maandag 5 april 2010

En rood is troef!

Iedere socialist zal dit zinnetje herkennen als de uitroep toegevoegd aan de Internationale: een flardje tekst van volkse vinding is het. Waar en wanneer voor het eerst geroepen? Dat blijft in de nevelen van de geschiedenis gehuld. Het ontstaan van de oorspronkelijke Franse tekst is daarentegen wel goed gedocumenteerd: Eugène Edine Pottier schreef die, in de laatste week van de Parijse commune in mei 1871, week die overigens 'la semaine sanglante' wordt genoemd, de bloederige week dus. Een eigen melodie had het lied toen nog niet: het werd gezongen op de tonen van de Marseillaise. De Franse versie heeft zes strofen - een bloederige week heeft meer nodig dan een paar versjes - de Nederlandse bewerking van Henriette Roland Holst-van der Schalk heeft er slechts drie: zij had het bloed niet zien vloeien en de hevige en bittere gevoelens van de Parijse Commune niet ervaren.

De melodie die wij nu zingen en horen werd in juli 1888 voor het eerst gebruikt tijdens het feest van de vakbond van de krantenverkopers van Rijsel. De componist heeft een echt Vlaamse naam: De Geyter - zijn voornaam was Pierre - en hij is bovendien nog in Gent geboren.Aan de Minnemeers in die stad heeft hij sinds 1998 zelfs een standbeeld. Toch kun je hem geen Vlaming of Belg noemen. Hij zag het levenslicht in 1848, maar dat dat in Gent was, is eerder toeval: zijn ouders waren Frans-Vlamingen, Franse staatsburgers dus, die uit Noord-Frankrijk naar ons land uitgeweken waren om werk te zoeken in de Gentse textielfabrieken en een beter leven op te bouwen. Om een woord te gebruiken dat compleet uit de mode is, en dat nu hopeloos politiek incorrect is geworden: het waren gastarbeiders.Toen Pierre zeven was, is de familie naar Frankrijk teruggekeerd, naar Rijsel.

Op zijn veertigste componeerde De Geyter de Internationale: de melodie was een onmiddellijk succes, ze is hét volks- en strijdlied van de socialisten geworden. Van 1917 tot 1944 was de Internationale zelfs de nationale hymne van de Sovjet-Unie, wat geleid heeft tot een eigenaardige gebeurtenis in het leven van Pierre de Geyter: de toondichter leidde een onopvallend leven in Saint-Denis bij Parijs, maar de Russen kwamen er in 1927achter dat de componist nog in leven was, en ze nodigden hem prompt uit naar Moskou, voor de viering van de tiende verjaardag van de Oktoberrevolutie. De Geyter, die ook al communist geworden was, zou op de tribune naast Käthe Kollwitz gestaan hebben. Hij heeft er alleszins zijn 'moment de gloire' beleefd. Stalin kende hem zelfs een bescheiden staatspensioen toe, als compensatie voor de auteursrechten die hij nauwelijks ontvangen had.


Standbeeld van Pierre de Geyter in Gent

Dat pensioentje was De Geyters enige bron van inkomsten, en hoewel de gemeente Saint-Denis hem een gratis appartement ter beschikking stelde, heeft hij in de laatste jaren van zijn leven slechts zorgelijke en armoedige omstandigheden gekend: miserie en ellende dus. Hij is in 1932 gestorven: zijn begrafenis werd door meer dan 50.000 mensen bijgewoond. Hij was dan toch niet vergeten, en terecht. Ook nu nog niet, en even terecht, zou men hopen.

Laat ik dan tenslotte Eugène Pottier niet helemaal onder de mat moffelen. Hij werd in 1816 geboren, was strijdend lid van de Parijse Commune, verliet na de nederlaag in 1871 Frankrijk: hij week uit naar de Verenigde Staten. Totaal verzwakt en ziek keerde hij 15 jaar later naar Parijs terug. Ondertussen waren zijn 'Chants Révolutionnaires' wel uitgegeven. Maar Pottier stierf in 1887: hij ligt begraven op Père Lachaise. De Geyter en Pottier hebben elkaar nooit ontmoet, en Pottier heeft het lied van De Geyter ook nooit gehoord: dat werd, zoals gezegd, pas in 1888 gecomponeerd.


Eugène Pottier

Geen opmerkingen: