zondag 31 oktober 2021

Naar Andalusië: Sevilla

Met 'wetravel2' wilde ik toch echt wel naar Andalusië: iets leren over de Moorse beschaving in de Middeleeuwen aldaar, over de reconquista, over de Katholieke Koningen, over cultuur en geschiedenis. En dan ben je bij 'wetravel2' aan het juiste adres: mijn twee vorige reizen met deze organisatie, naar Kenia en naar Peru, waren onberispelijk en impeccable. Waarom zou het nu anders zijn? 

Dit keer ging het om een zogenaamde 'slow walkers vakantie': voor mensen die nog wel kunnen lopen, maar niet zo goed meer. Er konden zelfs scootmobiels gehuurd worden: alles voor het gemak van de reiziger met een beperking, daarin is 'wetravel2' het neusje van de zalm! Ik dus vroeg opgestaan, om 7 uur opgestegen in Zaventem, om half 10 geland in Malaga, rond de middag met de bus aangekomen in Sevilla, onze eerste grote halte. Op de autoweg uiteraard Spaanse plaatsnamen, wat had je verwacht? Eentje sprong er toch uit: Villa Nueva de la Concepcion! Bij ons heb je Sint-Maria-Latem en Sint-Maria-Horebeke, maar iets als 'Nieuw Dorp van de Ontvangenis', nee, dat bestaat bij ons niet. Met een andere cultuur hebben we hier te maken, dat is wel duidelijk. 

Als we bij ons hotel aankomen, voel ik me meteen bijzonder welkom: we liggen in een van de 'MS Hoteles'! Kun je met die aandoening nog beter terechtkomen, hoezee, hoezee! Natuurlijk heeft het niets met mijn ziekte te maken: als ik aan de receptie uitleg vraag, blijkt het om de naam van de eigenaar van de keten te gaan: Miguel Sanchez heet die man met een zeer doordeweekse Spaanse naam, en voor zover ik weet, heeft hij niets met de bekende neurologische kwaal te maken. Dat was mijn eerste, zij het pseudo Andalusische opsteker.

 

Personen met MS welkom, maar niet alleen zij

Onze begeleidster, Tine, het tegendeel van 'lui uitgevallen', neemt ons na het eten meteen mee op een wandeling in de buurt van ons hotel. We wandelen naar een waterloop die volgens mijn gids over Andalusië niet de Guadalquivir is, maar het 'Canal de Alfonso XIII', het Alfons XIII-kanaal zeg maar, een variatie op ons Albertkanaal. De genoemde rivier blijkt later veel breder. Op de oevers is allerlei te zien, onder andere een zeer expressieve buste van een man met de naam Antonio Mairena, die meteen ook 'Andaluz universal' genoemd wordt. Hij heeft vanaf de jaren vijftig de flamenco een nieuwe impuls gegeven: hij maakte 16 langspeelplaten, stichtte het flamencofestival in Cordoba en de Biënnale van de flamencokunst in Sevilla, en richtte ook nog de leerstoel 'flamencologie' aan de universiteit van Fez op. Bij ons is hij onbekend, maar voor zijn kunst en Andalusië heeft hij een niet te onderschatte betekenis en verdienste gehad. Hij wordt passioneel zingend voorgesteld, waarbij zijn hand met gespreide vingers de kracht van zijn lied nog onderstreept. Het beeld is onthuld op 1 november 1990, en is van de hand van Augusto Morilla. Kenners kunnen volgens mij niet anders dan dat ten zeerste appreciëren.

Antonio Mairena door Augusto Morilla

Een eindje verder in dezelfde richting, iets voor een brug over het kanaal, staat een toren met een lucratieve naam: de 'Torre del Oro', de Gouden Toren, met andere woorden. Het is een Moors bouwwerk, en werd in dezelfde tijd - de dertiende eeuw - opgericht als de Giralda, nu de toren van de kathedraal. Hij maakte oorspronkelijk deel uit van de stadswallen. Het kleine ronde torentje helemaal van boven kreeg hij toen hij in 1760 verbouwd werd. Toen alle rijkdommen uit de Amerikaanse koloniën hier gelost werden, kreeg hij zijn huidige naam. Typisch Moors zijn nog wel de kantelen, die allemaal in een driehoek eindigen.

De 'Torre del Oro'

'Triana' is een oude pottenbakkerswijk; nu is zij de bakermat van talrijke flamencozagers en torero's. Overigens leerden we daar ook dat het woord 'toreador' in het Spaans niet bestaat, en enkel gebruikt wordt in Bizets Carmen: 'Toreador, prends garde à toi!'  We komen bij de Iglesia de Santa Ana, de oudste kerk van Sevilla: ze dateert al uit de 13de eeuw, en is gesticht door Alfons X de Wijze. Er is nog weinig origineels uit de tijd van haar oprichting te zien. Op de zijmuren van die kerk zie je echter wel zaken die ik echt mooi vind: schitterende siertegels met metaalglans die samengevoegd worden tot een mooi tableau. Azulejo wordt die techniek genoemd.

Het eerste daarvan is het eenvoudigste: de dode Christus aan het kruis, Maria die met al haar smart het kruis omarmt: bij zijn voeten of enkels kan ze niet komen. De achtergrond toont een min of meer middeleeuwse stad: in dit geval kan dat niet anders dan Sevilla zijn.

Christus aan het kruis met een rouwende Maria

De tweede mozaïek is totaal anders van opvatting: je ziet Maria die het kind draagt, en naast haar de Heilige Anna, aan wie deze kerk is toegewijd. Hier is de eenvoud verdwenen, je zou zelfs kunnen zeggen dat de triomferende kerk (de Ecclesia triumphans uit de 17de eeuw) door deze figuren wordt uitgebeeld. Beide vrouwen dragen rijkelijk versierde vorstelijke gewaden die passen bij hun buitengewone kronen. En dat kleine Christuskind heeft natuurlijk ook een passend kroontje op zijn hoofdje.

De Ecclesia triumphans?

Het volgende beeld zet sfeer en inhoud van het vorige verder: Maria met een grote kroon en een aureool van sterren er net achter. Ze heeft echter in dolk in haar hart: Maria is de moeder der smarten. Ik dacht eerst dat dit een van de zeven weeën van Maria voorstelde, maar dat klopt niet. Je kunt het natuurlijk ook metaforisch interpreteren: alles wat de Moeder Gods meegemaakt heeft, kan niet anders dan een dolksteek in haar hart geweest zijn (of verscheidene steken): vandaar deze voorstelling, denk ik dan.

Maria, de moeder der Smarten

Laten we met dezelfde vrouw een beetje blijer afsluiten: aan haar kledij te zien, krijg je hier, als ik me niet vergis, een Maria uit de achttiende eeuw: ze lijkt wel een herderin, maar dan zeer luxueus gekleed. Rechts naast haar staat het Jezuskind dat al wat gegroeid is, links van haar het Lam Gods, een metafoor voor alweer Jezus. De Andalusiër werd wel zeer nadrukkelijk met zijn godsdienstige waarheden geconfronteerd!

In de herdersstijl uit de achttiende eeuw

Bij de volgende brug slaan we rechtsaf: zo zijn we zonder problemen klaar voor het avondmaal van die dag. We hebben op korte tijd al veel gezien: we waren in de dertiende eeuw, in de zestiende, zeventiende en achttiende, en in de twintigste. We hebben op ons eerste tochtje al heel wat verhapstukt, tot ons aller tevredenheid! Durf ik dan te verhopen.


Onze brug over het 'Canal de Alfonso XIII'