee als je buitenkomt.




Grote zilverreiger met spiegelbeeld

De nieuwe natuur komt hier en daar wel al piepen, maar heel voorzichtigjes: het is nog geen echte lente, er moeten nog maartse buiten en aprilse grillen komen, tenminste dat zou je willen. Maar bladgroei is nog niet te bespeuren, en zo zie je vaak verder en meer dan in de zomer. Naast het Bels Lijntje, voorbij de Heizijde richting Nederland, is nu aan de rechterkant zeer goed een grote plas in een weiland te zien: in de linkerhoek kun je een meerkoet zien, heel klein is hij op de foto, maar bij nader toezien wel zwart en met de witte bek en de witte vlek op zijn voorhoofd.


Grote plas met een kleine meerkoet, links in 't hoekje van de plas

Dat weiland wordt overigens begrensd door  een gracht die ik daar eigenlijk nog nooit opgemerkt had. Echt avontuurlijk en wereldschokkend is zo'n eerste visie niet, maar tussen twee bomenrijen heeft het wel perspectief en diepte. Ook het gewone eenvoudige kan mooi zijn!


Wintergracht, d.w.z. de Meirgorenloop