dinsdag 21 juli 2020

Het Meer van Bambois - De Grote Vijver

Het Meer van Bambois is zeker niet het bekendste van België: voor we er waren had ik er nooit van gehoord, noch van Bambois zelf, dat een gehucht is van Fosses-la-Ville, een stadje dat voor ons ook al terra incognita was. Hebben wij nieuwe dingen ontdekt, dat weekend!

Vlak bij het meer staan informatieborden: je leert in het kort iets over 'La formation du lac', 'A quoi servait le lac', 'Le lac en chiffres'. Consequent heeft de informatie het over 'het meer', terwijl ze op het einde toegeven dat het eerder om een vijver gaat dan om een meer. Bescheiden zijn de mensen hier. En het is ook wel veel groter dan het Peerdsven of de Grote Klotteraard: een oppervlakte van 33 hectaren, zijnde 46 voetbalvelden! Het is slechts tot 3,5 meter diep, en daarom is het in feite slechts een vijver.


Het meer onder stapelwolken

Dit is noch het bekendste, het grootste of het oudste meer van ons Belgenland. Toch heeft het merkwaardige geschiedenis. Het is in de 12de eeuw ontstaan, toen de samenvloeiing van twee riviertjes afgedamd werd. Het schijnt dan ook het eerste stuwmeer van ons land te zijn. Dat land bestond toen nog wel niet, maar de loop van de geschiedenis, 1830 en andere omstandigheden hebben dat manco van wereldniveau rechtgezet. Probleem opgelost en iedereen blij!

Deze vijver lag er niet zomaar: hij had ook meer dan een functie. In de 12de eeuw hadden de prins-bisschoppen van Luik het in deze streken voor het zeggen: hij werd dan ook 'Vivier l'Evecque', of ook, in het Waals 'Li Grand Vevî' genoemd. Hij zorgde vooral voor voedselbevoorrading: er werd vis op gekweekt, zodat de prins-bisschoppen meer dan alleen maar op vrijdag vis konden eten. Ze zullen gedacht hebben: 'Vis (ichtus) is een oeroud christelijk symbool, dus wat doen we verkeerd?' Die bisschoppen hadden soms wel eens meeval. Het meer zorgde ook voor een constant debiet voor de molens stroomafwaarts, zodat malen geen probleem was. En dan krijg je meel, en daarna brood. Lang niet dom waren die middeleeuwers.


46 hectaren, of een deel ervan

Om de drie jaar werd het meer ook nog eens drooggelegd: 'mise en assec' heet dat op het bord. Een vertaling vind ik niet, zelfs niet in het grote vertaalwoordenboek Frans-Nederlands van Van Dale, maar volgens mijn vriend Yves, een bekwame romanist, kan het niet anders dan 'drooglegging' betekenen. En wie ben ik om specialisten tegen te spreken, te meer daar ik zelf al in die richting dacht. Anyway, het slib dat zo 'geoogst' kon worden, diende als mest voor de landbouwgronden in de min of meer grotere buurt.

Daar dient 'le lac de Bambois' al lang niet meer voor: je kunt er zwemmen, bootje varen, een wandeling maken en van de natuur genieten. Maar je wordt wel verondersteld je te gedragen. Ook in de omgeving of vlak bij 'les roselières': die hebben niets met rozen te maken, bedoeld worden de rietvelden vlak naast de oever. Rietkragen noem ik ze daarom. Je mag de vogels daar niet storen: heb ik niet gedaan, maar zij mij ook niet. De Waalse vogeltjes waren hier muisstil, wat raar is voor onze gevleugelde vriendjes.


Een rietkraag met stemloze vogels

Van de natuur genieten, meer bepaald van bloemen, kun je op de wandeling die
'Le Jardin de la Découverte ' op zijn traject heeft, maar daar heb ik het al over gehad. Of je kunt in de buurt van het kinderzwembad een echte koekoeksbloem zien staan, er een foto van maken, en daarmee deze tekst besluiten. Ik denk dat ik dat doe, lijkt me geen slecht idee!


Echte koekoeksbloem

Geen opmerkingen: