De Warande: cultuur achter lover
Over 'De avonden' van Reve wil Kristof, mijn interviewer, een en ander weten: laat dat boek nu in '47 gepubliceerd zijn, in mijn geboortejaar met andere woorden. Dat schept een band natuurlijk: zooo lang geleden heb ik dat boek nog niet gelezen, ik heb het over een na-oorlogse generatie die last heeft van ontworteling, vervreemding, over de schrijver die worstelt met zijn identiteit en geaardheid, en ik begin als het ware een beetje les te geven: de leraar sterft nooit. Charles Dickens' 'Oliver Twist' komt aan bod, 'Anna Karenina van Tolstoi, de warme empathische auteur par excellence, zonder ooit klef of sentimenteel te zijn. Eigenlijk voel ik me in mijn element: ik heb al wel eens een boekje gelezen, wat meer is, er over onderwezen. Jongelui leesplezier benomen, ontnomen zelfs? Ik hoop van niet: het zaad gaat alleen verloren als het op de rotsen gegooid wordt, maar ik heb altijd het gevoel gehad dat een behoorlijk deel van het land best vruchtbaar was.
'Alleen op de wereld' van Hector Malot passeert dan de revue: ik kan enkel deemoedig zeggen dat ik dat niet gelezen heb, maar mijn kinderen wel: ik heb dus vier alibi's. En dan, eerste 'plat de résistance', een kleine stap voor 'Man bijt hond': Shakespeares Hamlet. Waarom Shakespeare nog ter zake doet, wil Kristof weten. Omdat het niet om het verhaaltje gaat, - ook niet in MacBeth of King Lear - niet over de feiten of de datums. Dan kun je beter een krant kopen: staat vol feiten en de datum is dag na dag uiterst actueel. Het gaat om belangrijke aspecten van de 'condition humaine', menselijke doelen en ambities die ad absurdum worden nagestreefd, menselijke 'eigenschappen' die alle menselijkheid verwoesten wanneer ze ad infinitum nagejaagd worden: heerszucht, hebzucht, macht, egocentrisme.
Komt een tweede bord dat 's mensen weerstand aanzienlijk versterkt: 'De Kapellekensbaan' van L.P. Boon himself. Dat ik dat nog mag meemaken: hoe gedreven ik daar ooit les over gegeven heb. Ik laat Ondineke opduiken, Tippetotje de schilderes, Johan Jansen, Meneer Colson van 'tminnesterie', professor Spothuizen, dat wil zegen mijn oude prof Uyttersprot, het verhaal van Ysengrim de Wolf komt weer kijken, de op- en neergang van het socialisme dat als een kuip mortel van de steiger kwakt, de heilige verontwaardiging van Boon, de vier voornamen van mijn zoon: Jasper Louis Paul Toon, want een mens hoort niet altijd serieus te zijn, liefst niet bij voorkeur. Je kunt niet heel je leven de mensen een geweten schoppen: zeer vermoeiend en frustrerend moet dat zijn. Boontje wist dat zelf ook, helaas. Helaas te laat.
Na drie kwartier is het interview afgelopen, en dat waarschijnlijk voor een zinnetje in 'Korte inhoud' van 'Man bijt hond'. Maar ik heb ervan genoten, bij het afscheid tegen Kristof zeggend 'ik heb de laatste jaren zelden zo lang les gegeven'. Een uitdaging was het, dit kleine fait divers, zeer aangenaam vond ik het. Met een jonge man die geen enkele domme vraag heeft gesteld, die meer dan een beetje op de hoogte was. En zeer leuk is het om zo 'à l'improviste' weer eens over je eigen bedrijf bezig te kunnen zijn. Tot slot heb ik de Woestijnvisser mijn compliment gemaakt: goede leerlingen moet je aanmoedigen om ze beter te maken, heb ik hem ook nog toevertrouwd.
Schoolmeesters! Leer ze me niet kennen... Hoewel...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten