maandag 31 oktober 2016

Amboseli en Tsavo Oost: the big five (eigenlijk 4 + 1)

Laten we het ook maar eens over de big five hebben: neushoorns waren er niet te zien, maar ik heb toch een even gewichtige vervanger, het nijlpaard met name. Drie van de vijf zijn inderdaad wel zeer big: de olifant, het nijlpaard, mijn supersub dus, en de giraf, hoewel die vooral lang is, op een andere manier 'big' dus. De leeuw en de jachtluipaard of cheetah zijn dan weer toproofdieren, of predatoren om het met het chiquere woord te zeggen. Die laatste is overigens het snelste landroofdier ter wereld.

Slechts een keer hebben we de jachtluipaard gezien: hij lag in de schaduw van een boom te rusten, maar kwam een paar seconden later toch rechtop zitten, speurend naar verdere maagvulling misschien. Wie weet wat voor een vermoeiende nacht had hij al achter de rug, met goed gevolg of vruchteloos jagend en rennend achter mals rauw vlees. Maar dat heb je met dieren: ze komen het niet vertellen.


Jachtluipaard in attente rust


Nog oplettender nu

Van de leeuwen zie je meestal de wijfjes en dat zijn ook diegene die het meeste jachtwerk verrichten: Koning Nobel laat zich het liefste bedienen - een echte macho is dat - maar assisteren en aanschuiven aan tafel doet hij ook wel. Maar hij schijnt overdag vooral goed te zijn in rusten en luieren. Hij bewijst zo het bekende leeuwenspreekwoord: 'Erst das Fressen, und dann der Schlaf' En dan is fotootjes schieten niet zo moeilijk: onbewust poseert hij ongeveer zolang je wil!


Van de wereld weg


Close-up van een toegewijde slaapkop

Zebra's zijn het talrijkst in dat deel van de savanne dat we bezocht hebben. Maar daarna komen toch de olifanten: over hoe ze in familie gaan slapen heb ik het al gehad, maar telkens als je ze ziet blijven ze indrukwekkend. Ze bewegen zich traag en rustig voort, schijnen zich nergens aan te storen, en natuurlijke vijanden schijnen ze, behalve de mens, niet te hebben. Ze planten zich ook met succes voort, lijkt het: je ziet kleintjes, ook jongere die bij de mens pubers zouden zijn. Op het eerste gezicht schijnt hun bevolkingspiramide gezond te zijn. Je hoort wel vaak dat we op die dieren zuinig moeten zijn, en dat is ook zo, maar hier gaat het ze kennelijk voor de wind.


Ouder en jonger door de plassen


Olifantenpuber

Buffels horen ook bij de big five, maar echt tot de verbeelding spreken ze niet. Ze zijn log in hun bewegingen, en vallen wel eens ten prooi aan leeuwen en andere verbeten vleeseters: er is dan ook heel wat aan te verhapstukken. Volgens Rachid, onze gids, worden buffels tot 30 jaar oud, maar als ze boven de 25 zijn, zonderen de buffelstieren zich van de groep af, en leven dan met een of twee lotgenoten samen, zich bewust van het feit dat ze niet meer echt van nut zijn: de eenzaamheid van de oude dag schijnt hun ten deel te vallen. Waar komt dat nog voor? Op de foto zie je zo'n eenzaat: veel kracht en pit straalt hij niet meer uit, zijn vacht heeft alle glans verloren, ze is als het ware versleten, zoals hijzelf trouwens: post molestam senectutem nos habit humus, zongen we dan vroeger, en dat is voor alle leven zo, het is niet anders.


Kleine kudde buffels



Gepensioneerde buffel

Nog een trage beweger, maar een mooi dier, is de giraf: zo vaak hebben we die niet gezien, maar toch genoeg om hem indrukwekkend te vinden. Masaigiraffen waren het, zei Rachid: statige dieren, die zoals geweten van hoge acaciabomen eten, en die zijn in de twee parken wel voorhanden.





Hij moet zo hoog nog niet reiken



Masaigiraf in volle lengte en glorie

En om toch nog aan vijf grote te komen heb ik er bij ontstentenis van de neushoorn het nijlpaard maar bijgehaald: groot, zwaar en log is het in ieder geval. Ze komen wel aan land, maar liggen ter verkoeling graag in het water, bijna volledig ondergedompeld. Zo hebben we er eentje zien liggen in een eerder ondiepe plas, compleet bewegingloos, zo immobiel dat we dachten dat het dood was. Maar nee, af en toe bewogen zijn neusgaten: hij ademde. De dieren hebben hier natuurlijk ook last van de loden hitte, vooral als ze zo corpulent zijn, dat spreekt.


Twee volwassen nijlpaarden en een adolescent


Nijlpaard in zijn dagelijkse bad

En zo heb ik dankzij een binnengesmokkelde soort 'the big five' gezien. En nu heb ik voor de rest van mijn leven geen wensen meer, of toch een minder.

zondag 30 oktober 2016

Tsavo Oost: leeuwenontbijt

In het nationale park 'Tsavo East' hebben we onze laatste fotosafari gereden. Dat betekende heel vroeg uit de veren, en al om zeven uur op weg, want 's morgens in de vroegte zijn de meeste dieren nog actief. Viel dat wel even tegen: de gezamenlijke fauna leek wel een snipperdag te hebben, echt sensationeel was het niet. Tot op het bijna allerlaatste: is daar een leeuw bezig zijn ontbijt op te smikkelen! De buitgemaakte buffel ligt er finaal geveld bij, al half opgepeuzeld, met zijn linkervoorpoot pathetisch in de hoogte, alsof hij in zijn laatste momenten nog om hulp wilde wuiven. Helaas, er hielp geen bidden en smeken meer, de leeuwen lieten zich niet vermurwen.


Leeuwenontbijt


Vruchteloos buffel-sos

Onze chauffeur wist ons te vertellen dat de buffel die nacht nog gedood was, en dat de leeuwen zo ongeveer alles wat echt niet te hard en onverteerbaar is opschrokken. De ingewanden - darmen, maag en lever - worden met smaak naar binnen gewerkt, want die zijn zacht. Veel bederfelijks blijft er na zo'n maal niet meer over, en het beetje wat nog rest, wordt door de gieren schoongemaakt: zij zijn zowat de reinigingsdienst van de savanne!


De leeuw vreet zich echt door de buffel


. . . monstert zijn prestatie, en ziet dat het goed is

Dat is natuurlijk ook de natuur: eten en gegeten worden, geweld en agressie: van die laatste zijn ook de mensen dader en slachtoffer. In de savanne is het niet altijd 'aards paradijs'. Wel voor drie leeuwinnen die tien meter verder liggen te rusten en uit de blazen van jacht en vraatzucht. Zij hadden het eerst hun bekomst, maar Koning Leeuw was toen nog niet verzadigd, en bleef
halsstarrig de eenzame eter.


Volgevreten leeuwinnen

Vijftig meter verder ligt nog een slachtoffer: een zebra deze keer. Maar die is al een tijdje langer dood, want hij verspreidt al een kwalijke geur, met andere woorden: hij stinkt terdege. Daar wil niet ieder roofdier meer aan. Hij wordt voedsel voor de gieren, en dan zijn die ook weer tevreden.


Overrijpe zebra

Dat is de andere zijde van de natuur: idyllisch is nog iets anders, maar het is de realiteit. De mens heeft het gelukkig volledig verleerd oorlog te voeren en anderen te doden.

vrijdag 28 oktober 2016

Amboseli Park: the big five overvleugeld

Als je naar Afrika op safari gaat, hoop je natuurlijk 'the big five' te zien: die dieren worden als erg spectaculair ervaren, die wil je zeker waarnemen. En het is ons gelukt, toch voor 80%, want de neushoorn was in Amboseli, noch in Tsavo Oost in de aanbieding. Het zal bekend zijn dat het dier zeer vaak het slachtoffer is van stropers, enkel en alleen voor zijn hoorn, die vermalen een potentie verhogende werking zou hebben. Vooral de Chinezen en hun buurvolkeren zouden er tuk op zijn. Overigens is het zo dat in de Keniaanse nationale parken toch nog gestroopt wordt, want dat zijn geen duidelijk afgesloten gebieden: om die te omheinen zijn ze veel te uitgestrekt. Er rijden ook wel 'rangers' rond, maar of die allemaal helemaal betrouwbaar zijn of een 'beetje' corrupt als de gelegenheid zich voordoet, is dan de vraag. Het gemiddelde maandloon ligt in Kenia tussen de 200 en 400 euro, en daarmee kun je de hoorn des overvloeds niet in huis halen.

Naast de big five lopen er nog heel wat interessante viervoeters rond, en komen er veel vogels voor die wij voor een deel in West-Europa helemaal niet kennen. En zwaluwen gierden er ook, zodat we meteen wisten dat we er thuis niet meer naar moesten uitkijken: die trekken volgend jaar wel weer naar hier.

De zilverreiger zie je vaak, in de nabijheid van zebra's of olifanten: op een of andere manier schijnt er tussen die dieren een samenwerkingsverband te bestaan.


Zilverreiger

Je ziet hem bij ons ook wel eens, maar niet zo de reuzenreiger, ook bekend onder de naam goliathreiger: het is de grootste reiger ter wereld, kan tot 1,50 m groot worden, en heeft een spanwijdte van 1,85 tot 2,30 meter. Voor het Turnhoutse Vennengebied is hij meer dan een maatje te groot: je vindt hem in heel Afrika ten zuiden van de Sahara. Hij eet onder andere vissen van 15 tot 50 cm: een slokop is het. Je kunt hem misschien rangschikken in de categorie the big five van de Afrikaanse vogels.


Reuzenreiger (Ardea goliath)

Nog een van de grote jongens is de zadelbekooievaar: hij haalt ook makkelijk 1,40 m, zijn spanwijdte is zelfs 2,70 m. Hij heeft een eigenaardige naam, en die heeft hij aan zijn bek te danken: die is rood, maar dan komt er een zwarte band en een geel 'zadel' vlak bij zijn kop. Op zijn manier is hij de gevleugelde supporter van de Rode Duivels, wat hem bij voetbalfanaten van bij ons enorm populair maakt natuurlijk. Daarom ook mag je hem niet 'tacklen': zodoende is de soort niet bedreigd, ook al omdat hij bijna in heel Afrika te vinden is.


Zadelbekooievaar (stiekem Belgische vogel)

De parmantigste onder de gevleugelde vrienden is de secretarisvogel: alleen zijn naam al maakt hem 'van betere stand': hij schijnt een stijlrijk grijs hemd te dragen boven een zwarte broek, en doet zo denken aan bedienden in negentiende-eeuwse banken en kantoren (dat kun je in films over die tijd wel eens zien). Ook hij is niet van de kleinsten: tot 1,40 m groot wordt hij, zijn  spanwijdte bedraagt zowat 2 m. Zijn wetenschappelijke naam is 'sagittarius serpentarius': het eerste woord betekent 'boogschutter', het tweede verwijst naar zijn voedsel. Hij eet graag slangen, die hij in hun geheel inslikt. Hij is evenmin vies van kleine zoogdieren, andere vogels en reptielen.


Secretarisvogel

Ibissen zijn er ook, heilige zelfs. Hij heet zo omdat hij in het oude Egypte het symbool was van de god Thoth. Ook weer geen kleintje, hoewel niet zo groot als de vorige vogels: tot 89 cm groot wordt hij, spanwijdte tot 124 cm. Toch ook niet meteen een huismus. Zijn leefgebied is Afrika ten zuiden van de Sahara. Die woestijn is voor meer van die vogels wel een grens waar ze niet overgaan.


Heilige ibis

En ten slotte komen we er eentje tegen die je bij ons ook wel eens kunt zien, als je het nodige geluk hebt: de lepelaar. Dat is een trekvogel, maar de West-Europese lepelaars overwinteren vooral in West-Afrika, niet in Kenia, dat in het oosten ligt. Hij wordt ongeveer even groot als de heilige ibissen, waar hij overigens mee verwant is.


Lepelaar, met naast zich een heilige ibis

Nog een ten slotte: een plevier, met name de smidsplevier. Die heet in het Engels 'plover', maar onze chauffeur/gids het het steevast over een 'pullover', een kledingstuk dat in Kenia nauwelijks van nut is.De smidsplevier leeft niet bij ons,
wel in Afrika van Angola tot Kenia en Zuid-Afrika. Hij bouwt zijn nest op de grond, legt gewoonlijk drie eieren die door beide ouders uitgebroed worden. Wij maakten met ons busje de vogel een beetje ongerust, daardoor ging hij iets rechtop staan, en zo is op de foto toch een ei te zien: bruingroen is het, met veel donkere stippen en vlekken. Vogel op nest met ei: dat fotografeer ik ook niet elke dag.


Smidsplevier

Als je niet onmiddellijk the big five in volle glorie kunt spotten, zijn de talrijke vogels in de parken meer dan een troost: ze worden een zeer smakelijk hoofdgerecht voor Europese ogen, we steken heel wat op, dat is wel duidelijk, en onze bewondering voor Moeder Natuur blijft groeien. En er zijn nog veel mooiere: het is zonder meer ongelooflijk wat in er Amboseli Park allemaal rondvliegt!

p.s.: voor afmetingen en verspreidingsgebied van de vogels heb ik dankbaar 'wikipedia' geraadpleegd.

donderdag 27 oktober 2016

Amboseli: let's call it a day, Jumbo said

Een zeer imposant dier is de olifant ongetwijfeld, en bijzonder opvallend daarbij. In onze contreien zijn ze eerder zeldzaam, en als er een een kalfje krijgt, staat het land in rep en roer: herinner je Kai Mook die in 2009 voor heel wat meer bezoekers naar de Antwerpse dierentuin wist te lokken. Sinds 2012 leeft het jonge dier in Planckendael, bijna incognito, want het nieuwe en tedere is er wat af. Maar in Amboseli Park zijn jonge olifantjes gewoon natuurlijk: meer dan een paar heb ik er gezien. Mooi is het om een moeder met haar kleuter samen gras te zien eten, het kleintje doende wat het zijn mammie ziet doen. Eetgewoonten bijbrengen doet ze, dit is letterlijk opvoeden.


Alweer moeder en kind

Dit gebeurt nog bij klaarlichte dag, maar de zon gaat ook onder en het licht begint te krimpen. Dat is voor de olifanten het sein om de werkdag langzamerhand af te sluiten, verzamelen te blazen en de slaapvertrekken op te zoeken. Met rustige tred komen groepjes bijeen, lopen langzaam, maar doen toch stof opwaaien en maken de achtergrond ietwat nevelig, wat de avondstemming nog verhoogt.


In kleine groepjes naar de slaapvertrekken

Maar groepjes komen bij elkaar, en je krijgt een extended family die de aftocht blaast: de leidster van de groep aan de kop, andere volwassen dieren volgen, en daartussen jongen van verschillende leeftijden en afmetingen. Familieverbanden houden de olifanten bij elkaar, want het zijn duidelijk sociale dieren. Best indrukwekkend omdat zo te zien gebeuren, vind ik.


Onder weg groeit de groep

Dat zie je dus in onze dierentuinen niet: te weinig dieren, te weinig ruimte en nog gevangenschap ook. En je krijgt het idee: wat zou ik nog in dierentuinen gaan zoeken? Het zijn maar flauwe afspiegelingen van het dierenleven in de vrije natuur, die wel nodig waren in de negentiende en een groot deel van de twintigste eeuw als je het publiek met die dieren kennis wilde laten maken, maar tegenwoordig heb je tv en film waar je ze kan zien. Dat is natuurlijk niet echt en in levende lijve, maar een dierentuin is ook niet 'echt'.


Close-upje

Ondertussen gebeurt volop wat de olifanten voelden aankomen: de zon gaat onder. Om zes uur is ze weg, en om half zeven is het in Kenia aardedonker: zo snel gaat dat in Afrika. Maar dat levert dan weer mooie plaatjes oplevert, vind ik.



Amboseli National Park: tweemaal dezelfde zonsondergang

Dieren spotten in een nachtelijk omgeving ligt niet echt voor de hand. Daarom: wij hebben onze ogen de hele dag goed de kost gegeven, nu is het de beurt aan onze maag. En daarna gaan wij naar onze slaapvertrekken, na eerst nog het nodige vocht ingenomen te hebben. Want het is hier zo warm: drinken houdt ons recht!

woensdag 26 oktober 2016

Kenia: Amboseli National Park - I

In 'Amboseli National Park' logeren we in 'Ol Tukai Lodge', niet in een groot, hoog en protserig hotelgebouw: de constructies moeten in evenwicht met de natuur zijn, het zijn zeker geen storende elementen, zoveel kennen de Kenianen ook wel van natuurbehoud en -bescherming. Trouwens, dat soort van toerisme is een van de weinige bronnen van inkomsten van een eerder arm land, waar voor de rest nog heel wat werk aan de winkel is. Alles is opgetrokken met inheemse en plaatselijke materialen: :n feite zitten we in een bungalowpark in het veel grotere 'National Park'. Tot onze algehele tevredenheid overigens.


In de natuur passende laagbouw van 'Ol Tukai Lodge'

Wij zitten in de kamers die horen bij het deel dat 'Mountain View' heet: de berg waarnaar verwezen wordt is de Kilimanjaro, die is behoorlijk vlakbij. Vanaf het grasveldje voor onze kamer hebben we uitzicht op een deel savanne: daar grazen zebra's, gnoes, zie je zilverreigers, in de verte zelfs een paar olifanten. Ik kijk op tv graag naar natuurdocumentaires, die vaak over Afrika en de savanne gaan, en ik krijg onmiddellijk een gevoel van thuiskomen. Een tv-scherm is 50 bij 60 cm of iets van die afmetingen, maar hier zie je de hele, bijna oneindige uitgestrektheid, waar een diepe stilte en een indrukwekkende vrede heersen, want die dieren laten elkaar allemaal met rust (hongerige leeuwen waren niet van de partij). De scene deed met onmiddellijk denken aan de Tuin  van Eden: als er ooit een aards paradijs bestaan heeft, moet het er zo ongeveer uitgezien hebben. Je waant je bij het allereerste begin van de schepping. Nog over dat thuiskomen: de mensheid zelve komt uit deze streken, en zo kom je ook bij je oorsprongen. Machtig en prachtig gevoel heb ik daar ervaren.


Deeltje savanne met zebra's en zilver- of koereigers

En dag later, bij een van de 'game drives', zoals ze een fotosafari daar noemen, passeren we een laagte in het daar groene landschap, vol met de alomtegenwoordige zebra's en enkele spaarzame olifanten: zo ver het oog reikt pais en vree, rust en stilte. Ik heb de wereld zelden zo mooi gezien, zo mooi dat het me werkelijk ontroert, zelfs nu nog als ik eraan terugdenk en erover schrijf. Ik voel het aan als te groot voor mij, dat kan ik niet de baas,en mij treft het met 'het besef een broodkruimel te zijn op de rok van het universum', om eventjes met Lucebert te spreken. Zeer bijzondere emoties voel ik daar.


De broodkruimellaagte

Als je over thuiskomen spreekt, moet je het natuurlijk ook over je familieleden hebben, en die zijn er ook. Apen natuurlijk, vooral bavianen, die zijn in Amboseli zeer geslaagd. Moeder en kind, bijna menselijk in hun gedragingen: ofwel reed baby mee op de rug van mammie, ofwel rustten ze, zij haar kind met haar lijf en twee armen beschermend: moederliefde is geen menselijke uitvinding, veel meer zoogdieren kennen dat.


Moeder en kind

We zaten dus ook bij de grootste alleenstaande berg ter wereld, de Kilimanjaro. De etymologie en de betekenis van de naam zijn niet zeker, maar het woord zou 'witte berg' kunnen betekenen. 5.895 meter hoog is hij, deze hoogste berg van Afrika. Hij is het best te fotograferen om 6 uur 's ochtends, wanneer de hemel nog klaar en helder is, want overdag zit de top meestal in de wolken. Tenzij het overdag of vlak voor zonsondergang opklaart, maar zelfs dan krijg je geen scherp afgelijnd beeld zoals van Alpen- of Himalayatoppen. Een de ijskap helemaal van boven is ook niet meer wat ze ooit geweest is: de klimaatopwarming speelt ook in Afrika haar rol.


De Kilimanjaro

De eerste dag van onze kennismaking met zwart Afrika was voor mij in ieder geval overweldigend: ik heb zelden zoveel moois en groots beleefd. En dan moeten we nog op pad om allerlei dieren te gaan bekijken: dat belooft!

dinsdag 25 oktober 2016

Kenia: naar Amboseli - couleur locale

En dan ga je met 'Wetravel2' op reis, naar Kenia nog wel! 'Wetravel2' is een reisbureau voor mensen met een beperking, geleid door iemand met een beperking, maar die ondanks zijn minder fortuinlijke toestand het reizen niet wilde opgeven, en dan maar zijn eigen reisbureau uit de grond stampte. Overigens: de reizen die hij aanbiedt, heeft hij allemaal eerst zelf gemaakt, hij weet dus wat zijn klanten kunnen en zullen beleven. Een onbetwistbare en vertrouwenwekkende waarborg is dat zeker.

Maar ik dus met drie anderen naar Kenia: 4,5 dagen safari, 2,5 dagen uitrusten en op krachten komen in een strandhotel aan de Indische Oceaan, dertig kilometer ten zuiden van Mombassa. En dat langzame uitbollen voor de terugkeer is voor min of meer andersvaliden echt geen luxe. Mooie formule vond ik het.

Van Kenia zelf zie je in feite niet zoveel: je bent vier dagen in 'National Parks' om de fauna te spotten, weg van dorpen en steden, en het strandhotel ligt ook een eind weg van waar de modale Keniaan zich thuis voelt. Je kunt het gewone Kenia alleen zien op de 600 kilometer lange weg Nairobi-Mombassa. Op een gegeven moment moet je dan rechtsaf naar het 'Amboseli National Park', maar enige indrukken heb je dan al wel opgedaan. Onze eerste halte was het dorp Emali: tanken, water voor de ritten in het park opslaan, en sanitaire stop. Dat laatste viel op zichzelf wel tegen: Franse wc's stonden te onzer beschikking, dus het werd 'waar alle vrouwen hun plas ophouden' zoals Herman van Veen ooit zong. En voor het grote werk drongen de heren ook niet aan. De volgende halte was beter uitgerust.

Het dorp ziet eruit zoals je dat kent van tv-beelden: rommelig, niet echt verzorgd, mensen die kennelijk geen echte bezigheid hebben. Een gebouw dat misschien ooit een hotel is geweest, lijkt op de gelijkvloerse verdieping meer op een verzamelplaats van allerlei afval, en de rest ziet er ook niet echt riant uit: vuilniszakken aan de zijgevel. Het gebouw heet wel met enige trots 'New Grand Regency'! Vergane glorie denken we dan maar.


New Grand Regency

Ervoor zitten twee mannen, een op een bank, de andere op een plastic stoel, onder een grote parasol - 'King's Collection! - onbestemde waar te verkopen, maar niet met overdreven ijver: zijn het schoenen, riemen, bordern of potjes met kruiden? Onze chauffeur vertelde ons dat werkloosheid een groot probleem is in Kenia: deze twee mannen schijnen er een illustratie van te zijn.


The King's Collection

Een aantal winkeltjes op een rij maken het beeld van de plaats compleet: je vindt er een kapsalon, er worden matrassen verkocht, een zaak heet 'The Place Computer Services, een 'chemist' is er ook, maar het is nog te vroeg op de dag voor veel activiteit.


Nog slapende winkelbuurt

De mooiste zaak is een nogal grote souvenirshop: beeldjes, doeken met Keniaanse tekeningen en motieven, er is wel wat te vinden, dat wel. Maar we kopen nu nog niks, zo helemaal in het begin van onze reis: er komt nog gelegenheid genoeg, menen we. Hoewel datniet echt zo uitpakte.


Keniaanse souvenirshop

We gaan echter voor de nationale parken, waar we 'the big five' willen zien. En bij het buitengaan van de winkel krijgen we meteen al een zeer gunstig voorteken, een goed zichtbare voorsmaak: neen, geen verdwaalde katachtige, maar een doodgewone huiskat die drie jongen zoogt! Wat kan er nu nog mislopen, de goden, Keniaanse en alle andere zijn kennelijk met ons! Welaan dan, laat de olifanten, buffels en echte katachtigen maar komen, wij zijn er klaar voor.


Het voorteken