zaterdag 10 januari 2009

Weekendje Raveel: 2, Machelen-aan-de-Leie, zondag


Het lam treurt geduldig naar zijn ultiem geluk op de slachtbank


De groep van de bisschoppen


Onopvallend museum

Na het grafische werk in Herentals volgt de tentoonstelling Ensor-Raveel in Machelen- aan-de-Leie: aan dit evenement is nogal wat ruchtbaarheid gegeven, en het Raveelmuseum is voor mij altijd de moeite waard: het is vandaag de vijfde keer dat ik het bezoek. Raveels werk trekt mij altijd, en als er een min of meer goede gelegenheid is, ga ik er naartoe, vandaag dus met Dieuwertje en haar vriend Jan, en zoon Jasper.

Gisteren in Herentals was er in de Lakenhal nog een tentoonstelling: een over het Raveelmuseum zelf, dat in 1999 opende; het ontwerp is van architect Stéphane Beel. In de kleine brochure bij de 'dubbelstentoonstelling' staat: 'Het gebouw is sterk aanwezig zonder zich op de dringen. Het lijkt op een natuurlijke manier te zijn ingebed tussen de betonmuurtjes, de huizen, de koeren en de tuintjes'. Wij komen dus in Machelen aan, auto geparkeerd, ik in de rolstoel, Dieuwertje mij duwen, wij komen in de Gildenstraat aan het museum, ik tegen Dieuwertje: 'Hier is 't', waarop zij: 'O, ik had het niet eens gezien'. Best wel een compliment voor het werk van Beel en de typering ervan in de brochure het museum is echt onopvallend in het 'dorpsschap' opgenomen. Het gebouw past bovendien perfect bij het werk van Raveel: licht, lucht en ruimte spelen in allebei een prominente rol, en alles is niet eentonig op een aantal verdiepingen te zien, een hellend vlak voert naadloos naar boven, en tegen de wanden van die 'traphal' hangen ook werken.

Ensor-Raveel confronteert een aantal werken van beide kunstenaars met elkaar: in het begin hangen ze daar allebei met een zelfportret met verwijzingen naar Rubens: Ensor met een bloemenhoed, Raveel met een plechtige handtekening (Roger Henri Kamiel Raveel) en de naam van het werk: 'In het licht van het Rubensjaar'. Het doek toont een zelfbewuste Raveel met breedgerande, suggestieve Rubenshoed , die met een eerder afstandelijke, onderzoekende blik de toeschouwer meet, en tezelfdertijd de dimensie heeft van 'wij weten het wel, ons maken ze niks meer wijs'. Noch bij Ensor, noch bij Raveel kunnen we ons in de zeventiende eeuw wanen. Ensors 'Christus bedaart de de storm' hangt tegenover de 'Opgang' van Raveel: verwant door een draaiende ritmische beweging. 'Na de storm' van Ensor krijgt het antwoord van Raveel, heel duidelijk in een vraag gegoten: 'Kun je nog volgen, James?' Zeer subtiel ook de tekening 'De daken van Oostende' (Ensor) en 'De dingen in maart' (Raveel), en ijl dorpsgezicht uit 1948. En je ziet mooie dingen zonder meer: Ensors 'Gezicht op Mariakerke', zijn 'Dode moeder' tegenover Raveels 'Herinnering aan het sterfbed van mijn moeder', waarbij beiden door eenvoudige plastische taal en gebruikmaking van zo weinig mogelijk middelen een maximum aan effect en impact sorteren.

Maar het nec plus ultra ven deze tentoonstelling is voor mij Ensors 'De intrede van Christus in Brussel in 1889', dat wordt geconfronteerd met Raveel 'De schilderijenoptocht van 1978 te Machelen-aan-de-Leie'. De echte Intocht in Brussel hangt er natuurlijk niet: die hebben we in 1997 verkocht aan het J. Paul Getty Museum en hangt nu in Los Angeles in de vernieuwde gebouwen van het museum dat het sindsdien niet meer verlaten heeft. Wel is er een wandtapijt te zien, de exacte kopie van 'De intocht' op ware grootte: het is een doek/wandtapijt waar je een uur voor kunt zitten en nog niet alles gezien hebben. Het wandtapijt zelf is uit 2008, handgeklost , materialen wol en zijde, gemaakt door de firma Gibau. Het laat een carnavaleske pseudo-Palmenzondagintocht zien, een bittere satire op de negentiende eeuw als je het mij vraagt, met maskers, zotskoppen en marotten, doodskoppen, vervormde gezichten, alle elementen uit Ensors beeldtaal. Centraal op het doek is Christus op zijn ezel te zien, wel goed zichtbaar, maar niet triomfantelijk, wel als het ware opgenomen in de massa. Boven hem een lange banier met het opschrift 'Vive la sociale' en links van hem een ruitvormige vlag met de tekst 'Fanfares doctrinaires': ideaal en realiteit worden op wrang botsende wijze samengebracht. In het midden op de voorgrond lijkt een slapende bisschop te liggen - de man draagt een mijter - maar hij blijkt de tamboer-majoor van de optocht te zijn. 'De intrede van Christus...' is werkelijk fascinerend, een reuze zoekplaat waarop je van alles en allerlei types kunt herkennen, een topstuk op deze tentoonstelling.

Tegen dit doek/wandtapijt plaatst de curator 'De schilderijenoptocht van 1978 te Machelen-aan-de-Leie', waarop Raveel zichzelf en een paar groten uit de schilderkunst citeert: je ziet het fameuze 'witte vierkant', een man in gestreepte kledij die een doek draagt waarop nog beeldkenmerken van Raveels werk (de stippellijn, de betonnen paal, een 'Man met emmer', en rechts iemand die een Mondriaan draagt, daarachter dan weer een Giotto, en tussen beide een eerder Raveels werk: zowat heel de picturale poetica van raveel is hiet te zien. In die zin zijn Ensors 'Intrede' en Raveels 'Schilderijenoptocht' duidelijk weergaven van beider wereldvisie.

Er is duidelijk een link te leggen tussen de 'Intrede' en Raveels 'Het lam treut geduldig naar zijn ultiem geluk op de slachtbank': ikheb al eens gezegd dat dit een moderne interpretatie is van vanEycks 'Lam Gods', maar het is net zo goed scherpe kritiek op de godsdienst: alleen de naam van het werk al! Centraal het lam: evenmin triomfantelijk, maar zoals men van dat dier kan verwachten duidelijk schaapachtig. Rechts van het lam de groep van de bisschoppen: ook duidelijk parodiërend.

Ten slotte Ensor en Raveel in een genrestukje: ensor noemt het 'De dronkaards', Raveel 'De drinkers van Ensor'. De Oostendenaar toont een stukje miserabilisme uit de negentiende eeuw, Raveel hertaalt dat in zijn eigen uitdrukkingswijze: de linkse man heeft een streepjespak aan, Ensors affiche die de verkoop van een 'Hofstede' aankondigde is vervangen door het zwart omlijste witte vierkant, en heel de tekening heeft veel meer strepen gekregen.


Weekendje Raveel: zeer vruchtbaar was het, en mooi om zien hoe de opvolgers in feite altijd op de schouders van de voorgangers staan, om verder te zien, of om hun tijd of taal toe te voegen.







-

Geen opmerkingen: