donderdag 28 maart 2013

Wislawa Szymborska - Johannes Vermeer

Ik houd van Vermeer, vooral voor zijn licht. Ik houd van Wislawa Szymborska, vooral omdat zij zo licht schijnt te zijn, en omdat ze gewone dingen des levens - en andere - uitlicht en ze zo verrassend waardevol  en nieuw kan maken. Kom ik vandaag in haar bundel 'Hier' dit gedicht tegen.

Vermeer

Zolang die vrouw uit het Rijksmuseum
in geschilderde stilte en concentratie
uit een kan in een schaal
dag in, dag uit melk giet,
verdient de Wereld
geen einde van de wereld.

Hier, gedichten, De Geus 2009

Het gaat om de laatste bundel die bij mijn weten tijdens het leven van de dichteres gepubliceerd is


dinsdag 26 maart 2013

Eklips: Tomi Ungerer - 2

Echt grappig wordt het bij 'Dierenleven': Ungerer laat zijn fantasie gaan, maar dan weer niet altijd vrijblijvend. Drie lobbesen van honden krijgen koppen van vooral bladeren van gatenplanten: mistroostig en tegelijk potsierlijk zien ze eruit, zoals dat type hond er in werkelijkheid ook uitziet.


Hondenfamilie

In 'Twee vissen' dienen stellen bladeren van varens dan weer de afgekloven visgraten voor, maar tezelfdertijd doen aan Brueghel denken, aan de ets 'Grote vissen eten kleine'. Een karig maal in dit geval.


Twee vissen

Maar de hoofdvogel schiet Ungerer voor mij af met 'De Rookaap' (1981), waarvan de titel verder gaat met 'of Roken is niet verboden, zeggen vele doden. Elke gelijkenis met menselijke toestanden zal wel louter toevallig zijn.


De rookaap, 1981

'Wachten op Godot' doet Ungerer ook een aantal keren: absurditeit ligt hem ook wel. Je krijgt een parafrase van de hond van His Master's Voice, maar de plaat zal nooit muziek voortbrengen, vrees ik.


Wachten op Godot 8 - 2009

Of hetzelfde thema veel agressiever, met een man van min of meer tegenwoordig: in een jaren-60-divan ligt hij te liggen, kort voor het eind van de tunnel.


Wachten op Godot 10 - 2009

Het is niet allemaal om mee te lachen wat Ungerer maakt. Zeker niet als hij het over politiek heeft: behoorlijk scherp en bitsig wil hij dan zijn.

Eklips: Tomi Ungerer bij Würth - 1

Of je kunt natuurlijk ook naar 'Eklips' van Tomi Ungerer gaan kijken, 'Eklips met een 'k', want dat is Duits. 'Verduistering van een hemellichaam' betekent het woord, vooral bekend van zons- en maansverduisteringen, al dan niet compleet. De naam van de tentoonstelling versta je best ironisch: 'Een Lust voor het Oog uit de Verzameling Würth' heet het ruime overzicht dat nog zowat het hele jaar te zien is in 'Kunstforum Würth Turnhout'. En de kunstenaar die daarmee onder de aandacht wordt gebracht is Tomi (Thomas) Ungerer, Fransman met een Duitse naam, een Elzasser met twee moedertalen mogen we veronderstellen. Hij werd geboren in 1931, en in zijn lange leven heeft hij een meer dan behoorlijke reputatie opgebouwd: Ungerer is een tekenaar om u tegen te zeggen, met heel wat in zijn mars. Hij heeft heel wat kinderboeken geïllustreerd, talloze affiches en collages gemaakt, veel cartoons getekend: een zeer veelzijdig grafisch talent is hij. Meer dan 150 werken zijn nu bij Würth te zien.


De affiche van de tentoonstelling, die drie jaar geleden ook al in Schwäbisch Hall (Duitsland) gebruikt werd.

Deze expo heeft een aantal afdelingen: Reclame, Cartoons, Dierenleven, Politiek, Erotiek, je kunt alle kanten uit met de man. Bij 'Reclame' zie je een vrolijke prent uit 1968, die mensen tot een vakantie in Scandinavië moet verleiden, alleen geraakt niet iedereen in de hemel: een paar toeristen zijn eerder troosteloos in het water gevallen. Een oude man die van de natuur staat te genieten, veroorzaakt boze blikken bij moeder de vrouw: een grapjas is Ungerer, tenminste, zo typeert hij zichzelf toch. Het werk hoort thuis in een reeksje van drie, heet gewoon 'Untitled', maar tussen haakjes volgt de rest van de uitleg: (Press Illustration for Holiday Magazine [Midsummer in Scnadinavia]).


Untitled, Midsummer in Scnadinavia

Uit dezelfde periode (1966) een affiche ter bevordering van het boek en het lezen: Books are fun. Het blijft er wel vrolijk: met azijn kun je geen vliegen vangen, heeft hij kennelijk gedacht.


Books are fun, 1966

'Cartoons' toont onder andere twee portretten, een 'Paardman' en 'De man met brillen' allebei uit 1963. Ungerer kan zich klaarblijkelijk in meer dan een stijl uitleven. Die Paardman heeft wel de teugels in handen, maar je vraagt je natuurlijk wel af hoe die leiding kan geven, en hoe vrij hij is.


Paardman, 1963

En hoe die 'brillenman' iets scherp kan zien, is ook een voor de hand liggend probleem. Leuk is ook dat deze twee mannen als deftige burgers zijn afgebeeld. Ungerer tekent iets meer dan een doordeweeks cartoontje, zoveel is duidelijk.


De man met brillen, 1963

En er is nog veel meer te ontdekken.

donderdag 7 maart 2013

Turnhout: op de markt in de zon

Natuurlijk waren we afgelopen dinsdag heel blij: op den duur was ze daar, de zon! Een dag later hoor je dan dat het de warmste 5de maart was sinds het begin van de waarnemingen in 1833: gewettigde trots voel je dan omdat we dat met z'n allen voor mekaar gekregen hebben, of iets van die aard. Opluchting na die lange en donkere en natte en grijze winter: ik begon veel begrip te krijgen voor Skandinaviërs die na hun winters zo depressief zijn dat ze het helemaal niet meer zien zitten.

Nu komen de mensen allemaal weer naar buiten: de Turnhoutse markt blijkt dan letterlijk vol zonnebanken te staan!


Turnhoutse zonnebanken

Vitaminen willen we opdoen, de zon en de warmte op ons gezicht voelen! Stel je voor dat ons 'Sint-Pietersplein' nog vol auto's en rijdend blik zou staan, je mag er niet aan denken. Een jaar geleden was dergelijke zonneklopperij op het centrale plein nog niet mogelijk, want de markt nog niet open. Nu wordt er gelijk van geprofiteerd.


Licht!

Het licht is terug: het stadhuis en de kerk weerkaatsen het. De bomen zijn nog bladerloos, maar binnenkort gaan die ook naar de knoppen! En een mens voelt zich weer zichzelf worden: wat willen we nog meer? De markt, zon en licht: tenminste dat is al veranderd!

Turnhout: beeld en klank in de raadzaal

Over de onovertroffen schoonheid van het Turnhoutse stadhuis zijn niet bepaald bibliotheken volgeschreven, maar dat wil nog niet zeggen dat het nergens de moeite is. Zondag laatstleden zat ik in de raadzaal geboeid te luisteren naar het aperitiefconcert van 'De Turnhoutse Snaar', en willen of niet, dan bekijk je ook grondig de wandschildering waarvoor het ensemble stond te spelen. Wat je ziet, is 'Hertogen op jacht', al ziet de wakkere toeschouwer in dit tafereel alleen vrouwen: de drie vrouwen van Turnhout allicht, die ook al op de ets van Lucas Vorsterman staan. Rechts blazen twee jonge vrouwen op de jachthoorn. Het hert staat er natuurlijk ook op: naar uiterst links vlucht het, zo de stedelijke spreuk illustrerend: 'in fuga salus', dat wil zeggen 'ons heil ligt in de vlucht'. Van veel verzet en moed getuigen deze woorden niet, maar, zeggen mensen die het kunnen weten, wij hebben nooit stadsmuren gehad, dus wat moesten wij? Liever blode Jan dan dode Jan, dachten onze voorzaten.


'Hertogen op jacht'

En ik kan me nu wel een beetje vrolijk maken over onze vlucht en ons heil, ik moet ondertussen eerlijk zeggen dat ik de muurschildering best goed vind. Ze staat in de vormentaal van eind jaren vijftig en jaren zestig, en die stijl is lang verlaten, maar ze evoceert toch wat Turnhout is, of beter, welk beeld de stad van zichzelf wil geven: veel bossen en groen, dat eerder symbolisch wordt opgeroepen, de drie vrouwen uit onze geschiedenis, de middeleeuwse jacht, de weidsheid van het land, veel gebruik van blauw en wit, onze stadskleuren: wat er op moest staan, staat er inderdaad op. De makers van dit werk zijn de kunstenaars E. Patoux, J. Colpaert en A. Pauli: hun namen kun je vinden in de trouwzaal, rechts van onderen op de andere wandschildering, 'Vreugde om het leven'.


'In fuga salus' van iets dichterbij

Maar ik kwam meer voor klank dan voor beeld, dat was de initiële bedoeling, het aperitiefconcert door 'De Turnhoutse Snaar'. Dat strijkersensemble werd opgericht in 2001, telt nu 14 leden, volgens het foldertje van Musica Meridiana 'allen amateurs van hoog niveau'. Eva Vermeeren, professioneel violiste uit Turnhout, heeft de leiding. Dat hoge niveau is inderdaad niets te veel gezegd: ze begonnen met het Allegro uit het Derde Brandenburgs Concert van Bach, charmeerden heel de zaal met het 'Playful Pizzicato' uit de Simple Symphony van Britten, lieten filmcomponisten als Morricone en John Williams tot algemeen genoegen horen, het was zeer hoog niveau, top, vond de zaal. Els Vermeeren bracht het enthousiasme in de zaal zoals ze gedreven stond te spelen en te leiden: het plezier van het musiceren spatte er gewoon van af. Even gedreven slotapplaus volgde en dan een bisnummer: Carnaval de Vénise, een van de lijfstukken van mijn vader. Het publiek echt blij nu, want dat stuk gaat er altijd in bij de werkman, denk ik dan. Hoewel, of er veel werklui waren op dit concert, is nog maar de vraag. Dat de afwezigen ongelijk hadden, weet ik wel zeker.


De Turnhoutse Snaar, zondag 3 maart 2013