dinsdag 5 juni 2018

Begijnhof van Turnhout: waardevolle objecten

Met meer dan enige ruchtbaarheid werd op 27 mei jongstleden het 'gerestaureerde' begijnhof werd opengesteld. Gerestaureerd: dat wil zeggen dat de voorgevel van de kerk onder handen is genomen, en dat de bestrating gefatsoeneerd is. Dat laatste was echt wel nodig: je moest daar eens met een rolstoel of scootmobiel over dokkeren! Het risico op een acute niercrisis behoorde tot de mogelijkheden. Maar dat is voorbij nu. Een week na de inhuldiging ga ik het ook eens bekijken, vooral de kerk wil ik zien, maar helaas, driewerf helaas, die is niet open; het was nochtans zondag. In het museum verneem ik dat er op zondag om half tien een mis wordt opgedragen, en dan blijft het bedehuis tot ongeveer elf uur open, en in de maanden juli en augustus kun je 's woendags en 's zaterdags met een gids een geleid bezoek volgen. De kerksen - en dat ben ik wel niet - komen hier echt niet aan hun trekken. Dan is het in Hoogstraten wel eventjes anders.

Beide zijn barokkerken, maar die van Hoogstraten ademt en straalt de contrareformatie uit: het oude, jarenlange bedreigde geloof moest weer imponerend aan de gelovigen opgelegd, met meer dan zachte dwang opgedrongen worden, en in de façade van Hoogstraten is daarbij op geen inspanning gekeken. De Turnhoutse kerk munt uit door soberheid: evenwichtig is de gevel alleszins, indrukwekkend geenszins. Maar het is barok, bij mijn weten het enige gebouw in onze stad van die kunststroming. Er heeft er nog een in de Herentalsstraat gestaan, maar in ons stadje zijn we nogal goed in afbreken. Dat is makkelijker dan behouden of opbouwen, menen we hier.


De gerestaureerde voorgevel van de begijnhofkerk

Dan maar naar het Begijnhofmuseum getogen: dat is wel open. Groot is het niet, maar het toont wel hoe interieurs van huizen er in de achttiende eeuw uitzagen, en er worden ook merkwaardige voorwerpen getoond. Onder andere een 'altaarmissaal': dat is een best lijvig boekdeel uit 1683, met zilveren beslag, en het behoorde toe aan de pastoor van het begijnhof, een man met name Mermans. De zilveren plaat in het midden van de omslag bevat overigens zijn wapen.


Het gewichtige altaarmissaal van pastoor Mermans (1683)

Een zeer mooi object is puur functioneel: een zilveren zoutvat uit 1580-81, ware het niet dat de zilversmid er toch nog een stichtelijk tafereel op heeft aangebracht. Je ziet het offer van Isaac door Abraham: hij heft zijn zwaard om zijn  zoon te doden, maar rechts van hem komt een engel uit de hemel om hem dat te beletten: zo streng en ongevoelig wilde Jahweh dan ook weer niet zijn. Het is een werk van de Antwerpse zilversmid Geeraert de Rasier, een het enige van zijn hand in de Zuidelijke Nederlanden. Gaaf bewaard is het, en echt wel mooi.


Zilveren tafelzoutvat (1580-81)

En dan komen we weer in Hoogstraten terecht, meer bepaald bij een beeld van de Heilige Catharina van Alexandrië, naar wie de grote kerk in dat stadje genoemd is. Haar geschiedenis is redelijk sensationeel, dat is bekend. Zij weigert te trouwen met Keizer Maxentius, hij stuurt vijftig van zijn geleerdste filosofen op haar af, om haar van het christendom af te doen zien, maar zij bekeert ze alle vijftig. Zij zal dan op een rad met scherpe pinnen terechtgesteld worden,, maar dat rad breekt, en tenslotte wordt zij onthoofd. Gewoonlijk wordt zij afgebeeld met dat rad, maar hier niet: wel zie je aan haar voeten de door haar geloof verslagen Maxentius. Niet te verbazen dat zij de patroonheilige van het begijnhof van Turnhout is. Het beeld is zestiende-eeuws, en de polychromie zit er nog op, wat op zichzelf al merkwaardig is, voor zover ik weet.


De Heilige Catharina van Alexandrië (16de eeuw)

Bij het naar buiten rijden, zie ik een prachtige samenscholing van bomen: een treurwilg staat voor de machtige kruinen van vijf rode beuken. Begijnhoven horen oases van rust en stilte te zijn: die stuk natuur maakt dat impressionant 
duidelijk.


Een treurwilg en vijf rode beuken.

De kerk was niet toegankelijk, maar er is verder toch wel wat moois te vinden op en in het begijnhof van Turnhout. Voor de geïnteresseerden: het bezoeken waard.