maandag 15 mei 2023

Achtenveertig jaar later

Een week of zo geleden, 't kunnen er ook twee geweest zijn, krijg ik telefoon van een oud-leerling van toch al eventjes geleden, maar ik herken moeiteloos de stem van Marc Vanhellemont, die ik in de Otterstraat nog wel eens tegenkom. Hij vertelt me dat er bij hem thuis een pakje ligt, alleen is dat gericht aan mijn adres. Op mijn vraag of dat geen grap is, ontkent hij naar waarheid dat dat zeker niet het geval is. Jammer genoeg kan hij het me vanavond niet meer brengen, of 'Jawel, ik spring op mijn fiets en ik ben er zo'. En als je niet te ver uit elkaar woont, duurt 'zo' inderdaad niet lang. Mijn deurbel klinkt vrolijk, want daar is Marc met mijn pakje! Vreugdevol laat ik hem binnen, boodschappers met geschenken laat je niet buiten staan! Hij overhandigt mij het pakje met het juiste adres - 't is echt voor mij! - en met enige inhoud. Het weegt een beetje, 't is dus iets substantieels, en mijn ontdekkingstocht gaat verder: het is stijl beneden alle peil zo'n geschenk niet uit te pakken, zeggend: 'Dankjewel, Marc, hartelijk zelfs, en tot de volgende!' Dat doe ik dus niet, probeer het doosje open te krijgen, wat makkelijk lukt, en daar het verborgen en vermomde geschenk uit te vissen: dat vraagt enig prullen en frullen, maar ook dat is geen sisyfusarbeid. Het blijkt een witte mok te zijn, met een cartoonesk zelfportret van de schenker erop, terwijl dat ventje zegt: ' Gaaiwolgaai' Waarmee hij de kritische geest van de Turnhouse intellectueel duidelijk maakt.

Alternatief Bpostpakje

Op mijn vraag waarom mij die eer te beurt is gevallen, antwoordt Marc: 'Ik deel die uit aan mensen die in mijn leven van betekenis zijn geweest!' In dit geval ben ik dat dus, als zijn leraar Nederlands van 1972 tot 1975. In dat jaar heb ik mijn eerste retorica afgeleverd, 10 jaar na mijn eigen afstuderen aan het Atheneum in Turnhout. Ik was toen 28 jaar, de leerlingen 18, nu ben ik 76, mijn oud-leerlingen 66: vroeger was 10 jaar verschil heel wat, nu zijn we bij wijze van spreken   generatiegenoten. Wat mij vooral treft: Marc schenkt mij die mok 48 jaar later, meer dan een half mensenleven is dat! Blij ben ik daar natuurlijk mee, en tezelfdertijd ontroerd: het zegt iets over de kwaliteit van mijn werk toentertijd. 

Nu is leraar een knelpuntenberoep, toen ik begon, in 1969 was het een eer leraar te kunnen worden, collega te worden van mijn uitstekende lesgevers: op vijftig jaar tijd is er heel wat veranderd, en dat ga ik nu eens niet allemaal opsommen. Het gevoel van ontzag en dankbaarheid is echter gebleven, en dat is veel belangrijker dan alles in het onderwijs meetbaar en met cijfers bewijsbaar te maken. Een mok na 48 jaar zegt veel meer dan de droge zogenoemde bewijzen. Overigens, die klas gaat nog elk jaar een weekend weg: zulke klassen maken ze niet meer!

De gulle schenker met zijn devies: Gaaiwolgaai'

Terzijde nog eventjes: de vader van Marc, Maurice, was in de 4de en 3de Latijnse mijn leraar Latijn en Grieks, en mijn zoon zat jaren later in de klas met de dochter van Marc. It's a small world after all, maar er gebeuren grote dingen in!

2 opmerkingen:

Unknown zei

Hé Toon, dat is mij nog niet overkomen. Ik krijg nog wel een goed woordje als ik hier of daar een "oud"leerling ontmoet, maar cadeautjes, neen dat niet.
Geniet van de attentie.
Nicole

Toon zei

Dat doe ik volop!