Het 'Koninklijk Museum voor Schone Kunsten' wordt gefatsoeneerd en gerestaureerd, maar toch slaagt het er toch nog in een belangrijke tentoonstelling te organiseren. Werk van de Duitse schilder Anselm Kiefer, een geweldig verontwaardigde, zou ik op het eerste gezicht zeggen. De nazi's zouden zijn kunst zonder meer en zonder twijfel als 'entartete Kunst' in het vreugdevuur van hun brandstapels gekieperd hebben: zij zijn ondertussen overwonnen, maar in het werk van Kiefer zijn ze prominent aanwezig met hun oorlog en de gevolgen daarvan. En klap in je gezicht is deze tentoonstelling, een dreun op je hersens, een steek in je hart. Je wordt er niet bepaald vrolijk van.
Je kunt bij het binnengaan een tekst meenemen, waarin Kiefers werk wordt geduid en de schilderijen een korte commentaar krijgen. Paul Depondt is de bron van de tekst op de eerste bladzijde: hij typeert het werk naar mijn gevoelen zeer goed. Ik citeer: 'In zijn schilderijen laat Kiefer zelden hoop opflakkeren. Hij schildert 'verkoolde landschappen na de slag': desolate, duistere en onvruchtbare landschappen, waarin hij versteende varens en doornstruiken plaatst. Het zijn beelden van de wereld na de apocalyps, zonder overlevenden. Zijn marines tonen een zee des doods, waarin het roestige marineschepen aanbrengt, alsof de oorlog eindeloos doorgaat (Voyage au bout de la nuit).' Ik kan me nogal vinden in deze typering, moet ik zeggen.
Voyage au bout de la nuit
De titel van dit schilderij heeft Kiefer ontleend aan de eerste zeer invloedrijke roman van de Franse anti-semitische schrijver L.F. Céline: Kiefer werkt niet in een vacuüm: hij is zeer betrokken bij zijn tijd en zijn wereld. De roestige schepen en roestkleurige zee zijn niet in de eerste plaats aantrekkelijk: een soort van afgrijzen schijnt eruit te klinken. Botticelli's 'Geboorte van Venus' is van een totaal andere orde. Hier zie je het gevolg van het tegendeel van liefde.
'Schwarze Flocken' is nog zo'n werk dat je een stomp in de maag geeft. In het midden van het schilderij trekt een loodzwaar boek de aandacht: uit het boek komen verzen te voorschijn uit het gedicht 'Schwarze Flocken' van de Duits-joodse dichter Paul Celan. Ik heb dat gedicht gezocht en gevonden: diepe rouw en treurnis, wanhoop spreken er uit. Het begint zo:
'Sneeuw is gevallen, lichtloos. Eén maan her
is het al of twee dat de herfst ook mij in monnikspij
een tijding bracht, een blad uit Oekraïense heuvels:
Bedenk dat het wintert ook hier, voor de duizendste keer nu
in het land waar de grootste stroom vliedt:
Jaäkobs hemelse bloed, gebenedijd door bijlen...'.
Jacobs hemelse bloed is onderaan links te lezen, in het Duits natuurlijk. De sneeuw is ook niet stralend wit, en je hebt de indruk dat je op een uitgestrekt oorlogskerkhof staat te kijken, maar wat uit de grond steekt zijn geen kruisen (natuurlijk niet, Celan heeft het over zijn volk, de Joden), maar je ziet hier en daar dingen die op runetekens gelijken, het oudste bekende geschrift van de Germanen. De stokken die je ziet zouden door en door verbrande wijngaardranken kunnen zijn: alle leven is uitgewist. De laatste strofe van het gedicht nog:
'Bloedde, moeder, de herfst me maar weg, brandde de sneeuw me maar:
zocht ik mijn hart maar, dat het huilt, vond ik de zucht maar, ach,
van de zomer
was-ie als jij.
Kwam me de traan, Weefde ik dat doekje.'
Zeer indringend is het gedicht, net zoals het schilderij overigens.
Schwarze Flocken
Wat je ook niet alle dagen op een schilderijententoonstelling ziet: een vliegtuig scheert over het eerste schilderij. Neen natuurlijk, het maakt deel uit van het werk. Het gaat om een gevechtsvliegtuig, voor de constructie waarvan volgens de informatie lood gebruikt is van het dak van de Dom van Keulen: Kiefer vlucht niet voor het Duitse verleden. Integendeel, hij doet een poging om het te verwerken. Enige troost is te vinden in de gedroogde zonnebloemen die het vliegtuig meedraagt: mij lijkt het hoop tegen beter weten is, een pleister op een houten been. Misschien ben ik te streng, maar het grijs van de aanrollende zee, en het even grijze landschap waarin kennelijk ooit aan landbouw gedaan is, domineren zo zeer, dat de zonnebloemen op mij een niet erg geloofwaardige indruk maken. Maar ik begrijp de Duitse kunstenaar wel: het leven gaat hoe dan ook verder, hij moet zich op een of andere manier wat hoop verschaffen, er moet licht zijn om naar uit te kijken. Hoe zou je het anders volhouden? En die zonnebloemen met hun zaden zijn natuurlijk de 'Grosse Fracht': je krijgt hier de paradox van de vernietiging die tezelfdertijd nieuw leven in zich draagt. Toch, ik heb er gemengde gevoelens bij. Maar indrukwekkend is het zeer zeker: het stemt tot nadenken: dit schilderij en heel de tentoonstelling is geen vrijblijvend evenement over 'Blumen aus Deutschland'.
Grosse Fracht
Hetzelfde thema, oorlog, beeldt Kiefer uit in 'Schlacht über England': een troosteloos grijze hemel, aan de linkerkant een lichtblauwe vlek, witte strepen over heel het doek suggereren dat die hemel vol vernietiging zaaiende vliegtuigen gehangen heeft, een overgebleven vliegtuig stort, vernietigd, neer. Een Duits vliegtuig allicht: de schilder stelt zijn landgenoten nergens als heroïsche overwinnaars voor. Boven aan het schilderij is 'the last of England' te lezen: voorbarige conclusie was dat. Engeland is opnieuw recht gestaan, de Duitsers zijn ten slotte ingestort. Ik vind het formidabel hoe Kiefer hier met weinig middelen en kleur de geschiedenis en zijn houding ertegenover kan weergeven, en zijn houding tegenover oorlog in het algemeen.
Schlacht über England
maandag 31 januari 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten