zondag 25 juli 2021

Een dorp: Gestel bij Berlaar

Gestel, dat vlak bij Berlaar ligt, is een bezoek meer dan waard. Tot 1964 was het een zelfstandige gemeente, maar vanaf dat jaar maakt het deel uit van het grotere Berlaar. Het heeft nog een oud gemeentehuis, en daar ontmoet je een middeleeuwer, en nog niet de eerste de beste: over Jacob van Maerlant gaat het! En ook Hendrik Conscience wordt gehuldigd. Want in de gevel van dat oude gemeentehuis is een steen met een verrassende en interessante tekst ingemetseld. Die gaat als volgt: 

Door Maria Berthout van Berlaer/ herkomstig van Gestel/ werd in 1313 aan Lodewijk van Vethem op gedragen/ de Spiegel Historiael van/ Jacob Van Maerlant 1291 * te voltooien/ waaruit de Slag der Gulden Sporen werd geschreven/ en voor het nageslacht vereeuwigd door/ Hendrik Conscience in zijn Leeuw van Vlaanderen - 18 september 1938 - * 1291 het jaar dat Van Maerlant stierf

Voor een oude germanist is dat een ongelooflijke ontdekking. Dat die steen in 1938 geplaatst werd is ook geen toeval: dat is precies 100 jaar na het verschijnen van 'De Leeuw van Vlaanderen'! Bouwen aan de Vlaamse identiteit tot in de kleinste dorpen zullen we dat dan maar noemen. Ik zal er Bartje eens heen sturen, wie weet tot welk inzicht komt die daar! Hoe dan ook: in Gestel kom je plotseling in het midden van de Nederlandse literatuurgeschiedenis terecht.

De gedenksteen voor de Spiegel Historiael en de Leeuw van Vlaanderen

Het toeval  wil dat ik me voor mijn 50ste verjaardag een 'Spiegel Historiael' cadeau gedaan heb, een boek met miniaturen uit het handschrift dat in Den Haag bewaard wordt. Fragmenten uit de middelnederlandse tekst worden uitgelegd, woorden verklaard. Zo komt de strijd van Karel de Grote met de heidense ridder Agolant aan bod: in Spanje wordt die uitgevochten. De omslagillustratie is een foto van de miniatuur over dat conflict.

Den strijt van Karle ende Agolande

Genoeg uitgeweid: ik zou het over Gestel hebben. Op het centrale pleintje staat een schandpaal: dat is niet zo'n eigenaardigheid, wel dat die pas geplaatst is in 1779, 10 jaar voor de Franse Revolutie. Wanneer ik me verwonder over dat late jaar, zegt Yves, ad rem zoals altijd: 'Ja, maar hier hebben ze geen Franse Revolutie gekend!'. Niveau hebben onze uitstappen doorgaans, dat wel.

De schandpaal uit 1779

De Sint-Lambertuskerk is interessant, maar je kunt ze alleen in groep bezichtigen: dat kost € 20, en voor een groep van 2 personen vonden we dat toch iets te duur. De oudste delen van het gebouw dateren al uit de vijftiende eeuw: de toren vermoed ik. Maar heel het kerkje is wel aantrekkelijk.

De gotische Sint-Lambertuskerk

Rond de kerk ligt het kerkhof, met enkele merkwaardige beelden. Zo is er een dat de Boerenkrijg herdenkt: op de sokkel lees je: 'Ter Gedachtenis/ der Inwoners onzer Gemeente/ die streden voor Goddienst/ en Vaderland in den Boerenkrijg/ 1789-1889'. (nvdr: geen tikfouten hier)

Het beeld dat herinnert aan de Boerenkrijg

Aan het 'Hof van Rameyen staat een bord dat het ook over de Boerenkrijg heeft: die plaats ligt op het Boerenkrijgpad. Er moet hier ooit stevig gevochten zijn tegen de Fransen. Nu straalt het gehucht niets dan pais en vrede uit, waar niemand tegen kan zijn. Merkwaardig toch wel dat je in zo'n klein dorpje zowel met literatuurgeschiedenis en de geschiedenis geconfronteerd kunt worden. Zo maak je op je wandelingen telkens iets anders mee, en vervelen doet het dan zeker niet.

Uitleg over een conflict in de Boerenkrijg

En met de La Chouffe later in café 'De Poemp' voelen we ons weer helemaal Belgisch, echte vaderlanders zijn we, tot spijt van wie 't benijdt! En we drinken op Vorst, op Vrijheid en op Recht! Oprecht? Daar piekeren we nog over.

zaterdag 24 juli 2021

Berlaar: vergeefse wandeling en een 'palazzo'

Yves onderneemt met mij nog eens een knooppuntenwandeling: hij is specialist in het samenstellen van dergelijke uitstappen. Vandaag is Berlaar aan de beurt: het moet er mooi stappen zijn. We vertrekken aan knooppunt 31, en dan volgen knooppunten 71 en 73: altijd rechtdoor, geen ingewikkelde zoektocht zal het worden. Knooppunt 71 moeten we bereiken na 600 meter, 73 ligt nog eens 300 meter verder: geen onoverbrugbare afstand, zeker voor mij met mijn scootmobiel niet, en Yves moet deze 900 meter eerder moeiteloos overwinnen. We zien een plaatje dat in de richting 71 wijst, en we lopen verder en verder en verder en nog verder, tot Yves begint te twijfelen, want we stappen langs een drukke weg, dit is duidelijk geen natuurwandeling. Ik scootmobiel een 500 meter verder, maar vind nergens knooppunt 71, laat staan 73. We geven het op en keren op onze stappen terug: de wandeling in Berlaar zal voor een volgende keer zijn.

Op het dorpsplein gaan we op het terras van 'De Poemp' zitten, bestellen elk een 'La Chouffe' - de Waalse economie moet zeker nu gesteund worden - en ik vraag de ober iets over een groot wit huis dat we in het begin van onze mislukte tocht gezien hebben. Die verwijst naar een klant aan het tafeltje achter ons, en die er alles van zou weten. Hij vertelt ons waar het huis nu voor dient, en dat het ooit nog eigendom is geweest van een beroemde operazanger. Genoeg om thuis verder te zoeken.

Die beroemde operazanger blijkt Ernest Van Dijck te zijn, dezelfde naar wie de Ernest Van Dijckkaai in Antwerpen is genoemd: zo leer je nog eens iets bij. En die man was niet zomaar een plaatselijke goede zanger: hij stond bekend als Wagnervertolker, een tenor, en als dusdanig heeft hij gezongen in Covent Garden, de Opéra de Paris en de Metropolitan Opera in New York: niet zomaar een meelopertje was hij, in zijn vak was hij wereldberoemd. Hij werd geboren in 1861 in Antwerpen, en stierf in 1923 in Berlaar, in het Berlaarhof. Zijn zangcarrière had hem natuurlijk geen windeieren gelegd, en in Berlaar kocht hij dat grote huis uit 1858, waar hij woonde tot aan zijn dood. Ik zou dat 'hof' een palazzo noemen, het is een gebouw dat enige grandeur uitstraalt. Schitterend wit, en de vensters op de eerste verdieping hebben een omlijsting met een Jugendstiltoets. Prachtig is het gewoon!

 
Het Berlaarhof, il 'Palazzo'

De gemeente heeft het Berlaarhof en het parkgedeelte van het goed redelijk recent verworven, in 2019 was dat. Het gebouw is nu omgevormd tot een VillaVip, een woongelegenheid waar tien volwassenen met een beperking samenwonen met een zorgkoppel. Een best lovenswaardige bestemming voor dit oude gebouw, vind ik.

Een ander interessant gebouw in de Pastorijstraat is de pastorie. Die dateert al uit 1631, ze werd grondig hersteld in 1739, en gerestaureerd in 1967. Dit is niet zomaar een optrekje, je ziet meteen dat Jan met de pet hier niet thuishoort: best imposant is het. Meneer Pastoor woonde niet slecht, dat is het minste dat je kan zeggen. Centraal op de nok staat een dakruitertje met kleine klok. Op de voorgevel zie je Griekse letters: van links naar rechts theta, espsilon, omega. Zo kom je aan 'theo', en zit je meteen bij God. Verder hangen er kappa, mu en rho, maar wat die betekenen, dat weet ik niet, daarvoor schiet mijn kennis te kort.

De pastorie van Berlaar - 'theo' en nog drie letters

Deze  mislukte wandeling levert dan toch nog kennis van cultuur in de bredere zin van het woord op. Verspilde moeite is het alleszins niet geweest. En de 'La Chouffe' op het terras van 'De Poemp' zorgde net zo goed voor aangename vertroosting. Waarover zouden wij dan klagen? Laten we liever een Wagneraria aanheffen, maar in dit geval niet al te dramatisch!

woensdag 21 juli 2021

Waimes: de Hoge Venen - foto's

En laat ik het dan nog eventjes hebben over het toppunt van België, ik bedoel het hoogste punt: het Signal de Botrange, 694 meter hoog. Geen Alpen, geen Hymalaya, maar onze Noorderburen komen niet eens half zo hoog. Er staat een toren met zendmast, maar hoe hoog dat bouwsel is weet ik niet. Beneden is een brasserie-restaurant, je kunt er Diekirch savoureren: ten minste als de zaak open is. Drie jaar geleden stonden we daar ook al voor een gesloten deur, en nu is het niet anders. Vlak daarnaast vind ik een VVV-kantoor, maar daar kan ik ook niet naar binnen: ze verwelkomen de bezoekers hier op een wel zeer eigen wijze!

Het Signaal van Botrange: meestal gesloten?

Drie jaar geleden hebben we een wandeling uitgeprobeerd op een zogenoemd knuppelpad, maar ook dat was een mislukking: na een paar honderd meter was het pad gewoon onderbroken, er lagen gewoon geen 'knuppels' meer, en als mijn zoon en de vrienden van mijn dochters daar al hun mankracht niet hadden ingezet, stond ik daar mogelijk nog. Maar, door de ervaring rijker geworden, steek ik de weg over en rijd zo de Hoge Venen in: je herkent het landschap meteen, ook al ben je er niet vaak geweest; het is in ieder geval iets anders dan het Turnhoutse Vennengebied. Een plateau begroeid met gras zie ik, golvend, met hier en daar een spar, zo ver het oog reikt. Erg veel afwisseling is er niet te zien, maar toch blijft het een landschap apart: ernaar kijken is ervan genieten!

 
 
    

De Hoge Venen: golvend plateau

Je mag er niet zomaar overal in lopen: een afsluiting maakt duidelijk waar je niet mag zijn. Natuurlijk wordt in de Hoge Venen aan natuurbescherming gedaan: als het daar niet gebeurde, waar dan wel?

Je loopt niet overal waar je wil

Ondanks het grijze weer, heb ik toch weer van de natuur genoten: dat is nooit verspilde moeite!

maandag 19 juli 2021

Bellevaux: la vache bleue

Tweede vaste prik in Malmedy is de wandeling in Bellevaux: L8 heette die indertijd, naar het nabijgelegen Ligneuville. Je komt er de Amblève tegen, en op een bepaald ogenblik moet je een zijriviertje over, anders kan je de cirkel van de wandeling niet rondmaken. Ik kom moeiteloos aan dat zijriviertje, maar dan blijf ik toch staan: het water staat me iets te hoog, het water was niet veel, maar toch iets te diep. Ik heb er niets aan als mijn scootmobiel in het midden van de bedding stilvalt, en niet meer wil starten. Dus ik terug: ik zoek het pad om de wandeling in de omgekeerde richtig af te leggen, maar mijn geheugen laat me in de steek. 

Maar ik ontdek wel iets anders: vlak bij een boerderij staat een blauwe koe in de wei: een blauw beschilderde koe, met de twaalf sterren van de Europese vlag op haar flank, en centraal tussen de sterren de wervende slogan: 'The fair milk' in foutloos Engels. 'Le lait juste' in het Frans, 'de eerlijke melk' in  het Nederlands: er is niet mee geknoeid, niet met de koe, niet met het product dat ze aflevert. Gegarandeerd door Europa, gesteund door Europa, met financiële middelen of anderszins. Je verwacht niet meteen een Europese blauwe koe in zo'n klein dorpje als Bellevaux. Maar ze staat er wel, ter verfraaiing van het landschap en getuigend van het belang van de EU.

Le lait juste: komt uit Bellevaux

Zoals niet alle koeien Blaar heten, zo zijn niet alle koeien blauw: in een weiland iets verder staan, maar vooral liggen een aantal normale koeien: zwart-wit zijn ze, zoals het voor die dieren betaamt. Ik zit in een streek waar veel aan landbouw gedaan wordt: bosbouw heb ik al genoemd, veeteelt en melkveehouderij komen daar nog bij. Maïsvelden heb ik nergens gezien, maar ik kan erover gekeken hebben.

 

De leveranciers van 'the fair milk'

Nog even bekijk 'la Maison Maraite', een gebouw uit 1592, dat sinds 1746 al zeven generaties na elkaar eigendom is van de familie Maraite. Het huis ziet er nog altijd goed uit.

La Maison Maraite, 1592

En dan heb ik Bellevaux, de mooie vallei weer gezien voor een tijd: het is een van de mooiste plaatsen in de omgeving van Malmedy, en ik kan er steeds opnieuw van genieten. Ik ben benieuwd wanneer ik er de volgende keer zal zijn.

zondag 18 juli 2021

Rotsen beklimmen

Lange wandelingen maken was niet echt mogelijk, daarvoor was het weer niet goed genoeg, te onbestendig. Maar naar uitkijkpunten gaan, dat zat er nog wel in. In Bellevaux ben je dicht bij de Rocher de Warche, en dat was geleden van toen de kinderen klein waren dat ik daar nog geweest was. Je kunt er met de auto redelijk dichtbij komen, je doet nog een eindje met de scootmobiel, en het laatste deeltje lopen: in het bos geen scootmobiel. 

Je wordt beloond met mooie vergezichten, waar verder geen commentaar bij te leveren valt.

De Warche vanaf de Rocher de Warche

Op de rots zelf komen, dat is wel moeilijker dan 35 jaar geleden: toen was ms nog niet mijn trouwe metgezel. In plaats van voorzichtig lopen wordt het nu kruifelen, of 'kreffelen' of 'kröffelen' zoals dat in mijn dialect klinkt. Maar ik geraak er wel, met een paar wondjes op mijn benen: zo'n rots is inderdaad keihard, maar dat laat ik de pret niet drukken. En dan kan je zien hoe diep onder je de Warche stroomt: toch indrukwekkend! En gewoon mooi, zoals de zegswijze luidt: 'Geen rijker kroon dan eigen schoon!' Laat ik eens even ouderwets doen.

De Warche in de diepte

De Rocher de Falize is moeilijker te vinden: ik volg de wegwijzer, maar op het einde van de weg heb ik geen rots gezien, ook geen andere aanduidingen. Tot ik stop aan een bord met kaarten en daar licht een man uit Ath me in over het te volgen teken: dat is op wandelaarsformaat, en met de auto zie je dat natuurlijk niet. Je moet een blauwe rechthoek volgen, met rechtsboven een haan, en de aanduiding van de wandeling: MDY 16, wandeling 16 in Malmedy.

Aanduiding van de wandeling

En dan krijg je weer prachtige panorama's die voor zichzelf spreken.


 

De Warche vanaf de Rocher de Falize

Zo heb ik geen jeugdherinneringen opgehaald, maar ben ik toch 35-40 jaar terug geweest. En heb ik vastgesteld dat ik nog kan wat ik vroeger kon, in andere omstandigheden dan wel, maar toch. En ik merk ook dat ik in die tijd wat dat betreft niet echt veranderd ben: er mag best wat uitdaging zijn! Die gaan we dan aan, met overleg en omzichtigheid en voorzichtigheid. Zo moet dat volgens mij, en zo geniet ik ervan.

vrijdag 16 juli 2021

Malmedy: de Warchewandeling

Vaste prik als ik in Malmedy ben, is de wandeling langs de Warche: ik vertrek aan de 'Carrière Nelles Frères' en rijd tot een bruggetje waar ik niet over kan, en waar het wandelpad naar het Meer van Robertville begint, en waar ik met mijn scootmobiel ook niet op zou kunnen. Heen en weer is dat zo'n 8 kilometer, en dat vind ik een behoorlijke afstand, en onderweg kun je heel wat interessante foto's nemen; ten minste: ik vind ze interessant.

Voor je aan de wandeling kunt beginnen, moet je een kleine waterloop oversteken, en dat was helemaal geen probleem: het water stond laag. En dan kun je de Warche volgen, stroomopwaarts. Eerst zie ik dan de rivier aan het beginpunt van mijn tochtje: behoorlijk rustig stroomt hij. Dat was op 7 juli: toen was de regenbom boven de Oostkantons nog niet losgebarsten. Ik zou wel eens willen weten hoe de rivier er nu uitziet, onstuimig stromend en kokend kolkend? Maar, wees gerust, ik ga me niet van de huidige toestand vergewissen: je moet het onheil niet tegemoet rijden, zo fanatiek ben ik dan ook weer niet. Je hoort overigens Malmedy niet vernoemen als getroffen stad: ze ligt nochtans in de buurt van Eupen, Spa, Theux en Verviers. Waarschijnlijk regelt de stuwdam van Robertville het debiet van de Warche, en wordt zo de vallei voor rampspoed behoed. Laten we dat maar vurig hopen.

7 juli: de Warche op haar gemakjes

Honderd meter verder ben je dan al aan de beboste heuvels: masten met lange stammen die, zoals later nog zal blijken, economisch nut hebben.

Overwogen bosbouw

En dit valleitje is ook al het digitale tijdperk ingetreden: ongelooflijk hoeveel vingerhoedskruid er staat! Ze verdringen zowat elke andere gebloemde flora! Maar mooi zijn ze wel, dat moet je deze bloemen nageven! 

Overvloedige digitalis

Die heuvels worden echter ook gerooid: je ziet geregeld kale hellingen. Stormen kunnen hier onmogelijk zo lelijk huis gehouden hebben, dat hadden we dan wel vernomen. Toen ik de vorige keer hier was, lagen de stammen langs het pad, wachtend op transport naar de houtindustrie; nu zijn de stammen al weg. Er zullen echter nieuwe bomen komen: dat duurt nog wel een aantal jaartjes. Maar het begin is al gemaakt: nieuwe boompjes zijn al aangeplant, en die zullen nog uitgedund moeten worden. Het is echter niet zo dat ze hier zomaar bossen omhakken om ook iets te doen te hebben: dom zijn de mensen hier natuurlijk ook niet.


Gerooide helling

Nieuwe aanplantingen

En dan bereik ik mijn eindpunt: het bruggetje over de Warche dat aansluit op het bospad naar het meer van Robertville. Ik wil daar dan steeds het riviertje stroomop- en stroomafwaarts bekijken en er kiekjes van nemen: ik vind het daar gewoon mooi. Mijn wandelstok leg ik met enige voorzichtigheid op de vloer van de brug, zo zorgend dat ik hem per ongeluk niet in de rivier laat vallen: ik ken mijn onhandige zelf. Stroomopwaarts is de rivier mooi met groen overgroeid: natuurschoon in eigen land.

Natuurschoon in eigen land: de Warche

Als ik mijn foto's genomen heb, raap ik mijn wandelstok op, verlies daarbij een beetje mijn evenwicht, herwin dat door mijn benen te spreiden, waardoor mijn stok tussen mijn benen valt, hij komt met het langste en zwaarste deel boven de rivier terecht, hij volgt de wetten van de zwaartekracht en met een sierlijke salto eindigt hij in het water. Ik sta vanaf de brugreling naar beneden te kijken, en denk: 'Die ben ik kwijt!' Dan word ik geïnspireerd door een tweede idee - die zijn meestal beter - merk dat mijn gevallen hulpmiddel niet al te ver in het water ligt, en besluit hem op te gaan pikken. Zo gezegd, zo gedaan: het levert mij natte schoenen op, natte sokken, natte voeten en een natte broek tot half mijn kuiten. Uiterst voorzichtig, echt schoorvoetend, 'vorder' ik in de richting van mijn geliefde noodzaak, want ik heb zonder stok geen steun, en ik wil zelf niet in de Warche vallen! Maar het lukt me, en ik klauter de oever weer op. Ondertussen ziet een vrouw mij klungelen, ze komt in mijn richting en zegt 'Geef mij een hand!' Corona of niet: dat doe ik dan ook, en ik geraak weer op de begane grond. Het was een Vlaamse, et elle était vraiment très chaleureuse! Zij was de eerste vrouw die in sinds het begin van corona de hand gedrukt heb, zonder schrik voor besmetting, en dat gevoel was duidelijk wederzijds. Tot daar het einde van deze korte romance!

Centraal onderaan lag mijn stok, maar op dit beeld is hij al gered!

Na dit exploot heeft mijn scootmobiel me weer naar de 'Carrière Nelles Frères' gevoerd, ik ben daar zelfs behouden aangekomen. Onderweg ben ik nog een minuscuul watervalletje tegengekomen: zo vloeit het water van de hellingen in de Warche. De natuur laat zich niet tegenhouden!

Water zoekt hoe dan ook het laagste punt

Dat geldt ook voor mijn natuur: ik durf nogal veel te proberen, tot verbazing van familie, vrienden en kennissen. Maar echt gevaarlijke toeren heb ik nog niet uitgehaald. Bewijs? Ik kan nog altijd over mijn waagstukken schrijven! Wat zou ik nog meer willen?

dinsdag 13 juli 2021

De waterval van Coo - Plopsa Coo

De waterval van Coo, die wilde ik ook nog eens gaan bekijken, want dat was al best lang geleden. Bovendien zijn er twee familieanekdotes aan verbonden. De eerste dateert van begin jaren 60 van de vorige eeuw. We verbleven toen met ons gezin, ouders, mijn broer en ik in Spa, tijdens een week waarin het best wat regende. Dus maakten we een uitstap met de bus, naar Coo: daar viel het water tenminste anders. We staan naar de waterval te kijken, en moeder, spaarzaam in het huishouden, denkt aan al dat verspilde water, vindt dat dat zomaar niet kan en vraagt: 'Zetten ze dat 's nachts niet stil?' Waarop wij drieën: 'Allez, moeder, dat kan toch niet!' Wist zij veel dat je de Amblève niet kunt tegenhouden. En eigenlijk had ze wel een punt: wie komt er 's nachts nu naar watervallen kijken? Dat verhaal heeft moeder ondertussen al 37 jaar overleefd!

De tweede anekdote dateert van 1985: we reden weer eens op vakantie naar Malmedy, met drie dochters, Jasper was er nog niet. We zijn er bijna, en Noortje, drie en en half toen, vraagt spontaan: 'Gaan we nog eens naar de waterval van Cola?' Gelach en goede luim van de ouders.

Wat ze niet stilzetten: de waterval van Cola

Als je tegenwoordig in de buurt van Coo komt, zie je langs de weg borden die toeristische interessante plekken aanduiden. Als je van Turnhout de snelweg naar Antwerpen neemt, zie op het einde een bord met een zelfportret van Rubens: Coo heeft min of meer gelijkaardige, maar daar staat dan 'Plopsa Coo' op; niet dat dat staat voor cultuur met een grote C, maar wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij kleeft. De betekenis van Plopsa wordt je wel duidelijk als je op je bestemming bent. Ik kan met mijn scootmobiel een eind naar beneden rijden, tot ik aan een gesloten poortje kom. Maar, geen nood, daarnaast is de ingang. Daar verneem ik dat de toegang € 27,50 kost, mogelijk min € 5 voor 'mobilité reduite', en de begeleider is gratis. Maar mijn begeleider ben ik zelf! Ik mag ook niet zomaar eventjes gaan kijken, neen, meneer, dat gaat niet. Stel je eens voor dat je met een gezin van ouders en 4 kinderen naar binnen wil: dat kost je € 165! Ik zou denken dat dergelijk natuurschoon publiek bezit is, maar de gemeente Stavelot heeft het voor allicht heel wat geld verpacht aan Studio 100, dat zo ongeveer slapend rijk wordt: Verhulst en zijn kompaan hebben de essentie van het hoogkapitalisme best goed begrepen. Geen wonder dat de heer Verhulst een yacht heeft om u tegen te zeggen! Leve de ondernemers, zullen we dan maar denken. Hij zou eigenlijk met 'Le Domaine des Hautes Fagnes' contact moeten leggen: dat kan nog zeer lucratief worden. Succes, Gertje! En wie geeft wat hij heeft: geven is misschien niet het passende werkwoord!

Coo, twee watervalletjes, een bredere en een smalle

Maar als toerist moet je niet voortdurend proberen 's werelds economische problemen op te lossen: je kunt ook van de waterval genieten. Via een trap kun je er heel dicht bijkomen, en de kracht van het water waarnemen en gewaarworden. Het is eigenlijk maar een watervalletje, toch 15 meter hoog, maar wat een kracht zit daarin! De snelheid van het water, de nevel die ontstaat wanneer het neerstort in de Amblève: ik ben ervan onder de indruk! Wat moet dat niet geven aan Niagara Falls of Victoria Falls: dat zijn dus natuurverschijnselen om u tegen te zeggen! 't Is wat ver, anders ging ik er nog naartoe.

Massa's: neerstortend water en rotswand

Nevel: je zou denken dat het watermoleculen zijn

Het is er vochtig genoeg voor planten en bloemen, en hier en daar vind je een klein, maar mooi exemplaar. Tegen de rotswand groeit wat ik dacht een grasklokje te zijn. Dat groeit op schraalgrasland, heide, bos- en wegranden en licht eikenbos: dat is hier echt het verkeerde milieu. Een andere mogelijkheid is het elfenvingerhoedje. Dat wordt 5 tot 20 cm groot, bloeit van juli tot september, en groeit op rotsen, kalkpuin, rolgesteente in beken: dat is wel het juiste milieu, Dus ik hou het op een elfenvingerhoedje.

Opvallend en toch bescheiden: het elfenvingerhoedje

Zo heb ik dan toch echt genoten van mijn uitstap naar de waterval van Coo, ondanks alle Plopsa. Ik ben ten slotte geen kind meer!

maandag 12 juli 2021

Een hotel in Ovifat

Ik heb me nog eens vergast op een kleine week Ardennen, ik heb me nog eens op weg begeven als ervaren en onverschrokken Malmedyvaarder. Vroeger, toen de kinderen nog klein waren, zochten we onderdak op de gemeentelijke camping van Malmedy, in Bévercé, 'La Grotte des Nains' heette die. Ze bestaat overigens nog. Maar tijden en omstandigheden veranderen, en tegenwoordig verblijf ik in Ovifat, in het viersterrenhotel 'Le Domaine des Hautes Fagnes'. De eerste keer dat ik er was, in 2010, toen ik mijn scootmobiel met mijn eigen auto kon vervoeren, vond ik het daar best goed toeven: de zaakvoerder lichtte mij onmiddellijk in over de streek, waarop ik: 'Je connais la région', en de laatste avond trakteerde hij me op een tripel, en we hadden nog een gezellige kout. Zo gaat dat in België: les Wallons sont plus chaleureux! In 2016 is de zaak vergroot en van aard veranderd: het noemt zich nu 'Wellness Hotel', je kunt er ook terecht voor seminaries, ze spelen er in een klasse hoger. En vooral je kunt het zwembad in, de sauna, de twee bubbelbaden: alles wat de moderne afgepeigerde mens nodig heeft om het vege lijf te redden is voorhanden. Maar het is er onpersoonlijker en afstandelijker nu, de gezelligheid is weg, ik voelde me er niet echt lekker, terwijl ik kan zeggen dat ik af en toe toch best te smaken ben. Af en toe, wel te verstaan.

Alles ziet er nog steeds verzorgd uit, nette kamers, dito restaurant, en de aanplantingen rond het hotel liggen er ook piekfijn bij: dat mag ook voor een viersterrenzaak. In de voortuin staat nog altijd een beeld van een groot hert, maar een zijn andere verfraaiingen bijgekomen: naakte vrouwen, beelden van bedoel ik. Dat prikkelt de lust naar wellness neem in aan, dat is het aperitief voor het echte werk begint, vermoed ik. Maar het is niet altijd even geslaagd. Dicht bij de ingang staat een dubbelbeeld: twee naakte jonge vrouwen met een gewone damesfiets tussen hun benen: natuurlijk naakt, want het is bekend, in de streek van de Hoge Venen fietsen alle jonge deernen in evakostuum. Ze kunnen gaan mountainbiken of gaan cyclocrossen, het terrein hier leent zich ertoe. Of deelnemen de nieuw uit te brengen film 'La mertitude des choses'. Stuur ze naar Reetveerdegem, of naar de Waalse tegenhanger! Ik weet niet wie deze blitse scène voor elkaar gebracht heeft, en dat is waarschijnlijk best zo: de man zelf wil waarschijnlijk anoniem blijven. Als je nu spreekt over de banalisering van het vrouwelijk naakt, dan heb je hier een schoolvoorbeeld. Mogelijk kunnen deze twee dames meedingen naar een Oscar in de categorie 'kitsch' of 'Le ridicule ne tue pas', in onze moerstaal 'zot zijn doet niet zeer'! Belachelijk vind ik het dubbelbeeld: er is edelkitsch en platte kitsch, maar veel edels zie ik hier niet.

La mertitude des choses

Een andere naakte juffrouw  (a reclining nude) zit, steunend op haar handen te kijken naar de vissen in een klein kunstmatig vijvertje voor haar: grote witte en oranje goudvissen zwemmen daarin rond en zij beleeft met al haar poriën de luxueuze weelde van de blootzitterij. Op de foto contrasteert ze met de schamele rugzak en de wandelstok van iemand die niet meer zo goed ter been is. Moeten we uit dit verschil tussen haar overvloed (maar niet aan kledij) en de door de andere voorwerpen gesuggereerde armoede en verlatenheid spreken van maatschappijkritiek? Waarschijnlijk niet, want ik weet aan wie die objecten toebehoren. Bovendien verbleef die persoon ook in het etablissement.

Ontbering, maar waarvan?

Het uitchecken was ook een belevenis op zich. Ik had verleden jaar een cadeaucheque van € 279 gekregen: toen had ik mijn verblijf uitgesteld wegens corona. Ik dacht dus dat die cheque van de prijs van mijn verblijf van de vakantie van dit jaar afgetrokken zou worden, maar neen, meneer Van Bourgognie, zo werkt dat bij ons niet. Die cheque dient voor wat u nog bijbestelt, en dat was nog een dag, wat mij door een Nederlandse dame werd uitgelegd, een dame die het klappen van de hotelzweep en het winst maken in een kapitalistisch kader kent. Het verschil tussen mijn dag meer en het bedrag op de cheque werd mij evenmin terugbetaald, zo werkt dat niet bij ons, meneer Van Bourgognie. Na 2016 is het hotel kennelijk overgenomen door Nederlanders. Het is niet dat ik me opgelicht voel, dat niet, maar afgezet toch wel. Les Wallons sont plus chaleureux, dat zei ik al, en dat meen ik, maar ten zuiden van de taalgrens wonen ook leden van andere volksstammen.

Ik heb er wel goed geslapen, de streek is mooi, en ik ben weer thuis. Je suis ici et j'y reste pour le moment. Als er nog een volgende keer komt, zoek ik een ander hotel, bij franstalige Belgen die Vlamingen weten te appreciëren. En waar klanten niet alleen maar nummers zijn die zoveel mogelijk geld op moeten brengen.

zondag 11 juli 2021

In de Warande: Femmy Otten - III

Een beeldhouwwerk dat wel echt in het oog springt, heet 'Ontklede dagen II', in een materiaal dat Femmy Otten nog niet zo lang gebruikt: marmer. Wat moet je er van maken, van dit reliëf? Helemaal van boven zie ik een mannenhoofd, waarin ik Zeus zag, maar vraag me niet waarom. Omdat hij de oppergod is, en de rest van het beeld zich onder hem bevindt? Het kan natuurlijk ook gewoon een mannenhoofd zijn, maar Zeus kun je in dit geval een symbolische betekenis toeschrijven: hij is degene die bestuurt. En dan zie je zintuigen: veel neuzen en oren, ook ogen links en rechts van de neuzen. Monden zijn er ook voldoende, en penissen, en ook twee vagina's. In de gids lees ik dat Otten in haar werk ook deze lichaamsdelen wil 'normaliseren'. 'Vrouwelijke seksualiteit is ook 'gewoon'. Het is nog maar pas dat de clitoris volledig in kaart gebracht werd. Fascinerend en confronterend is het werk alleszins. Niets menselijks is ons vreemd, daar moeten we niet flauw over doen.

Ontklede dagen II, 2020, marmeren beeldhouwwerk

In lindehout is het beeld 'One Tear at a Time', uit 2020. Je kunt rond dit beeld lopen, maar het draait ook om zijn as, je hoeft niets te doen om voor- en achterkant te zien. Het rare is weer: ze draagt een mannenhoofd op haar rechtervoet. Hoewel, een gewoon hoofd is het niet: een lok haar aan de rechterslaap lijkt eerder een penis, een beetje verwant aan de 'Ontklede dagen II'. Het gezicht zelf doet mij aan de oude Grieken en Romeinen denken, ik ben geneigd er een sater in te zien, mythologie is niet veraf. De achterkant is helemaal niet normaal: hij heeft een oor voor zijn rechteroog, boven zijn linkeroog heb je die penis weer, en uit dat oog glijdt een grote traan: 'one tear at a time', zeker als ze zo groot is. En het verdriet: post coitum omne animal triste (sive gallus mulierque)? De vrouw die Femmy Otten in haar werk schildert en beeldhouwt is zijzelf: steeds zelfportretten dus.


One tear at a time, 2020, lindehout 

Een mooi zelfportret is dat uit 2018, een in olieverf en bladgoud: dat laatste zit aan het kraagje. Ze huilt, maar geen tranen, haar eigen haar komt uit haar ooghoeken. Wat ze daarmee bedoelt? Ze kijkt de toeschouwer wel ernstig aan, maar echt verdrietig ziet ze er toch niet uit.

Zonder titel (Zelfportret), 2018, olieverf en bladgoud op canvas

Ik vond dit een fantastische tentoonstelling, van dit niveau mogen er meer komen in de Warande. Van Femmy Otten had ik nog nooit gehoord, maar ik zal haar naam niet licht vergeten. Bovendien: het is een expo die je doet nadenken, het gaat hier niet zomaar over niets. Een aanrader!

zaterdag 3 juli 2021

In de Warande: Femmy Otten - II

Ik citeerde de folder al: 'Bij Otten is de zwangerschap net wel gekoppeld aan seksualiteit en lichamelijkheid'.  Dat zie je in een beeld uit lindehout: een man en een vrouw (de kunstenares en haar geliefde, ben je geneigd te denken) in een innige omhelzing, de twee kijken elkaar verliefd in de ogen. Tezelfdertijd: geen kinderen zonder seks. Ik moest bij dit beeldje onmiddellijk denken aan de twee geliefden van Luc van Soom op de Zeshoek in Turnhout: zelfde onderwerp maar andere inhoud. Dat meer dan levensgrote beeld drukt voor mij vooral kracht uit, vitaliteit, er lijkt wel een knalprestatie weergegeven te worden. Van teder contact is hier voor mij geen sprake: geef mij dus Femmy Otten maar.

Zonder titel, 2014, lindehout

Twee werken hangen schuin tegenover elkaar: '17 juni 2020' en 'Zonder titel (Emma)'. Het eerste is een aquarel waarin een jonge vrouw een kind op de wereld zet; tenminste de blauwgrijze bol interpreteer ik dan als onze, de blauwe planeet. In de beeldentaal van Otten staat die kleur zeer vaak voor water, waarzonder leven ook niet mogelijk is. Tussen haar billen komt een kinderhoofdje tevoorschijn, dat overigens tranen laat. Geen tranen zijn het, maar de uiteinden van moeders lange haren die ook uit de oogjes van de boreling schijnen te komen: haar staat bij Otten wel eens meer voor verbondenheid, denk ik dan. Je kunt ook denken aan een alternatieve navelstreng. Boven moeders hoofd zijn bladeren van de Japanse notenboom afgebeeld, of tempelboom, of ginkgo. De naam is misleidend: de boom kom oorspronkelijk uit China, en hij vormt geen noten als vruchten. Hij kan tot wel 40 meter hoog worden, en daarom werd hij in Japan bij tempels geplant. Maar het gaat hier ook over de bladeren: de boom en zijn bladeren staan symbool voor onveranderlijkheid, hoop, liefde, toverkracht, tijdloosheid en een lang leven. Otten verwerkt nog wel eens vaker elementen uit andere culturen en tijden in haar werk. (Deze informatie heb ik deels van de gids, deels van Wikipedia) Als je daar niet op gewezen wordt, ga je dat detail achteloos voorbij, terwijl het toch best betekenisvol is. Dank aan mijn gids, An. De aquarel baadt in een eerder mysterieuze sfeer, ook door het kleurgebruik.

17 juni 2020, aquarel op papier

Daartegenover het rugaanzicht van een kind, Emma, waarschijnlijk een van de twee dochters van Femmy Otten. Het mysterie is hier nog groter: ze kijkt van de toeschouwer weg, en de kleuren maken het geheel erg wazig. Zoals in dat gedicht van Ida Gerhardt: 'Geboorte, geheim'. Want wat voor kind krijg je? Een jongen, een meisje, hoe zal het er uitzien, hoe zal het zich ontwikkelen, wat voor een karakter zal het hebben of krijgen? Dat valt allemaal af te wachten: leven en het leven hebben geen programmaboekje.

Zonder titel (Emma), 2018, olieverf op doek

Nog een beeld uit lindehout, met een baby die aan de linkerborst gezoogd wordt. Je moet goed kijken, maar als je de foto vergroot, zie je de zuigeling wel. Deze vrouwentorso heeft geen hoofd: natuurlijk staat zij voor alle zogende moeders. En voor de innige band tussen moeder en kind, voor het geluk je kind zelf te voeden (als alles goed gaat natuurlijk), en voor de groei van het kleine kindje. Dit beeld richt ook de schijnwerpers op de moeder, die door de zwangerschap, de bevalling en het prille moederschap tal van zeer belangrijke veranderingen heeft ondergaan. Dat is iets dat de kunstenares ook onder de aandacht wil brengen: zonder vrouwen geen moeders, zonder moeders geen kinderen, geen toekomst. In een woord: zonder vrouwen geen mensheid!

Zonder titel (Emma), lindehout en potlood

Femmy Otten brengt een van de belangrijkste gebeurtenissen in een mensen leven zo op een ontroerende manier wel heel dichtbij! Fascinerend vind ik het. Allen daarheen dus.