zondag 5 april 2020

Zonder en toch met kleinkinderen

Coronacrisis: je mag de deur niet uit, tenzij om eten te gaan kopen. Gaan wandelen mag wel: bij mij is dat scootmobielen, en dan geraak je vanzelf een eind verder. Zomaar autorijden kun je beter ook niet doen: alleen echt noodzakelijke verplaatsingen zijn toegestaan. Naar mijn kleinkinderen rijden, die allemaal in Antwerpen wonen, is ten eerste al verboden, en ten tweede mag je geen generaties vermengen: diep is dus de eenzaamheid, woehoe!


Nona, een week voor Corona

Op de woensdagochtend van de eerste week lock down krijg ik om drie over negen telefoon van Nona, mijn oudste kleindochter: vijf en een half is ze. Ze denkt aan opa, die wil ze nog wel eens horen. Ik pluk een tekening van de computer en wil die haar sturen, maar ze is te klein: de moeite niet. Teken dan zelf iets, zegt mijn Noortje, Nona's mama. En zo gebeurt: maar eerst stiften gaan kopen, en daarna kleurpotloden. En ik konterfeit een groot huis, met een vijvertje ervoor, een reiger in de vijver, en een meisje dat met een hondje naar huis loopt.

Daarop  antwoordt Nona met een zelfgemaakte tekening: ze ziet me zwemmend in de blauwe zee, duidelijk een zwembril op, want grote ronde 'glazen'. Rechts boven schijnt de zon zoals dat hoort, links boven grote regenwolken waar immense regendruppels uitvallen, een vliegende vis is evenmin aan haar fantasie ontsnapt, en de zon op de regen tovert een regenboog te voorschijn. Kniesoor die vindt dat er iets niet klopt. Mij noemt ze 'Opa Noot', dat vindt ze leuk: die domme opa's toch! (Zo had ik mezelf genoemd in mijn tekening voor haar.) Quarantaine belet ons niet vrolijk contact met elkaar te hebben, tot blijdschap van mezelf, Nona en haar ouders.


Opa Noot zwemmend

De andere kleinkinderen hebben natuurlijk ook recht op tekeningen of ingekleurde tekenplaten: die kun je gemakkelijk van het internet plukken. Mil krijgt ingekleurde Bumba's, met verkeerde kleuren, Chinese namen (Bing Bong Woe Lie en zijn broer Bing Bong Wie Loe) en andere verzinsels die niet in het verhaal kloppen, (weer die domme opa toch!), en natuurlijk komt er weer een eigen werk van Mil terug: de jonge ingenieur in spe zoekt het in de robotica: een metalen menselijke figuur ontspruit uit zijn verbeelding, drie rode harten maken een en ander gevoelig, en de tekst is overrompelend: Dieuwertje heeft gevraagd wat Mil nog wilde schrijven, heeft dat dan voorgeschreven en kleinzoon lief heeft de hoofdletters foutloos gekopieerd! Alweer vrolijk contact, tot blijdschap van mezelf, Mil en zijn ouders!


 Liefhebbende robot


Mil, 5 april 2020

Als alleenstaande ben je dezer dagen echt wel alleen, en na drie weken begint dat te wegen. Maar een mens zoekt andere wegen en manieren van contact. Tekeningen maken en kleurplaten inkleuren zou je nog bezigheidstherapie kunnen noemen, maar het is veel meer dan dat: het is vooral een warme dialoog waarmee we uitdrukken dat we elkaar graag zien. Zonder corona hadden we dat niet bedacht! Wat zei die filosoof weer? Elk nadeel heb se voordeel! Kijk eens aan!

Geen opmerkingen: