maandag 24 april 2017

Plantin-Moretus Museum: de boekenverdieping

Op de eerste verdieping van het Plantin-Moretus Museum vind je de boeken, en af en toe ook een manuscript. Het grootste exploot van Christoffel Plantin is ongetwijfeld de 'Biblia Polyglotta' of 'Biblia Regia'. 'Polyglotta' omdat het een uitgave in vijf talen is: Grieks, Latijn, Aramees, Syrisch en Hebreeuws. En 'Regia' omdat Filips II van Spanje de opdracht gaf om deze bijbel te drukken. Het lijdt geen twijfel dat aan dit werk heel wat topgeleerden te pas zijn gekomen: ik denk aan theologen, maar zeker ook aan filologen: voor vijf talen heb je meer dan een paar bekwame taalkundigen nodig. En zeer deskundige drukkers natuurlijk: elke taal behoefde een ander, eigen lettertype! Druk eens Hebreeuws als je de taal niet kunt lezen: een beetje onvoorstelbaar toch. Het hele project is geresulteerd in acht kloeke delen, vier voor het Oude Testament, een voor Het Nieuwe, en drie delen commentaren en toelichtingen. Maar de firma Plantin bracht alles op vier jaar tijd tot een goed einde: er is van 1568 tot 1572 aan gewerkt. In de eerste zaal zie je het, de acht delen in een glazen kast: triomf van de boekdrukkunst en van de verspreiding van het Woord. Het drukken van bijbels en andere religieuze werken heeft Plantin overigens geen windeieren gelegd: hij stond bekend als humanist, maar die term betekende toen niet wat er nu onder wordt verstaan.


De Biblia Polyglotta

Vlak bij de originele editie ligt een facsimile: de eerste verzen van het boek Genesis in de vertaling van de heilige Hieronymus. 'Caput Primum' begint als volgt: 'In principio creavit Deus caelum et terra. Terra autem erat inanis et vacua'. Zoals we allemaal weten: 'In den beginne schiep God hemel en aarde. Maar de aarde was hol en leeg'. Verder gaat het over de duisternis die over de aarde hangt, maar dan zegt God 'Fiat lux', en het werd licht.


In principio creavit Deus caelum et terra . . .

Een wetenschappelijke uitgave is de 'Plantenatlas' van Rembert Dodoens, uit 1583. 'Plantenatlas' is niet de titel die Dodoens zelf aan zijn werk gegeven heeft: die is in het Latijn natuurlijk, en luidt 'Stirpium historiae pemptades sex'. Nauwkeurig getekende bloemen helpen duidelijk bij het determineren: 'caryophilleus minor' lees ik onder de bloem rechtsboven. Dat is een anjer, en de andere op die bladzijde zijn ook anjers. De tekst op de rechterbladzijde is in het Latijn, toen de taal van de wetenschap. En drukwerk van zeer hoge kwaliteit, dat is we zeker.


Dodoens: tekeningen van en tekst over anjers

Nog een zeer bekend boek: van Lodovico Guicciardini's 'Descrittione di tuti i Paesi Bassi', voor het eerst verschenen in 1567, maar niet bij Plantin, ligt er wel een Franse uitgave uit 1582, en die komt wel van Plantin. 'Description de touts les Pais-Bas' heet het werk dan, en bij neerlandici is dat altijd bekend gebleven. Het was dan ook een boek met enige ambitie: in zijn inleiding of voorwoord schrijft Guicciardini 'In deze beschrijving zal u zonder uw huis te verlaten en in korte tijd, de grote schoonheid, macht en edelheid zien van de zo wonderbaarlijke Nederlanden'. Als deze Italiaan dat al stelde, hij was nota bene van Florence, dan moet er wel wat van aan geweest zijn; hij woonde en leefde wel in Antwerpen. Het boek ligt open op een stadskaart van Leiden: het moet immers niet altijd Antwerpen zijn. Van 1576 tot 1585 werkte Plantin in Leiden, toen hij voor de Spaanse Furie gevlucht was. Na de val van Antwerpen keerde hij kennelijk terug.


De stad Leiden in Holland

Het midden van de vijftiende eeuw was de tijd vlak na de grote ontdekkingsreizen die West-Europa kennis liet maken met onbekende continenten. Die moesten natuurlijk in kaart gebracht worden: Mercator was de grootste geograaf van zijn tijd, maar Abraham Ortelius was ook geen kleine jongen: de twee heren werkten vaak samen, waar bij Ortelius meestal een beroep kon doen op de hulp van de man uit Rupelmonde. Zijn 'Theatrum Orbis Terrarum' verscheen voor het eerst in 1570, maar pas vanaf 1579 werd Plantin de uitgever ervan. Een exemplaar toont een deel van Duitsland: '
Saxoniae Misniae Thuringiae nova exactissima descriptio' noemt Ortelius de kaart, oftewel: 'Uiterst nauwkeurige beschrijving van Saksen, Meissen en Thüringen'. Ze wilden het allemaal heel goed doen, die nieuwe geleerden uit de zestiende eeuw.


Nova exactissima descriptio

Een schilderij op de eerste verdieping valt op: 'Balthasar Moretus op zijn sterfbed', van de hand van Th. Willeboirts Bosschaert, uit 1641. Toen overleed dus de derde ceo van de 'Officina Plantiniana'. Hij was de man die het huis 'De Gulden Passer' uitbreidde, en geld begon uit te geven aan andere doelen dan investeringen in het eigen bedrijf: meer luxe status werden belangrijk, want na bijna honderd jaar was zijn bedrijf een een onderneming van stand, een gevestigde instelling als het ware. Dat zou het blijven tot in de jaren 80 van de negentiende eeuw.


Balthasar Moretus (1574-1641) op zijn sterfbed

Het vernieuwde Plantin-Moretus Museum is zonder meer een must: je vindt er een heel groot deel van onze cultuurgeschiedenis van de zestiende eeuw. Je bent er getuige van de ontwikkeling van de boekdrukkunst, en van de wetenschappen, of het nu geografie, plantkunde, anatomie of taalkunde is. En niet te vergeten: bijbels en andere religieuze boekwerken. Een lust voor oog en geest is het, excellent werelderfgoed, in Antwerpen, maar dat Antwerpen ver overstijgt. Ten overvloede: een museum dat je gezien moet hebben!

Geen opmerkingen: