maandag 24 juni 2019

Sint-Janskapel in Wommelgem

Eindelijk ben ik geweest waar ik al zo lang naartoe wilde gaan: in de Sint-Janskapel in Wommelgem. Telkens als ik via de snelweg naar mijn kinderen in Antwerpen rijd, kom ik er voorbij, en ik denk dan: 'Dat ziet er echt wel een authentiek gebouw uit, dat wil ik eens van dichterbij gaan bekijken.' Zo'n anderhalve kilometer voor de uitrit Wommelgem zie je die kapel, vlak bij een horecazaak die 'Feestzaal Royal Palace' heet, maar die is behoorlijk onderkomen, en veel koninklijks is er niet meer aan.

De kapel zou al in de 14de eeuw vermeld zijn, wat best wel vroeg is, maar het huidige gebouw komt uit de 16de eeuw, met veranderingen uit de 17de. De toegangspoort heeft een romaanse rondboog, en de stenen van de witte omlijsting zien er heel oud uit. Boven die poort laat een rond raam licht binnen, en je ziet verder een aantal vierkante vensters, zowel op de gelijkvloerse verdieping als op de eerste: dat zijn ongetwijfeld recentere veranderingen. Een slank torentje maakt het geheel iets eleganter. Het gebouwtje ziet er inderdaad authentiek uit, mijn eerste indruk wordt bevestigd.


De Sint-Janskapel in Wommelgem

Binnen, achter een redelijk modern altaar voor het venster doopt Johannes de Doper Christus die nederig door de knieën neigt. Voor mij zijn dat de meest geslaagde beelden uit deze kapel: voor de rest maken vooral neogotische Maria's en heiligen de dienst uit, zoals je er ook talloze ook kunt vinden in het Antwerpse café 'Het elfde gebod': hoogtepunten van esthetisch genot beleef ik hier niet.


Joannes de Doper doopt Christus

Een foto van het zicht op het oosten van de kapel laat zien dat de muren nogal bekleed zijn: 19de-eeuwse beelden van Maria en heiligen, en een aantal ruitvormige lijsten: dat blijken overlijdensberichten te zijn van belangrijke mensen, hoewel hun naam er niet bij staat. In Frans-Vlaanderen heb ik er zo nog gezien, zelfs uit het begin van de 20ste eeuw, en in het Vlaams!


Interieur: zicht op het oosten

De laatste foto toont het aandenken aan iemand die overleden is op de 5de november 1852 (obiit - hij/zij overleed), zonder naam, maar wel met een wapenschild: iemand die in de heraldiek thuis is, zal uit die afbeelding zeker allerlei kunnen afleiden, maar die man ben ik niet, helaas. Met zekerheid kunnen we wel stellen dat het hier niet om Jan Modaal, Piet met de Pet of Marie van 't Hoekske gaat: aan deze lui werd in kerken en kapellen dit soort aandacht niet besteed.


Overlijden met wapenschild, 1852

Soms heeft een mens al eens geluk: je noemt iets 'overlijdensberichten in ruitvormige lijsten', maar je weet heel goed dat dit een zeer onelegante omschrijving is van datgene waar je de naam niet van kent. Maar ik was kort daarna over de Sint-Pieterskerk van Turnhout aan het lezen, en daar wordt dat object een 'obiit' genoemd, of een 'rouwbord'. Die werden gemaakt voor prominente overledenen, aan het sterfhuis opgehangen en naderhand aan de muren van de kerk waarin de aflijvige begraven was. Ik voeg er nog een rouwbord uit Frans-Vlaanderen bij, van iemand die op de 3de oktober 1922 gestorven is. Naar alle waarschijnlijkheid heette die 'Tak' of 'Tack', want zijn wapenspreuk is 'Tak plooyt nooyt'.


Rouwbord of obiit uit Frans-Vlaanderen

Overigens is de kapel en haar omgeving een beschermd landschap: daar kon je gisteren niet te veel van merken, want het waren Sint-Jansfeesten; een beetje kermis, frieten, pintje, tripeltje, geïmproviseerd terrasje, snoep voor de kinderen, wielerkoers voor de plaatselijke helden en heldinnen: in een woord, het rijke Vlaamse volksleven. En Sint Jan in hoogsteigen persoon had voor goed weer gezorgd: wat willen we nog meer op een zondag? En het volk ontspande zich en was gelukkig. Terecht overigens.

En ik toch ook tevreden: de kapel van dichtbij en van binnen gezien.

Geen opmerkingen: