zaterdag 30 juli 2022

Zwanen en wolken

Als ik naar het Vennengebied wil, moet ik Brug 1 over, het Kempisch Kanaal of de 'vört' over. En dan sta ik altijd voor de verscheurende keuze: ga ik links of rechts het jaagpad op? Gisteren koos ik voor links, en dat bleek meteen een meevaller te zijn: tien meter voorbij de brug zie ik een zwaan met drie jongen: nooit gezien, zomaar in de natuur. De moeder is natuurlijk spier- en sneeuwwit, de kleintjes zijn al niet meer zo klein meer, maar nog wel grijs: die komen zeker niet pas uit het ei. Hoe volwassener de nieuwe generatie wordt, hoe witter ze ook zullen zijn: dat is dan ook het teken voor de ouders om hun kroost te verjagen, vanaf dan moeten ze voor zichzelf gaan zorgen. Een vrouwtje legt gemiddeld zes eieren: als we hier drie kindertjes zien, zijn er mogelijk ook drie die hun eerste levensweken niet overleefd hebben. Aan de tekeningen en de kleuren op de bek van het vrouwtje te zien gaat het hier om knobbelzwanen.

Moeder Zwaan en drie jongen

De eieren hebben een broedtijd van 40 dagen nodig, en soms broedt de vader ook mee. Zijn taak bestaat er in de eerste plaats in het nest en de eieren en de jonge zwaantjes te beschermen. Als mensen het broedsel te dicht naderen, kan papa zeer agressief worden. Zwanen zouden hun hele leven monogaam zijn, maar dat is niet altijd waar, tenminste volgens Wikipedia. Hij rijdt wel eens een scheve schaats, of vliegt wel een een scheve vleugel, om het in zwanenjargon uit te drukken, of het komt voor dat hij zijn partner gewoon verstoot, zonder notariskosten of wat dies meer zij! Het is niet alles pais en vree in het zwanendom, dat ook weer niet.

We kennen allemaal het sprookje 'Het lelijke jonge eendje', dat dan uitgroeit tot de prachtigste zwaan. Andersen had zijn verhaal ook 'Het lelijke jonge zwaantje' kunnen noemen: het kleine dier op de foto is niet echt een beauty: als je goed kijkt, zie je haar donsveren nog tevoorschijn piepen: het lijkt me een jong dat aan het puberen is Maar de toekomst zal er voor haar/hem witter uitzien!

Het lelijke jonge zwaantje

Moeder verzamelt haar kroost, en dan zwemmen ze alle vier gedisciplineerd naar pappie toe: die zit dertig meter verderop.


Op de Klotteraard zitten geen zwanen, wel meeuwen, heel veel soms, en al eens Canadese ganzen. Boven het ven zie je bij helder weer vaak stapelwolkjes: na de middag is dat meestal. wie bij Frank de Boosere oplet, zal het verschijnsel kennen. Op het ven is er natuurlijk geen bruisende branding, er steken geen sterke stormen op, laat staan orkanen of windhozen, een ven behoort zich te gedragen zoals het cliché over de Kempen: stil! En zo krijg je een rimpelloos wateroppervlak, waarin je de wolkjes rustig voorbij ziet drijven. En duidelijker dan dat wordt het niet waarom het Nederlands spreekt over een waterspiegel. Je kunt daar natuurlijk ook foto's van maken, en als je veel pretentie hebt, denken dat je een kleine epigoon van John Constable bent. En als je die pretentie niet hebt: 'kèsnekiketmèr', met klemtoon op de eerste, de derde en de vijfde lettergreep. Zoals Gezelle gezegd zou kunnen hebben: de Turnhoutse taal is wonderzoet voor wie haar geen geweld aandoet!


Omgekeerd Alpenlandschap in volle Kempen

Eerste splitsing van een embryonale kanjerwolk

Blauwwit: de hemel kleurt Turnhouts

Als je je ogen de kost geeft, zie je van alle merkwaardigs, vlak bij huis!

donderdag 21 juli 2022

· Léglise: verjaardagsgeschenk

Ik heb mijn verjaardagscadeau dat mijn kinderen me jaarlijks geven, weer in ontvangst kunnen nemen. Hoewel ontvangst? Geen boek waar ik geen plaats meer voor heb, geen cd, die kast is ook overbelast, maar een familieweekend in de Ardennen. In Léglise zitten we ditmaal, diep in de provincie Luxemburg, dicht bij het groothertogdom, echt aan de andere kant van het koninkrijk. Twee en een halve dag op weekend, met kinderen en kleinkinderen: gezelligheid is dan echt troef!

We logeren in het vakantiehuis 'La fournage': volgens de gastvrouw een woord uit het plaatselijke patois, maar ik moet zeggen dat ik haar uitleg niet helemaal begrepen heb. En de verklaringen op Google maken mij ook niet wijzer: maar passons, dit is een detail. Het is een ruim verblijf, begrepen op ons allemaal. De woonkamer is totaal is anders dat wat ik in het Turnhouts vroeger 'e kremmelkot' of 'e kremmelkötsje' hoorde noemen.

De woonkamer: je kunt al benepener leven

En er is natuurlijk ook een zeer uitgesproken niveauverschil: de tuin ligt hoger dan het gastenverblijf, en daar is een heuse speeltuin: niemand hoeft de kinderen de weg te wijzen, en de sensatie is natuurlijk een grote, maar toch veilige trampoline: die wordt meteen ingenomen en veroverd. Springen, hossen en tuimelen met zijn vieren is vanaf nu het grote jolijt.De jongste is nog geen twee jaar, die is nog niet opgewassen tegen het geweld van de andere lieverds die eens of vier keer zo oud zijn, maar dat drukt de pret van de andere leden van de uitgelaten bende niet, wel integendeel.

Bewondering en beweging: het been in de hoogte is van Nona, mijn tweede kleinkind, mijn eerste kleindochter

Vier kleinkinderen: 8, 8, 5 en 4. Dat is hun geheime code, tot ze ouder worden

Ik sla ook een praatje met de zoon van de gastvrouw: hij woont vlak naast zijn moeder. Ik stel vast dat scootmobiels uitnodigen tot contact: mensen zijn benieuwd of dat tuig hier wel overal nuttig is, hoeveel km per uur je ermee kan rijden. Net zoals kleine kinderen maken ze contact leggen makkelijker: MS heeft ook zijn voordelen. De man is ondertussen bezig met een boom met brede kruin die aan de straatkant staat: het is een 'pommier' van 80 tot 90 jaar oud: appelbomen kunnen tot honderd jaar oud worden vertrouwt hij me toe. En deze groene grijsaard levert nog altijd een mooie oogst: sommige appelen kunnen tot 800 gram wegen, bijna watermeloenen zijn het, denk ik dan. Maar de man zet nu palen onder de zwaarste takken, die met het meeste appelen beladen, want die zouden af kunnen breken, en dat wil hij natuurlijk niet. 'Les Wallons sont plus chaleureux', zegt men meer dan eens, en dat heb ik vorige zaterdag, alleen in Léglise, ook al eens mogen meemaken.

Le pommier: de groene grijsaard

Maar ik ben natuurlijk niet naar hier te komen om de fruitbouwsector te bestuderen: gewandeld zal er worden! Ik heb natuurlijk makkelijk praten: ik beweeg me zittend voort. Slechts twee tochtjes in de buurt zijn geschikt voor rolstoelen: we kiezen er een, en tot aan een rustbank loopt alles best goed. Het bos naast de wandelweg is echt het bekijken waard, met clair-obscur, zingende vogels en ander natuurschoon.

Mijn familie op wandel

Une clairière, een 'laar' in onze moerstaal

Halfweg wordt mijn lopende familie gered door een rustbank: het dient gezegd, de tocht was tot hiertoe best doenbaar, ook voor mijn scootmobiel.

Waar een rustbank voor dient

De kleine Elvis: zij heeft een privé slaapgelegenheid

En dan vatten we het tweede deel van de wandeling aan, geschikt voor rolstoelen.  Als Dries, de vriend van Noortje, mij niet metterdaad geholpen, gesteund en gestut had waar nodig, was ik daar nooit door geraakt. Geschikt voor rolstoelen blijkt een elastisch begrip te zijn. Maar eind goed, al goed. Toch is de natuur ook daar de moeite waard. Dries ziet op een bepaald ogenblik een boom vol met tondelzwammen, een dode boom wel te verstaan. En zo zien we dat dode natuur opnieuw leven geeft aan andere levensvormen: best indrukwekkend vind ik het. En Dries is een uitstekend observator, dat dient ook gezegd.

Dode boom vol tondelzwammen

En we hebben deze zaterdagochtend op een zeer bevredigende wijze door gebracht: we hebben gezien wat we thuis niet zien.

woensdag 6 juli 2022

Overmoedig mereltje

Gisterenmiddag hoor ik het duidelijke gepiep van een vogel achter mijn appartement: mijn achterdeuren staan open, dus dat is niet abnormaal. Maar ik ga niet kijken wat er gaande kan zijn: ik hou wel van de natuur, maar ik ben niet zo'n kenner dat ik dat gepiep onmiddellijk hoor als de schreeuw om van een jonge vogel. De alarmsignalen houden na een tijdje op, en een en ander verdwijnt uit mijn hoofd.

In de vooravond belt er iemand: of ik mijn auto iets rechter in mijn garage wil zetten, want er moet een brede auto binnen, die een deel van de plaats die ik bezet, nodig heeft. Geen probleem natuurlijk: 'we zijn op de wereld om mekaar te hellepe, niewaar'. Het manoeuvre slaagt naar aller tevredenheid en voldoening. Dan zie ik aan mijn achterdeur een zwarte vlek, en als ik dichterbij kom, blijkt dat een jonge merel te zijn: dat is die van dat gepiep in de namiddag. Mijn buurman Jef vertelt dat hij dat wezentje in de namiddag ook al gezien had. We vragen ons af hoe dat wezentje daar gekomen is: uit het nest gevallen? Dat vind ik onwaarschijnlijk want de jonge merel zit al vrij goed in de veren. Jef en ik overleggen: waarschijnlijk heeft het beestje een eerste vluchtpoging ondernomen, die echter niet gelukt is, en daardoor heeft hij tegen zijn zin een eerder onzachte landing gemaakt. Als ik het jonge ongevalletje wil oppakken, begint het paniekerig te piepen, en de moeder laat zich meteen ook horen. Zij kan dat echter niet in haar snavel pakken en naar haar nest brengen, zo werkt dat niet in Merelland. Jef, die beter op zijn benen staat dan ik, slaagt er wel in het jong op te pakken: en dan? Hoe brengen die vroege vogel, that early bird' weer naar zijn nest? Ik heb een trapladdertje, maar dat is niet hoog genoeg om Merellijn op het dak van de garage te zetten. Met de ladder van Jefs vriend lukt het wel, hèhè.

 

Het overmoedige mereltje

De jonge merel zit nu op het platte dak van onze garages: daar kan Moeder Merel hem bereiken en eten geven. Of Merellijn daarmee gered is, betwijfel ik: er lopen daar ook katten rond, en ik zou niet willen dat hij letterlijk een vogel voor de kat wordt. Als de poessies toe willen slaan, zal de moeder met veel lawaai toegevlogen komen om haar jong te verdedigen, maar of ze daarmee Merellijn redt, is nog maar de vraag. Hopen dat de natuur eens rechtvaardig wil zijn, helpt natuurlijk ook niet. Jef en ik hebben een jong vogelleventje proberen te redden: of het resultaat positief is, zullen we nooit weten. Een hart voor de natuur kunnen we onszelf wel toeschrijven, tenminste dat. Laten we ons daar maar mee troosten.

De boom waarin 's merels nest