woensdag 7 januari 2009

De koperen passer en ms: ook een belevenis


Een gebrekkelijke: hoe is die daar geraakt?


ms-patiënt in rolstoel en volle glorie

Je bent met pensioen, maar je wilt je niet afsluiten van de wereld, je wilt gewoon leven, ook en zeker met ms, aandoening die ik een tijd geleden heb aangeduid als 'mijn blijvende metgezel die ik best goed ken en kan verdragen'. Anderen vinden mijn metgezel kennelijk eerder hinderlijk, en staan er huiverig tegenover als ik hem naar een gezelschap meebreng, heb ik drie dagen geleden vastgesteld.

Het lidmaatschap van 'De koperen passer' zei me wel iets: het is een culturele vereniging voor gepensioneerde heren (geen mannen, heren!) die jaarlijks 10 tot 12 activiteiten inricht. Een aantal ex-collega's zijn er lid van, en ik had laten verstaan dat me dat ook wel interesseerde. Sta ik drie dagen geleden op de nieuwjaarsreceptie van mijn oude school bij de collega die al heel wat koperen cirkeltjes getrokken heeft (beste wensen uitwisselen, dat ook zeker!) en die heer weet me te zeggen dat mijn opname in 'De koperen passer' te moeilijk is vanwege mijn ms, en dat ik daarom helaas geen lid kan worden. De heer drukt nog de hoop uit dat ik daar begrip voor kan opbrengen, waarop ik prompt, klaar en duidelijk 'Nee' zeg, en hem meteen uitleg dat ik alleen iemand nodig heb die een rolstoel kan of wil duwen (maar dat is misschien niet aan heren besteed, daar moeten mannen voor komen, en mogelijk is dat in dat milieu een problematische zaak). Ik vervolg mijn pleidooi pro domo, zeggende dat ik vrij beweeglijk ben, dat ik trappen kan doen, dat mijn toestand beter is dan twee, drie jaar geleden. Maar de heer luistert in feite niet echt, blijft bij zijn standpunt dat het te moeilijk zou zijn (wat mij betreft niet, maar dat is in dezen een detail) en daarmee eindigt het dovemansgesprek.

Ik probeer 's avonds dit gesprek te plaatsen, te begrijpen. Ik weet niet wie deze beslissing genomen heeft, de heerlijke ex-collega of een aantal doorluchtigheden samen, maar ik kan er niet bij hoe iemand die 35 jaar of daaromtrent onderwijs heeft gepresteerd, een dergelijke boodschap in alle ernst kan overbrengen. Schiet niet op de pianist horen we dan te allen kant, maar als hij zo schabouwelijk speelt, dan moet iemand anders hoogdringend 'Das Wohltemperierte Clavier' gaan interpreteren. Maar verder: ik ben nu zot van glorie omdat heren (van stand ongetwijfeld) voor mij de beslissing hebben genomen, zodat ik niet eens zelf hoefde te denken of rimpels kon veroorzaken op het watertje van hun gladde vereniging. Het ergste echter is: ik ben letterlijk verontwaardigd. Ik zei al: ms mijn blijvende metgezel, alsof het een vriend was, zei mijn buurvrouw tijdens de lessen Italiaans. Ja, zij heeft het precies begrepen: niet een vriend, maar een deel van mezelf, iemand aan wie ik veel waarde hecht, ook aan de manier waarop ik met hem omga. Maar dat valt kennelijk buiten het gebied van de kleine cirkeltjes van 'De koperen passer': de heren willen met een essentieel deel van mijn zijn niet geconfronteerd worden. Toch kan ik me echt niet voorstellen dat ms de ware reden van mijn weigering was, het gaat mijn begrip te boven. Tegenwoordig hoor je in verband met gehandicaptenbeleid vaak de term 'inclusie' als een zeer nastrevenswaardig doel, en terecht. Niet voor alle heren, godbetert. En in het echte leven hoor je dan weer over 'discriminatie op grond van een handicap': zonder meer ongeoorloofd. In het echte leven dus...

Ik denk gewoon dat ik niet in het plaatje pas dat de heren graag van zichzelf zien: ik loop nooit netjes in het pak, stijlrijke regen- of wintermantels zijn niet aan mij besteed, ik ben mogelijk te casual. En de kleren maken de heren, zoals de volksmond zegt, en puik uitgedost van cultuur gaan genieten geeft toch een sfeertje van zelf verklaarde upper middle class luxury? O Wonne, o Seligkeit! Walter van den Broeck heeft het in een van zijn toneelstukken over het fenomeen 'schijtkonterij', een volks woord dat met enig misprijzen het fatsoenlijke 'snobisme' plastisch uitdrukt. En inderdaad, bij dergelijke heren hoor ik niet thuis.

Ik kan gewoon niet geloven dat ms de ware reden is: zo lomp kunnen mensen met enige ontwikkeling toch niet zijn? De heren hebben me mogelijk hun echte waarheid niet verteld: mocht dat zo zijn - wat ik niet zeker weet, en wat die waarheid dan ook zij - dan heeft er iemand in mijn gezicht staalhard staan liegen, wat bij mij in een even groot misprijzen resulteert als de weigering omwille van ms.

'De koperen passer' liet zich voor zijn naam inspireren door die van de drukkerij van Plantijn in de zestiende eeuw: die heette 'De gulden passer', of 'Officina Plantiniana'. Ik weet zeker dat het gedrukte woord ondertussen tot veel vrijheid heeft geleid, maar in alle herenhoofden is dat begrip toch nog niet even krachtig doorgedrongen.

Ik had het in feite kunnen weten: koper is niet echt een edel metaal, koper is vals goud.

Geen opmerkingen: