dinsdag 30 juli 2019

Sint-Truiden: de Keizerszaal

Nog een ander deel van de abdij is bewaard: dat uit de 18de eeuw. Het ligt rond een bebloemd binnenhof, en je vindt er onder andere de Keizerszaal, zo genoemd niet omdat een keizer daar zitting had, maar omdat het de ontvangstzaal van de abt was, en die verwelkomde nog wel eens hoge gasten. Welke keizer daar ook zijn opwachting heeft gemaakt, weet ik niet.

De zaal heeft muurschilderingen - die niet zo interessant zijn - en ook een plafondschildering die dat wel is. Ze is van de Italiaanse schilder G.A. Caldelli en stelt Jozef voor, die onderkoning van Egypte geworden is, en zijn vader en broers ontvangt, ondanks het feit dat die laatsten hem hadden weggepest. Deze classicistische schildering verwijst naar abt Joseph van Herck, die dit ambt bekleedde van 1751 tot 1780. Hij deed de Keizerszaal bouwen, en wilde er bij wijze van spreken zijn handtekening in achterlaten: ook clerici kunnen wel eens ijdel zijn.


G.A. Caldelli, Jozef ontvangt zijn vader en broers


Idem, detail

Het laatste museum dat ik in Sint-Truiden bezocht heb, heet 'De Mindere', en het is gewijd aan de minderbroeders , die na een verblijf van 800 jaar de stad hebben verlaten. De kerk, in een sobere barokstijl - een contradictio in terminis, ik weet het - is nu eigendom van de stad, en zal een andere bestemming krijgen. Voorlopig is ze ook niet te bezoeken, hoewel de mensen hier zeggen dat dit kerkinterieur het mooiste van Sint-Truiden is


Voorgevel van de Minderbroederskerk

Er is wel een tentoonstelling van waardevolle voorwerpen te bezichtigen, en daarvan vond ik de Genadestoel best merkwaardig. Dat is een afbeelding van de Heilige Drievuldigheid: God de Vader zit in zijn almacht ten troon, tussen zijn knieën krijg je een beeld van de gekruisigde Christus, en in de stralen boven de stoel is de Heilige Geest te zien. Het is eigenlijk een uitbeelding van 'Alle zegen komt van boven'


Genadestoel, Mechelen, onstreeks 1520

Na dit museum voelde ik dat ik genoeg met God en zijn heiligen bezig geweest was, ik meende eventjes op retraite geweest te zijn. Maar wat wil je, als de stad vol kerken staat, en je dat wel interesseert? De volgende dagen waren anders van inhoud, en al goed, vond ik bij mezelf. Je mag jezelf op vakantie ook in de wereld begeven, om het zo maar uit te drukken.

maandag 29 juli 2019

Borgloon: de doorkijkkerk

Zelfs als je een leek bent in Haspengouwse zaken, dan weet je (of de meesten toch) dat daar ergens in dat land een merkwaardig kerkje staat, een doorkijkkerk, zoals ze genoemd wordt. Daar ga ja dan naar op zoek, wat ook al een hele opdracht is, wat de bewegwijzering in dat deel van Limburg leert je je zenuwen de baas te blijven en op den duur blij te zijn met een klein vierkant, blauw bordje dat je eindelijk de juiste weg wijst. Zelfs in het vriendelijke Limburg is niet alles perfect, denk je dan.

Aan dat bordje moet je linksaf, en dan scootmobiel je er vanzelf naartoe. Als je er aankomt, stel je vast dat er nog meer mensen zijn die wensen dat de kerk echt transparant zou zijn: je bent er echt niet alleen. Die doorkijkkerk staat redelijk hoog, een vallei strekt zich beneden voor je uit, je ziet een eind ver, tot aan de volgende hoogte, en dat blijkt dan Wallonië te zijn, zonder twijfel Borgworm durf ik te veronderstellen, dat moet wel vlak tegen Borgloon liggen. En dat was in de middeleeuwen ongetwijfeld Nederlandstalig, Limburgs Diets moeten ze daar gesproken hebben. Tot het Frans (of Waals) iets meer naar het noorden kroop, 'borg', de eerste lettergreep van de plaatsnaam wegviel, 'worm' de klemtoon kreeg op de tweede lettergreep 'rm' zoals dat in het Frans gebruikelijk is, en 'waremme' werd. Dat Bart de Wever en Lieflijke Liesbeth dat eens rechttrekken: Natuurlijk moeten we dat terughebben! Maar ik waarschuw Di Rupo en Magnette natuurlijk wel. Vanaf die hoogte is het zeer duidelijk dat Vlaanderen en Wallonië erg van elkaar verschillen, dat we in een land met twee democratieën leven.

Als je alleen bent, praat je makkelijke tegen de andere bezoekers, je zegt hoe mooi dat hier is, en iemand die er meer vanaf weet, antwoordt: 'Ja, dit is het Toscane van Vlaanderen!' Gevat geformuleerd, ik begin maar niet over Florence en Siena, en over het weer, dat vooral grijs is: details mogen de pret niet bederven.


Het Toscane van Vlaanderen, of 'Twee democratieën, ook met verschillend groen!'

Maar het kerkje dus, want daar gaat het uiteindelijk om. Er staat een informatiebord vlakbij, en daar leer je heel wat van: het is gebouwd door 'Gijs Van Vaerenberg be' en dat is een architectenduo. Ze hebben het ding een zeer 
seculiere naam gegeven: 'Reading between the lines'. En op die manier lezen kan tot van alles leiden: transparantie en de Kerk, Waals-Vlaamse eenheid en verscheidenheid, Toscane erbij en internationalisme, de schoonheid van de natuur die door mensenhand nog uitgesprokener wordt: dit is meer dan een constructie van metaalplaten van meer dan 30 ton en 10 meter hoog! En om duidelijk te illustreren 'Geen rijker kroon dan eigen schoon': het gebouwtje heeft de vorm van een Loons kerkje.


De schoonheid van de Loonse of Limburgse natuur


in schijfjes duidelijk gemaakt


Borgloons landschap met aan de einder Wallonië

Het informatiebord vermeldt ook: '... het landschap blijft altijd zichtbaar doorheen de kerk, zowel van op afstand als van dichtbij. De kerk is hierdoor wel aanwezig, maar ook afwezig in het landschap'. Vervang 'landschap' door 'maatschappij', en je hebt mogelijk weer een metafoor.

Sint-Truiden: de Onze-Lieve-Vrouwekerk

De hoofdkerk van Sint-Truiden staat op de Grote Markt, zoals het een hoofdkerk betaamt, zou ik zeggen. Het is een gotisch gebouw met een neogotische toren, die overigens gebouwd werd door Lodewijk Roelandt, de man van de Academiezaal. Roelandt was een zeer gezien architect in onze negentiende eeuw, maar zijn Truiense toren zegt me niet veel.

Boven de ingang van het hoogkoor hangt een muurschildering: 'Het laatste oordeel', geschilderd door Johannes van den Eenheu, ook 'Van den Eynde' genoemd. Het werk dateert uit 1626, en gaat terug op een 'Laatste oordeel' van Christoff Schwarz uit 1560, waarvan Johann Sadeler twintig jaar later weer een gravure gemaakt heeft. (Duitsers zijn die twee kunstenaars) Die gravure was het voorbeeld van de muurschildering in Sint-Truiden. De stijl van dit stichtende werk is barok, de boodschap traditioneel: aan de linkerkant (zowel onderaan als iets erboven) worden de zaligen door engelen in de hemelen verwelkomd, aan de rechterkant hakken duivels en duiveltjes lustig en vrolijk op de verdoemden in. Elke kerkganger werd plastisch duidelijk gemaakt wat het resultaat van een brave of losbandige levenswijze was. De kerk heeft nooit veel scrupules gehad om de mensen de nodige angst in te boezemen: dat houdt ze op hun plaats, en het heeft nog behoorlijk lang gewerkt ook.

Het kruis dat onder de muurschildering hangt, is een gepolychromeerd werk uit de zestiende eeuw; een triomfkruis wordt het genoemd.


Johannes van den Eenheu, Het Laatste Oordeel / Triomfkruis

De kerk is ook een aantal mooie beelden rijk. Aan de rechterkant staan drie heilige vrouwen: de Heilige Apolonia, de Heilige Margaretha van Antiochië, en tussen deze twee 'Onze-Lieve-Vrouw met de kersen (op maansikkel)'. Het is niet verwonderlijk dat er in de fruitstreek een Madonna met de kersen staat: zij was allicht de beschermvrouwe van kersen, appelen en peren. Ze wordt dan ook Onze-Lieve-Vrouw van Haspengouw genoemd. Tegenwoordig moet ze er alleen nog voor zorgen dat de Russen de Limburgse peren weer tegen een goede prijs willen afnemen: ze moet maar eens met haar orthodoxe evenknie gaan praten!
Dit beeld komt uit het einde van de 14de eeuw, gotisch is het dus, en dat is ook te zien aan de plooival van haar jurk; haar gezicht doet dan weer eerder romaans aan: veel expressie zit er niet in.


Onze-Lieve-Vrouw met de kersen

Als je nu eens een eigenaardig beeld wil zien, zoek dan 'Onze-Lieve-Vrouw met de inktpot'. Ik heb nooit geweten dat Maria of Christus konden lezen en schrijven, laat staat dat ze in hun dagelijkse leven een inktpot nodig hadden. Het gaat om een legende natuurlijk, en ze is uit Gent afkomstig. Er zijn nogal wat versies van: het verhaal speelt zich af ten tijde van Jacob van Artevelde, of in de rederijkerstijd. Het gaat om iemand die een poëziewedstrijd wil winnen, maar die niet weet waarover te schrijven en te rijmen. Er wordt hartstochtelijk en vurig tot Onze-Lieve-Vrouw gebeden, tijdens de nacht verschijnt zij met het kind Jezus, die een inktpot op tafel zet. Ingeblazen met goddelijke inspiratie pleegtt de poëet het winnende gedicht, en hij bereikt dus wat hij wilde. Waar die heiligen zich indertijd nog niet mee bezig moesten houden! Maar zoals de Italianen zeggen: si non è vero, è ben' trovato!' Dit beeld wordt als laatgotisch beschreven, ook einde 14de eeuw dus, circa 1390 om precies te zijn, maar wat een verschil met het vorige: de plooival is gewoon meesterlijk, de gezichten stralen zachtheid uit!


Onze-Lieve-Vrouw met de inktpot

De Sint-Anna-te-Drieën dateert van omstreeks 1500: het lijkt me een eerder statisch beeld te zijn. Het komt uit de jaren 1460-1470, en is het werk van een kunstenaar met een noodnaam: de ontwerper is de 'Meester van de Pijpplooien. In de klederen van Maria en de kleine Jezus zit weinig beweging en leven, en de gezichten vertonen ook weinig expressie. In een aantal van die beelden komt steeds dezelfde uitbeelding terug, wat mij doet veronderstellen dat de beeldhouwers ervan niet de grootste kunstenaars waren.
Mogelijk gaat het hier om lieden die hun eigen streek niet echt overstegen.


Sint-Anna-te-Drieën

Een beeld waarvan ik aanvankelijk dacht dat het een 'Christus op de koude steen' was, bleek bij nader toezien 'Job overdekt met zweren' te zijn. Hij schijnt hulpeloos naar zijn linkerarm te kijken, waarvan de hand overigens ontbreekt. Oneindig bedroefd ziet hij eruit, en hij heeft redenen te over: na al het onheil dat hem overkomen is, is hij ook nog eens bedekt met grote zweren, hij schijnt zonder meer te midden van drek en vuilnis te zitten, in zak en as, zoals dat in het verhaal genoemd wordt. Een perfecte weergave van het begrip 'deerniswekkend' is dit beeld, dat uit 1520-1530 komt. Die ontbrekende arm is waarschijnlijk verloren gegaan bij de instorting van de grote toren in 1668.


Job overdekt met zweren

De muurschildering waarschuwde de gelovigen om braaf, fatsoenlijk en als  ware christenen te leven, want anders was de afloop in het hiernamaals verschrikkelijk. Maar er waren bemiddelaars: Maria, de Heilige Familie, en stichtende voorbeelden zoals Job, wiens trouw aan het geloof beloond werd met meer dan al wat hij verloren had. Die straffende God kon kennelijk ook barmhartig zijn, en dat gaf hoop.

woensdag 24 juli 2019

Sint-Truiden: de abdijtoren

Van de benedictijnerabdij in Sint-Truiden blijft helaas niet meer zoveel over: de crypte en de elfde-eeuwse toren, dat is het zowat. Maar die toren kun je wel beklimmen, ook weer dankzij die Trudopas. Voor je de trap en de treden opgaat, neem je het bouwwerk eens goed in je op: ruw en indrukwekkend ziet het er uit, uit lang vervlogen tijden lijkt het te komen. The Empire State Building ziet er iets anders uit, dat wel. En dan dat bouwsel in Dubai: alsof de Toren van Babel geen grandioze mislukking was. We leren nooit bij!


De abdijtoren: 11de-eeuws bouwwerk.

In Sint-Truiden hebben ze een ijzeren trap aangebracht, met af en toe rustpunten. Ik wil echter mijn conditie testen en zal helemaal boven wel rusten als ik het schitterende panorama in ogenschouw neem. Ondertussen zie ik het licht boven mij, en stel vast dat er verscheidene wegen naar het licht zijn, symbolische en andere.


Het licht lokt


Zijaanzicht

Sinds de elfde eeuw is er af en toe wat veranderd aan deze toren, af en toe wat bijgebouwd bijvoorbeeld. De barokke poort uit 1655 geeft uit op het archeologische kerkveld.


De barokke poort uit 1655

En dan de bekroning! 196 treden heb ik onder me gelaten, op 37,76 m hoogte sta ik: ik ben eventjes trots op mezelf, weer een klein explootje geleverd. Het zicht is bijna letterlijk vijftig tinten grijs: links zie je de toren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, in het midden de kerk van de minderbroeders (ontwijd, en nu eigendom van de stad) en rechts de interessante toren van het stadhuis. En het grijze uitspansel natuurlijk!


Zicht op het grijze Sint-Truiden

Na de uitgeregende vrijdagnamiddag van gisteren, en de grijze zaterdag van vandaag, is er een troost: de kleuren van Sint-Truiden zijn geel-blauw. De voetballers worden 'de kanaries' genoemd: steeds vrolijk zingend en trillend. Als het regent iets minder, maar je kunt niet alles hebben in het leven!

dinsdag 23 juli 2019

Sint-Truiden: het kerkje van Guvelingen

Sint-Truiden zit echt niet verlegen om kerken: in het centrum zijn ze best talrijk, maar ook aan de rand van de stad vind je er. Een voorbeeld daarvan is het kerkje van Guvelingen, het Heilig Kruiskerkje. Je kunt in de toeristische informatie lezen dat het een gebouw is uit de 12de eeuw, maar volgens het bord bij de kerk dateert ze uit de eerste helft van de 17de eeuw: dan weet ik het natuurlijk ook niet meer. Het is wel zo dat het gebouw romaanse en gotische kenmerken vertoont. Maar het gebouw doet mij in ieder geval duidelijk romaans aan.


Guvelingen, Heilig Kruis Kerk, 12de of 17de eeuw

Je ziet zowel spitsboogramen als rondboogramen, en in de 'Inventaris van het Onroerend Erfgoed' wordt ze een 'kleine, romaanse kruisbasiliek uit de eerste helft van de 12de eeuw' genoemd, en dat neem ik als correct aan: mijn foto's van het interieur doen mij niet aan de 17de eeuw denken. Tot het meubilair hoort een laatgotisch, eiken triomfkruis, op de zogenaamde Apostelenbalk. Het hangt net onder een lichte spitsboog, en zo zijn ook de bogen zijn tussen de massieve zuilen.


Laatgotische, lichte spitsbogen

Het klokzeel hangt voor de oostelijke muur, en die heeft dan weer mooie rondbogen: kennelijk was het te moeilijk om daar spitsbogen van te maken.


Klokzeel met twee rondbogen

Veel licht dringt de kerk niet binnen: de ramen zijn niet groot, en hebben weer rondbogen


Spaarzaam licht, en rondbogen

Voor het interieur is alleen mergelsteen gebruikt, natuursteen zoals voor het 12de-eeuwse kerkje van Erpekom dat in Bokrijk staat. Zo ook voor het altaar: niet zo groot is het, maar wel massief, van zware steen.


Altaar uit mergelsteen

Oud en authentiek lijkt me dit kerkje: voor mij genoeg om het waardevol te vinden.

Sint-Truiden: de Academiezaal

Als ik iets wilde zien in Sint-Truiden, dan de Academiezaal, waar ik ooit Stijn Meuris  op tv een bevlogen betoog heb zien houden over heelal en kosmos. Heel lang staat die zaal er nog niet: van 1845. En je kan er makkelijk binnen geraken: je koopt een Trudopas voor € 4 (voor 55-plussers en mensen met een beperking € 3) en dan kun je in tien toeristische bezienswaardigheden eens grondig gaan rondneuzen. Op de toeristische dienst zeggen ze er wel niet bij dat de Academiezaal dit weekend niet toegankelijk is: er wordt een cd opgenomen, de akoestiek van de Academiezaal is uitmuntend. Tegenslag is ook slag, zeggen we in Turnhout dan.

In 1986 wordt deze zaal in erfpacht gegeven aan de stad Sint-Truiden, en die besloot ze te restaureren. En dat was hoognodig: tegen die tijd was de Academiezaal volkomen verwaarloosd, onderkomen, een puinhoopje, een kat vond er haar jongen niet in terug. Tegen omstreeks 1990 was die restauratie voltooid, tot meerdere eer en glorie van de stad. Nu zijn we weer dertig jaar verder, en de zaal zal binnenkort een nieuwe beurt krijgen: uitstekend dat men het erfgoed hier goed verzorgt.

De zaal is niet erg groot: er kunnen zo'n 350 toeschouwers zitten,  en eigenlijk is het bijna een amfitheater. Er is wel een klein podium en een scherm voor projecties, maar je kunt wel zeggen dat de ruimte zo volledig mogelijk benut is. Op het parterre kan dus geacteerd, een voordracht gehouden, muziek gemaakt worden: je zit altijd redelijk dicht bij het gebeuren.


De Academiezaal met een Hasseltse geleerde


De Academiezaal met een Hasselaar en een Truienaar


De Academiezaal: groter dan je denkt.

O ja, hoe ik er dan toch binnengeraakt ben, op een dinsdag nota bene? Daar hebben die Hasselaar en Truienaar van de foto's voor gezorgd: gewoon als vriendendienst, en omdat ze trots zijn  op Sint-Truiden, daarom ook. En zo ben ik dan toch in een mooie, evenwichtige en harmonieuze ruimte geweest, en ervan genoten. Ik heb ervan genoten. Niet vergeten er naartoe te gaan, in Sint-Truiden, in de weekends!

maandag 22 juli 2019

Bolrijk: onze Moeder de Heilige Kerk

Dit jaar bracht mijn vakantie me naar Zuid-Limburg, naar de streek van Sint-Truiden: ik lag in een b&b in Zepperen. En van Sint-Truideen naar Bokrijk is het niet zo ver, dus wij, Nicole en ik, daar naartoe. In het teken van Breugel stond het openluchtmuseum dit jaar, maar dat wordt een ander hoofdstuk.

Toen we er vorig jaar in april waren, werd menig gebouw nog gerestaureerd, maar daar waren ze nu klaar mee. Onder andere met het zaalkerkje uit Erpekom, een gehucht van Grote-Brogel. In de twaalfde eeuw (zo vroeg al) had het muren van 2,5 meter hoog, een eeuw later werden die muren verhoogd, een schip werd aan het zaaltje toegevoegd, echter zonder dat het evenwicht van het interieur verstoord werd. En dat word je gewaar: die ruimte heeft iets sacraals, onbetwistbaar, voor mij althans. In het schip staat een klein, maar een zwaar altaar, zoals de rest ook gemetseld in natuursteen. De toren is 16de-eeuws, en die is in baksteen, maar ook in romaanse stijl, en net zo imposant als het kerkje zelf.


Het zaalkerkje van Erpekom (Grote-Broghel)


De verhoogde en stevige muren (13de eeuw)

Overigens zijn die muren ook behoorlijk dik, en het gebouw diende dan ook ter bescherming van de mensen uit de buurt, als het door overvallen van rovers of andere conflicten te gevaarlijk werd om in eigen huis te blijven: veel meer dan houten hutten die gemakkelijk te vernielen waren zal de middeleeuwse Jan-met-de-pet niet tot zijn beschikking gehad hebben. De Kerk en de kerk beschermden in die tijden, wat je van ze ook zou mogen verwachten.

'A job worth doing is a job worth doing well' zeggen de Engelsen; je zou ook kunnen zeggen 'worth doing with some decoration'. Dat vonden de Middelnederlanders (hier: Middellimburgers) ook: de linkerwand heeft een versiering van twee rijen platte stenen, waartussen drie rijen schuine stenen. Alleen die stenen uitzoeken moet al wat tijd gekost hebben, en dan nog de moeite om ze zo te plaatsen: het was een werk voor God de Vader zullen de eerste metselaars gedacht hebben.


'worth doing with some decoration'

Er staat in Bokrijk nog een barokke kapel uit Zepperen, maar een totaal ander religieus gebouw is de pastorie uit Schriek, nu een deelgemeente van Heist-op-den-Berg.  Het gaat hier om een schitterende pastoorswoning uit 1776, net voor het einde van het ancien régime zullen we maar zeggen: de Franse revolutie hing in de lucht, maar nog niet in de Voor-Kempen. De bouwheer was een pastoor met name Snoeckx, en diens eerste opvolger stelde vast dat 'de dienaar beter gehuisvest was dan de Heer.' Een prachtig gebouw is het inderdaad, een stijlvol 18de-eeuws herenhuis, een verblijf dat duidelijk het verschil accentueerde met de woninkjes van de gewone parochianen: een vertegenwoordiger van de tweede stand had het natuurlijk veel beter dan het vulgum plebs, zo had God dat gewild. En of de pastorie mensen binnen liet om ze te beschermen tegen rampspoed en wapengekletter, is in dit geval niet eens een vraag. 'Toen was de kerk om goed te zijn nog veel te sterk' zond Wannes van de Velde! Aan die macht werd al wel gewrikt en getornd.


De pastorie van Schriek: als je van betere stand bent!

In die zin is Bokrijk ook interessant: je ziet gebouwen en gebouwtjes uit verschillende perioden, en je kunt evoluties vaststellen, en evoluties vergelijken. Zo leer je altijd vat bij!

woensdag 10 juli 2019

Houffalize: kindervreugd (foto's)

Natuurlijk is zo'n familieweekend een feest voor de kinderen: zij voelen best goed dat het hier in Houffalize anders is dan anders. Opa is erbij, neefjes en nichtjes allemaal samen, ze krijgen te maken met zes ouders in plaats van twee, ze zitten samen aan tafel, ze eten zonder het strikte toezicht van thuis, en zo kan Mil ostentatief een spaghettisliert in zijn mond laten glijden, terwijl Nona dat eerder wantrouwig aanziet, denkend 'Jongen, zo doe je dat niet!'


De spaghettisliert


Moeder en dochter ingelijst

Echt een sensatie voor kinderen is de speeltuin 'Houtopia': je bent geneigd dat op zijn Nederlands uit te spreken, zoals Turnhout, Meerhout, Minderhout, te meer daar alle speeltuigen van hout zijn, maar die 'hou' van Houtopia verwijst natuurlijk naar Houffalize. Je kunt van Franstaligen niet verwachten dat ze een woordspeling op 'utopia' maken met een Nederlands woord ervoor. Een mooie, moderne speeltuin is het alleszins: een grote glijbaan is er - die is niet in hout - met houten constructies in de buurt, waarop naar kinderhartenlust kan geklommen en geklauterd worden.


Houten klauterdorp met glijbaan


De glijbaan, die in feite nogal traag ging, wat voor de veiligheid nog het best was.


Noortje met Nona naar de top

In ons huurhuisje hebben we wat bijna alle kinderen het leukst vinden: een zwembad. Ze moeten wel een zwemband hebben, want het is nogal diep, maar dan kunnen ze springen en in 't water ravotten dat het een lieve lust is. Vaders helpen en bewaken ze, en spelen met ze, en groeien zo uit tot goden die alles kunnen en voor hun kinderen willen doen. De puberteit is nog ver, en al maar goed.


Mil met zwemband


Vic beleeft de pret van zijn leventje, dank zij papa

We kijken tenslotte met zijn elven op een schitterend weekend terug. En we hopen op een herhaling in juli 2020!

Houffalize: een beetje fauna

Vanaf onze tuin zien we beneden ons een omheind stuk grond, en daar lopen tot jolijt van de kleinkinderen bambi's rond. Varkens moeten er op dat stukje land ook zitten: tenminste, we horen ze voortdurend knorren, maar ze laten zich niet zien. Tot ik een ree voorbij zie lopen terwijl hij dat geknor produceert: niks geen varkens, het is gewoon het geluid dat de bambi's produceren!

We noemen die dieren 'reeën', maar dat zijn ze helemaal niet:  reebokken hebben een klein gewei met twee tot drie punten, rechte horentjes lijken het wel, en onze bambi's hebben een groter gewei, ook al is het nog maar in de beginfase. Jonge mannetjes zijn het, het ene ouder dan het andere. En die dieren heten damherten, een soort kleiner dan het edelhert, maar groter dan de ree.


Damherten: een kalfje, een hinde en en mannetje met een beginnend gewei


Iets ouder mannetje met een groter, maar zeker niet volgroeid gewei

Maar ree of damhert, de kleinkinderen zijn reuze benieuwd naar ze, ze zouden altijd zichtbaar en aanraakbaar en aaibaar moeten zijn: helaas, het zijn geen stripfiguurtjes!

We kijken natuurlijk ook uit naar roofvogels: verleden jaar in Sourbrodt hebben we rode wouwen gezien, we verwachten dus wel iets. Maar neen hoor; wel hier en daar een hoge, verre roofvogel, biddend boven de Ardennen. In zwermen vliegen die sowieso niet, je moet realistisch blijven. Zwaluwen gieren wel voorbij, en zangvogels laten zich ook horen, maar blijven onzichtbaar. En wanneer het langzamerhand begint te donkeren maken vleermuizen hun opwachting: leven van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, dat wel.

Toch krijgen we nog een special guest star te zien: hij landt op een afsluiting voor ons, blijft een paar seconden zitten, en stijgt dan weer op. Een Vlaamse gaai, dacht ik, en inderdaad, als ik een en andere nakijk en opzoek op google, lijkt dat inderdaad een Vlaamse gaai geweest te zijn. Wit, zwart en blauw aan vleugels en achterlijf, het kan niet missen. Flauwe grapjes over de afwezigheid van Waalse gaaien, en de mogelijke vervlaamsing van Wallonië ga ik niet maken.


Vlaamse gaai

Net als verleden jaar hebben we toch weer een 'rare vogel' gezien. Meer moet dat niet zijn, zou je bijna zeggen. Natuurlijk wel, maar dit is ook al mooi!

dinsdag 9 juli 2019

Houffalize: Katharina van Alexandrië

Als je aan het monument voor de burgerlijke slachtoffers van het Ardennenoffensief bent, sta je meteen ook naast de parochiekerk van Houffalize: ze is gewijd aan Cathérine d'Alexandrie, net zoals de grote kerk van Hoogstraten: dat schept een band, denken we dan. Oorspronkelijk was het een abdijkerk, pas vanaf 1785 parochiekerk. Ze is ook ouder dan die van Hoogstraten: de bouw ervan is begonnen in 1243, en pas in de eerste jaren van de volgende eeuw voltooid. Dertiende-eeuws, redelijk vroeg is dat: de poort zit in een romaanse omlijsting met een mooie rondboog. Het timpaan is in een lichtere steensoort, doet gotisch aan, en is waarschijnlijk een latere verandering. Deze kerk is het enige overblijfsel van de verdwenen abdij: daar is voor de rest niets van te zien.


De romaanse toegang tot de kerk

Als je op de andere oever van de oostelijke Ourthe bent, kun je een goede foto van de toren maken: gewoon stoer en sterk is die, zonder versiering, zodat je zou denken dat hij ooit ook ter verdediging van abdij en stadje gediend heeft. Kleine romaanse vensters maken het gebouw af. De spits is helemaal niet romaans: dat is werk van latere datum.


Romans torenlichaam

In de kerk, die echt niet zo groot is, ligt een gisant niet op een tombe, maar in de eerste zijkapel links: heel gaaf is die nog, gebeeldhouwd in zwarte kalksteen, bestemd voor de tombe van graaf Diederik (Thiery) II van Houffalize. Letterlijk vertaald is een gisant niets meer dan een 'ligger'.


Gisant voorstellend graaf Diederik II van Houffalize



Houffalize: panoramisch zicht - oostelijke Ourthe, kerk en toren met twee bomen aan de linkerkant, daarboven het stadje.

Een wereldcentrum van wat dan ook is Houffalize niet, maar zoals elk stadje met een lange geschiedenis, kun je er dingen zien die er op een ander dan weer niet zijn, en die het bekijken meer dan waard zijn.

Houffalize: eerste kennismaking, het Ardennenoffensief

Begin juli is het sinds drie jaar tijd voor ons traditionele familieweekend in de Ardennen: twee keer in de buurt van Malmedy, dit jaar in Houffalize. De kinderen zouden pas na de middag komen, maar ik wilde het stadje al vroeger verkennen, en om twaalf uur zocht ik al naar de plaatselijke VVV.  Die vond ik op de 'Place de Janvier', het Januariplein dus, en die naam zal wel te maken hebben met het Ardennenoffensief dat hier lelijk huis gehouden heeft, en hier in januari 1945 tot stilstand werd gebracht, zodat nadien de geallieerden de oorlog op Duitse bodem verder uitvochten.

In het midden van het plein staat een beeldhouwwerk dat een allicht Amerikaanse soldaat met een kind voorstelt: hij heeft haar gered, hij beschermt haar.


Soldaat met kind

Dat de mensen hier die gebeurtenissen niet vergeten zijn, integendeel de herinnering levend willen houden, bewijzen een Belgische en Amerikaanse vlag, broederlijk naast elkaar, vlak bij een monument dat vermeldt welke Amerikaanse divisies en luchtlandingstroepen hier strijd hebben geleverd en de stad hebben bevrijd.


Belgische dankbaarheid, Belgisch-Amerikaanse broederschap


De namen van de divisies die de strijd beslechtten

Dicht bij de kerk staat een modern beeldhouwwerk, een monument dat eer betuigt 'A la mémoire / des victimes civiles / de l'offensive des Ardennes'. Aan de voet van dit werk lees je 'Houffalize se souvient', of 'Houffalize vergeet jullie niet'. Op het kerkhof merk ik dat er 192 burgerslachtoffers zijn gevallen: bijna 200 zijn er dat: dat zijn er heel wat, als je weet dat het stadje toen behoorlijk minder inwoners had dan nu.


Houffalize se souvient

Ik vind het best goed dat een kleine stad de herinnering aan de gruwelijkheden van het stuiptrekkende Derde Rijk niet uit de openbare ruimte verbant. Toevallig, of niet, ben ik juist Imre Kertész aan het lezen, ik ben nogal gevoelig voor boodschappen van deze aard en inhoud: een verstandig mens zoekt niet zomaar het conflict, of alleen zichzelf. Bij verkiezingen denken sommige Vlaamse partijen daar helaas niet genoeg aan: zij menen andere wegen te kennen om tot meer beschaving te komen, of tot wat zij denken dat beschaving is.

maandag 8 juli 2019

Houffalize: het exploot!

Verleden jaar, tijdens mijn verjaardagscadeau, dat wil zeggen een weekeinde in de Ardennen met kinderen en kleinkinderen, hebben we op het hoogste punt van België gestaan: 694 m hoog. Je kunt dan nog via een trapje een platform bereiken, en dan sta je 700 m boven de zeespiegel: de lucht werd daar nog net niet ijdel, de temperatuur zakte ook niet merkbaar, maar van mij en mijn clangenoten kan toch gezegd worden dat we het gevaar en de onverwachte uitdagingen niet schuwen.

Zo ook weer dit jaar: plaats van gebeuren is Houffalize, in de vallei van de Ourthe Orientale: klein stadje (in Vlaanderen heet dat een dorp) dat in het Ardennenoffensief best veel te lijden heeft gehad, maar dat is voor een andere aflevering. Ook mooie natuur, bossen, heuvelachtig terrein (in Vlaanderen heet dat bijna 'bergen'), mooie wolkenformaties, prachtige wandelingen.


Schapenwolken, of cirrocumulus, vrijdag 5.8 om 18.20 uur

Maar deze bijna poëtische zachtheid kan ons niet blijven boeien: gewandeld moet er worden, vooral door de ms-patiënt die met een scootmobiel aan de esbattementen zal deelnemen. Vlak bij ons vakantiehuis vertrekt de  'Promenade Roche Plate': dat is een mogelijkheid, misschien niet zo heel makkelijk zegt Noortje die de wandeling al twee keer gepresteerd heeft, maar waarschijnlijk niet onoverkomelijk.


Vertrekpunt van ons tochtje

'Piétons uniquement': koppige betweters die we zijn zullen we eens wat laten zien. En ja, in het bos ligt het wegdek aan mijn linkerkant veel hoger, zodat ik aan mijn rechterkant makkelijk naar beneden kan glijden: niet aan te raden speeltuin wordt dat hier, een schuinsrijder ben ik hier. Maar assistentie is nooit veraf, af en toe stap ik uit zodat de scootmobiel in zijn laagste snelheid makkelijker in bedwang te houden  is: ons kleine Ardennenoffensief  verdraagt na 75 jaar niet alsnog een slachtoffer meer. Maar 'we shall overcome, vandaag nog, niet 'some day': ons optimisme lijdt geen uitstel!



Links wat hoger, rechts wat lager!

En we vorderen, zonder ongelukken, daar kunnen we later nog altijd op rekenen! Soms heb je op natuurwandelingen zo van die poortjes die geen poortjes zijn, zigzagpassages zal ik ze noemen, waar je hier zelfs met geen fiets voorbij kunt. Ze dienen ervoor om motoren, brommers en natuurvreemd geluid producerend vervoer te weren, en daar kan ik inkomen, maar een bescheiden en timide rolstoel komt er ook niet voorbij. Bovendien ligt naast voornoemde hindernis een weiland met prikkeldraad onder stroom, 'stroompje eigenlijk, niet erg sterk', maar daar staan we dan. Ik stijg weer uit mijn kunstmatig ros - ik heb wat afgelopen tijdens die wandeling! - de prikkeldraad wordt tweemaal omhoog gehouden en dan zitten we weer op het juiste pad. Ik loop zelf nog eventjes verder, want ik heb er de smaak van te pakken, en we zetten onze barre voetreis met goede moed verder, iets voorbij de passage nog een voorbeeld van echt Belgisch surrealisme aanschouwend.


Voorbij (voor ons) de zigzagpassage: verboden voor motoren en fietsers. Volgens mij heeft Magritte himself dat bord tegen die eik gespijkerd. Vanuit de andere richting weet je van niets!

Volgt nu een makkelijker deel: hoewel, ik rijd op een wortel die te veel boven het wegdek uitsteekt, val met scootmobiel en al rechts opzij, en houd er sporen van de prikkeldraad aan mijn rechterbovenarm aan over!


Resultaat van mijn Ardennenoffensief!

Dan begeven we ons naar het toppunt van de wandeling, maar dat weten we nog niet, vijf minuten later wel: een betonnen bruggetje over de oostelijke Ourthe, waar hij samenvloeit met een ander riviertje waarvan de naam mij nu gelukkig ontsnapt. Vijf treden brengen je weer naar horizontale en begane grond: ik heb een idee, zoon en schoonzonen voeren dat uit, dat wil zeggen het voorwiel telkens een trede hoger tillen, en zo kunnen we weer verder!


Mijn scootmobiel,


terecht glimmend van trots!

En nu zijn we nu zo in Houffalize. We hebben een exploot volbracht dat in ms-kringen zijns gelijken niet kent: schaars zijn de personen met ms die deze wandeling op hun palmares kunnen schrijven. Een homerische, heroïsche, epische strijd heeft mijn familie geleverd, wat mij tot het besluit bracht: 'Met deze familie kun je naar de oorlog!' We verslaan de tegenstand, maar maken geen slachtoffers! Wat een geruststelling, wat een vreugde in vredestijd!

Uiteindelijk zijn we niet naar de plaatselijke VVV gegaan om te melden dat 'Piétons uniquement' vanaf nu niet meer klopt. Leek ons toch verstandiger.