zondag 27 oktober 2019

Jan Brueghel I - een uitmuntend tekenaar - I

De naam Brueghel is dit jaar meer dan eens in de aandacht geweest: Wenen, Bokrijk, de Koninklijke Bibliotheek/Bibliothèque Royale (afgekort KBR): er viel aan Brueghel niet te ontsnappen. Toch niet aan Pieter Brueghel de Oude; maar er is ook Pieter Brueghel de Jonge, en Jan Brueghel de Oude, zonen van de eerste. Pieter de Jonge heeft vooral werken van zijn vader gekopieerd, voor zover ik weet althans, Jan de Oude, ook bekend als de Fluwelen Brueghel, is een meer oorspronkelijke kunstenaar. Hij tekende, schilderde, was vaak medewerker van Rubens, en werd naast Pieter Pauwel beschouwd als een der beste kunstenaars van zijn tijd. Van die Jan loopt nu in het Snijders-Rockoxhuis tot 26 januari 2020 de tentoonstelling 'Jan Brueghel I, een uitmuntend tekenaar'. En er hangt wel wat op die expo: zo'n 70 werken: over de natuur, over rivieren, verkeer van die tijd, een paar religieuze werken (Sint-Franciscus die de stigmata ontvangt): je kunt je ogen er de kost geven, met nagerecht erbij.

Op een tekening uit 1595 tekent Jan een klein dierenparadijs: beren zijn er te zien, drie herten, vier konijnen en een leeuw. Op de kleine foto is het wel een beetje een zoekplaatje: de beren zitten links op de voorgrond, de herten tussen de twee bomen op de voorgrond, de konijnen tussen beren en herten, de leeuw links naast de linkse boom: hij loopt de helling op. Het is zo'n beetje 'Vrede op aarde aan de dieren van goede wil!' wat je hier ziet: de realiteit wil wel eens anders zijn, zoals ik al zei: een klein dierenparadijs. Het is overigens bekend dat Jan Brueghel op grote schilderijen van Rubens verantwoordelijk was voor 'alle dieren, groot en klein'. Hij schilderde graag dieren, zomaar, en hij kon dat. Opvallend is ook dat in deze tekening van bomen, die niet wandelen of kunnen gaan lopen, behoorlijk wat beweging en ritme zitten: levendig werk is het. Jan, die deze tekening gemaakt heeft op zijn Italiëreis, nam tekeningen van zijn  vader mee op die reis, en links onderaan staat te lezen: 'Bruegel inuen 1554 Roma': zo vader, zo zoon.


Jan Brueghel, Boslandschap met een familie van beren, herten en andere dieren, ca.1595

Nog een boslandschap, maar nu een met mensen in plaats van dieren. Hoewel, geen echte mensen: links zie je twee kleine figuurtjes. Dat is Christus, met aureool, die door Satan in bekoring gebracht wordt. Na zijn doop bracht Christus 40 dagen vastend in de woestijn door, waarop de duivel hem uitdaagde: als jij God bent, verander dan de stenen die hier liggen in brood, en je zult geen honger meer lijden. Satan is hier een oud mannetje met wandelstok en pinnemuts die Jezus gewoon een brood aanbiedt: hij heeft meer weg van een doorgeschoten kabouter dan van de baarlijke duivel. De figuren van Christus en Satan zijn door Cok aan de tekening toegevoegd. Onderaan staat nog een tekst in het Latijn, die in vertaling luidt: 'De mens zal niet alleen van brood leven, maar van elk woord dat uit Gods mond komt (Matt 4:4)'. Door dit werk is de stamvader van de Bruegheldynastie ook een beetje aanwezig op deze tentoonstelling.


Hiëronymus Cock (Antwerpen 1518-1570) naar Pieter Brueghel: Landschap met de verzoeking van Christus, ca. 1554, Ets en gravure

Veel volk op de voorgrond in de volgende tekening: Sint-Maarten is in het dorp aangekomen! Hij zit te paard natuurlijk: centraal in de linkse groep mensen bevindt hij zich. Uit zijn houding blijkt dat hij zijn mantel in tweeën aan het snijden is, om een deel aan een van de dorpelingen te geven. Maar kennelijk heeft niemand van hen het te breed: iedereen lijkt de gelukkige wel te willen zijn. Eigenaardig is wel dat Sint-Maarten door zoveel mensen omringd wordt: gewoonlijk zie je de Heilige met een arme dompelaar. Het huis met verdieping en zolderverdieping daar nog boven is een voorbeeld van vergane glorie: de bouwheer ervan moet ooit een  iemand geweest zijn die goed in de slappe was zat, maar dat is voorbij. Het huis is duidelijk op zijn  retour, om het zomaar te zeggen. Deze tekening zegt ook iets over het leven en de levensomstandigheden in het begin van de 17de eeuw.


Jan Brueghel, Dorpsstraat met Sint-Maarten, ca. 1603-1605

Een zeer verwant schilderij komt uit 1611: veel meer mensen zijn  te hoop gelopen, er staat een paard links en een centraal (dat is Sint-Maarten), het huis op de voorgrond is lager geworden, het is nu veel duidelijker een straat, een weg die naar de bossen toeloopt: verwant schilderij dat wel, maar toch erg verschillend. Dergelijke taferelen met Sint-Maarten waren in die tijd erg populair: 'omdat ze aandacht vroegen voor de grote armoede en ziekten die de maatschappij teisterden' zegt het gidsje dat de tentoonstelling verklaart.


Jan Brueghel, Sint-Maarten geeft een deel van zijn mantel weg,1611

Maar er was nog veel meer: zie volgende tekst!






Geen opmerkingen: