woensdag 9 februari 2022

Red Ster Line Museum: een affiche en vier schilderijen

Na een aantal jaren ben ik nog eens in het Red Star Line Museum geweest: wat me opviel was dat het een heel andere opmaak en ordening had gekregen dan dat aantal jaren geleden. En dat het vooral een leesmuseum is, niet vooral, maar toch grotendeels. En eigenlijk hou ik daar niet van: ik ga naar musea om schilderijen te zien, of beeldhouwwerken, maar geen overvloed aan teksten. Toch hangt er hier en daar en af en toe een grafisch werk, wat ik dan weer fijn vind.

Het eerste dat ik de moeite vind, is een affiche uit 1902 voor de Red Star Line van Henri Cassiers: hij heeft er overigens meer voor die maatschappij gemaakt, veel van hun schepen onder andere. Op deze plaat is ook zo'n transatlantieker te zien, centraal, maar eerder op de achtergrond. Op de voorgrond staan vijf Zeeuwen aandachtig te kijken naar wat daar voorbij vaart, een schip op weg naar de moderne tijd, naar Amerika. Dat contrasteert natuurlijk heel duidelijk met de vijf mensen die de reis naar de toekomst van anderen aan de noordoever van de Westerschelde gade staan te slaan, in traditionele Zeeuwse klederdracht natuurlijk. Het jongetje links heeft zijn spel in de zandbak gestaakt om zijn ogen ook de kost te geven, terwijl hij een zeilscheepje in zijn rechterhand houdt, geen concurrentie voor de oceaanstomer. Het meisje trekt aan moeders rokken, om te vragen: ' Mammie, wat is dat voor een grote boot? En waar vaart die naartoe?' Weten kinderen veel, en de drie volwassen vrouwen mogelijk even veel. Prachtig werk is dat van Cassiers: op Wikipedia lees ik dat hij vooral werd aangetrokken door de klederdracht van Zeeland, dat niet zo ver is van zijn geboortestad Antwerpen. De kunstenaar heeft geleefd van 1858 tot 1944.

Henri Cassiers, Affiche voor de Red Star Line

Een tijdgenoot van Cassiers, ook een Antwerpenaar,  maar dan een schilder, was Louis van Engelen (1857-1940): ik moet eerlijk zeggen dat ik nooit van de man gehoord had, hoewel hij toch niet eender wie geweest kan zijn. Hij schildert de 'Belgische landverhuizers, een best imposant doek: het meet 258 bij 395 cm. Er bestaan kleinere schilderijtjes, denk ik dan. Rechts en centraal wandelen de landverhuizers over de Nassaubrug op het Eilandje in de richting van hun schip, terwijl de mensen die hier blijven links en uiterst rechts staan toe te kijken. Het gebouw in de achtergrond is het Oosters Huis dat in 1893 afgebrand is, zoals mijn computer mij vertelt. Het is een grijs doek, met wat licht van achteren, vrolijk is de sfeer niet. En dat kan ook niet: de migranten laten hebben en houden en hun land achter, en lopen naar een onbekende en onzekere toekomst: 'de toekomst lacht ons toe' zullen die mensen niet gedacht hebben. Wel gehoopt allicht

Louis van Engelen, Belgische landverhuizers, 1890

Een andere 'Landverhuizers' is van de hand van Eugène Laermans (1864-1940): het betreft hier een drieluik uit 1896, met afmetingen 159 x 420 cm. Een plaatje naast het werk vermeldt: olieverf op doek, gemaroufleerd op paneel.
Dan moet je natuurlijk gaan zoeken wat 'maroufleren' betekent. 'Marouflage is het plakken van een textiele drager op een onbuigzaam oppervlak, bijvoorbeeld canvas op een houten paneel. Deze verouderde techniek is meestal onomkeerbaar, en wordt daarom niet meer toegepast.'

Van zo'n groot drieluik kan ik alleen het middelste deel in mijn fototoestel krijgen, maar ook dat alleen is indrukwekkend. Laermans schildert geen herkenbare achtergrond: boven de hoofden van de migranten stroomt een rivier, en daarachter zie je de kerktoren van een onbekend dorp, een streepje opklaring en dan weer grijze wolken, die als symbool meegaan met dit soort van gebeuren. Hij haalt er zo alle anekdotiek uit: dit schilderij kan voor alle tijden gelden. Aan de kop van de stoet kijken de mensen nog een laatste keer naar de plaats die ze verlaten hebben, je ziet verder weinig uitgewerkte gezichten, maar vooral veel petten en bij de vrouwen mutsen. Dit schilderij doet mij nogal spontaan en onvermijdelijk denken aan de vluchtingenstromen uit 2015, toen Angela Merkel met veel vertrouwen verklaarde 'Wir schaffen das', wat wil zeggen 'Dat komen we we te boven, dat lossen we wel op', maar ze er onmiddellijk van beschuldigd werd een uitnodiging naar heel de ontheemde wereld uitgestuurd te hebben, quod non.

Overigens is Laermans, die een gekend en erkend kunstenaar was, in zijn latere jaren compleet vergeten, en hij is in 1940 vereenzaamd gestorven: helaas 'sic transit gloria mundi'!

Eugène Laermans, Landverhuizers, olieverf op doek, gemaroufleerd, 1896

Twee werken nog, ook van een kunstenaar die vergeten was, maar die de laatste decennia een terechte heropleving heeft gekend: Eugeen van Mieghem. Hij woonde op het Eilandje, heeft het leven aan en in de haven herhaaldelijk als onderwerp behandeld. Eentje ervan heet 'Vreemden', en is een redelijk donker werk. Je ziet drommen mensen inschepen op twee oceaanstomers, en tussen die vaartuigen komt op de achtergrond de toren van de kathedraal piepen. Hoogstwaarschijnlijk waren die mensen in Antwerpen al vreemden - velen kwamen uit Oost-Europa - en op hun plaats van bestemming hadden ze die status natuurlijk ook. En de overtocht in derde klasse was allesbehalve en pretje, die hadden ook nog te verhapstukken! Je moet er wat voor over hebben om elders een nieuw leven te kunnen beginnen, maar miljoenen heeft dat niet tegengehouden.

 

Eugeen van Mieghem, Vreemden

Het laatste werk is van een andere aard: een eenvoudig koppel wandelt langs de Schelde, hun zondagse ontspanning mogelijk: het kleine geluk van de gewone Antwerpenaar. Schepen op de achtergrond natuurlijk, en ook weer de toren van de kathedraal, voor Van Mieghem het geliefde waarmerk van zijn stad.


Langs de Schelde

Als we naar buiten gaan, passeren de de Museum Shop, en daar koop ik het boekje 'Het Red Star Line Museum, Antwerpen': voor € 12,50 heb je dat. En al de teksten die in het museum te zien waren, staan daar ook in. Toen ik het thuis aan het lezen was, dacht ik meermaals: 'Maar dat heb ik toch al gelezen!' In het museum zelf natuurlijk! Een aanrader: veel informatie, veel foto's, veel tekst, interessante verhalen. Voor het geld moet je het niet laten!

woensdag 2 februari 2022

Weesgedicht

Tijdens de 'Week van de Poëzie' van dit jaar kwamen vooral de zogenaamde 'weesgedichten' onder de aandacht. De bibliotheek van Aalst is daar mee begonnen in 2020, en dit jaar hebben ettelijke steden en gemeenten zich bij dat initiatief aangesloten, waaronder ook Turnhout. In onze stad bood de bibliotheek 100 gedichten aan die een peter en een raam zochten. Bedoeling is immers dat de kandidaat-peters of -meters een raam op de gelijkvloerse verdieping ter beschikking stelden waarop dan in afwasbare verf een gedicht wordt geschilderd. Als gewezen leraar Nederlands voelde ik me ook geroepen, en ik was niet de enige: na drie dagen hadden alle gedichten al een adoptieraam gevonden. Verzen van bekende en minder bekende dichters waren bij die weesgedichten, en ook plaatselijke dichters kwamen aan bod. Het gedicht op mijn raam heet 'Lichtmatroos' en is van de Turnhoutse dichter André Sollie. Op mijn raam ziet het er zo uit:

Lichtmatroos, Molenbergstraat 62, Turnhout

 

Laat ik de tekst maar leesbaar maken:

 

Lichtmatroos

 

Ik herken je.

Je schip manoeuvreerde zich al eerder

door mijn straatje van Gibraltar.

Laag water. De wanden van het ruim

schuren langs de romp van mijn huis.

Wijdbeens op het achterplecht

gluur je me mijn bed uit.

De vlag van Elders

slaat een blos op je wangen.

Laat me je verstekeling zijn.

Bombay, Batavia, Montevideo.

Langs loodsen, sluizen en dokken.

Kijk, ik gooi mijn raam wijd open.

Vang me op.

Ik dicht je sterke arme toe.


Ik vind het ook een goed gedicht, moet ik zeggen. De Turnhoutse schilder die het op het raam geconterfeit heeft, schrijft in de plaats van 'langs' het dialectwoord 'langst': een beetje couleur locale kan nooit kwaad, moet die gedacht hebben.

André Sollie is geboren in Mechelen in 1947. Zijn 'Wachten op matroos' is een kinderboek over een vuurtorenwachter die verliefd wordt op een zeiler. Hij won er de 'Gouden Griffel' mee, in 2001 was dat. De Engelse vertaling van het boek zorgde voor heel wat ophef in het UK, toen het op de lijst voor het onderwijs terchtkwam: christelijke organisaties konden zich niet vinden in de homofiele personen in het boek; je kunt nooit voor iedereen goed doen, denken we dan maar. Morgen loopt de 'Week van de Poëzie' ten einde: ik zal het raam van de buurman overmorgen gaan lappen, dan is iedereen tevreden. Hoe de verzen daar zijn terechtgekomen, is een verhaal van balsturige huisnummers, mar voor de rest onbelangrijk: niet alles loopt perfect in ons Belgenland, zelfs niet in de deelstaat Vlaanderen!