zondag 26 september 2010

Sicilië - dag 1

Vijf maanden geleden zou ons klasje Italiaans zijn jaarlijkse Italiëreis ondernemen: niet naar de laars zelf, maar naar Sicilië. Het leek ons wel wat. Maar dat was zonder de waard gerekend, in dit geval de sindsdien alombekende Yslandse vulkaan Eyjafjallajökull: een Scandinaafse tongue twister met een verrukkelijke aswolkige nasleep. Ik heb toen mijn toevlucht gezocht in Bourgondië: ook niet te versmaden. Verleden week maandag - de vulkaan was al een tijdje in slaap gesukkeld - was het dan zover: wij naar Sicilië. Vertrekken deden we in onze achtertuin, dat wil zeggen in Eindhoven, dat wil nog preciezer zeggen vanaf  'Eindhoven Airport' zoals alle wegwijzers dat aanduiden. Want het is bekend dat in Brabant alleen Engelstaligen het vliegtuig nemen. Knap van die Nederlanders dat ze dat zo goed in de smiezen hebben, toch?

De vlucht - met ryanair, wat had je gedacht? - gaat pas om tien voor zes, maar wij waren al om drie uur op de airport: je weet maar nooit wat er nog uitbarst, een tweede keer zouden ze ons niet hebben! En wij - precies een elftal - dus babbelen en kabbelen tot een uur of zes, terrasje doen, vliegtuigje bekijken, geduldje oefenen.


Vier van de elf


Nog eens vier

Vertrouwd transportmiddel

Als we dan om iets over acht in Trapani Airport aankomen, blijkt het daar al compleet donker te zijn. Dat heb je: hoe zuidelijker je gaat, hoe vroeger de nacht valt, en we zitten niet zo ver van Afrika, wat we in Sicilië overigens nog anderszins zullen ervaren. Zonder problemen worden we naar ons hotel gebracht: 'Le Due Badie' ( de twee abdijen) in de Via Badia Nuova in de Trapani, een stad van 75.000 inwoners in het noordwesten van het eiland, op zo'n 100 kilometer van Palermo.

Het restaurant is vlakbij: gewoon vlak voor het hotel, op straat, in open lucht, in de Via  Badia Nuova zelve: we eten er twee avonden goed, maar als we volgens de plaatselijke uitbaters niet genoeg bestellen  - geen primo piatto, die nemen we niet - blijken we echt geduld te moeten oefenen, en de vindingrijke Trapanezen stellen ons voor, om het wachten draaglijk te maken en opkomende appelflauwtes voor te zijn, al maar 'bruschette' te nemen: dat is geroosterd brood met knoflook en olijfolie. Alleen: ze bieden die ons niet aan, ze proberen die ons aan te smeren. Betalen moeten we ze natuurlijk zelf. De transactie gaat niet door: gratis langer wachten heeft ook zijn charmes, vinden we dan. Terzijde: het straatrestaurant levert wel romantische foto's op. De mens leeft tenslotte niet van 'bruschette' alleen.


In lengte van avonden: romantisch tafelen

Geen opmerkingen: