zondag 5 januari 2020

Wenduine, Fernando Pessoa en Nona

Net zoals verleden jaar zat ik ook deze 1ste januari eventjes aan zee: drie dagen Wenduine, niet in de stralende zon, maar wel in het begin van de volgende 366 hoopvolle en gelukkige dagen waarin alles weer eens beter wordt dan in het afgelopen jaar. Mijn dochter, haar vriend en mijn kleindochter vergezelden mij, of eerder ik hen, want aan hen heb ik het te danken dat ik de Noordzee nog eens bezig kan zien. Dat noem je dan een gelukkige start van het jaar: wie hoort mij klagen?

Steeds binnen zitten is natuurlijk geen optie, en een wandeling onder grijze wolken en in behoorlijk wat wind is ook een uitstap: wie hoort ons klagen? Dus wij naar de zeedijk. Het eerste wat ik tegenkom is een gedicht, preciezer een fragment van een gedicht van nog niet eens de eerste de beste: van Fernando Pessoa is het, een Portugees in het kille Noorden!


Ode Maritima (fragment)

O, de dauw over mijn opwinding!
De koelte van de nacht over mijn innerlijke oceaan!
Plotseling staat alles in mij voor een nacht op zee.
Vol van het enorme en zo menselijke mysterie van de nachtelijke golven.
De maan rijst aan de horizon
En als een traan ontwaakt in mij de blijde kindertijd.
Mijn verleden keert terug, als was die kreet der zeeën
Een geur, een stem, de echo van een lied
Dat mijn verleden aanriep
Om dat geluk dat ik nooit meer zal hebben.

Die waarheid staat daar te lezen: het geluk van de blije kindertijd komt nooit meer terug! In de zomer lees je dat gedicht misschien ook, maar de stralende zon en een helblauwe hemel lokken je het water in, op zoek naar dat geluk dat je nooit meer zal hebben.

Van de 'Ode Maritima' staan langs heel de Belgische kust 38 fragmenten in dijken en op staketsels. En als je dat nog niet genoeg vindt: je kunt er nog 65 vooral Nederlandstalige gedichten lezen: het moet niet altijd zonnebrandolie en Nivea zijn! Al van in 2004 kun je van deze teksten genieten: dat leer ik uit een artikel in 'De Tijd'.

Maar wij willen wandelen, hoewel dat soms een groot woord is: ik zit pontificaal in mijn scootmobiel, en de kleine Nona wordt door vader verplaatst en vervoerd in een bolderkar: kleine beentjes kunnen nog niet zo lang bewegen. En ze geniet ervan dat ze wat vertroeteld wordt: ouders ten dienste van, kindje kan zich uitleven, in en uit de bolderkar.


Bijna de boottrekkers van de Wolga


Nona leeft zich uit, in...


... en uit de bolderkar

Als ze een een massa strandzand op een hogere rij ziet liggen, - dat dient om tegen het nieuwe seizoen het strand weer op te hogen - is de kar plots te beperkt en te benepen: ze springt eruit en zet het op een hollen, boven op die hoge rij. Mama kan er achteraan, en zo blijft iedereen fit, en heeft iedereen plezier.

En zo beleeft Nona een klein deeltje van het geluk dat ze nooit meer zal hebben, maar dat zal ze zich later pas realiseren, zoals wij allemaal dat gedaan hebben. En daar word je dan weer melancholisch van.

O ja, hoe sterk was de wind op nieuwjaarsdag?


Zo stond de wind op nieuwjaarsdag!

Geen opmerkingen: