De huis van Jozef Schellekens
Van zolang ik het heb weten staan, was het huis begroeid met rijkelijk veel klimop; nu is die sinds een paar jaar helemaal verdwenen en is het gebouw zelf weer echt goed zichtbaar. En daar zit een verhaal achter, hoor je bij een bezoek. Je wordt rondgeleid door een van de kleinzonen van de architect - wie weet ik niet precies - en die deelt veel interessante informatie uit eerste hand mee. Het huis was af en bewoonbaar in 1936, maar de Turnhoutse goegemeente was er niet dadelijk kapot van: huis en architect werden zeer scheef bekeken, in zoverre dat de man nauwelijks opdrachten kreeg: 'van die boer geen eieren' werd 'van die architect geen huizen'. En er deden wonderlijke opvattingen de ronde: de lange raampartijen, soms van de grond tot boven aan de gevel, zouden ontucht uitlokken (!), en dat terwijl Jozef Schellekens een overtuigd katholiek was: sant in eigen stad was hij niet. Hij begon aan zichzelf te twijfelen, schaamde zich misschien zelfs een beetje, en liet het huis overgroeien met die klimop, om het aan het gezicht van zijn stadsgenoten te onttrekken en te verbergen, hoewel dat met een huis bijzonder moeilijk is. Maar de in deze brave stad afwijkende vormen waren niet meer te zien.
Je komt binnen in een grote, hoge hal: licht en ruimte in overvloed. En je voelt onmiddellijk: hier is ter dege over nagedacht. Aan de muren hangen tekeningen van projecten van Schellekens, maar net zo goed schilderijen, onder andere zelfportretten: hij beschikte over meer talenten. Toch schijnt hij een geboren twijfelaar te zijn geweest: in huis kon hij natuurlijk geen klimop laten groeien, maar hij bracht wel voortdurend veranderingen aan, zodat het steeds meer begon te verschillen van het oorspronkelijke plan. Zijn kleinzonen hebben het huis nu zo ver gerestaureerd, dat het voor 95% uit- en binnenzicht van 1936 heeft.
De hal: licht en ruimte in overvloed
De achtergevel
Ook de vensters in de achtergevel (op het zuiden) trekken het licht naar binnen, en ze geven tezelfdertijd ook uit op de tuin: de muur die hem in tweeën deelt, is pas later bijgebouwd, om de kinderen van de twee families (Schellekens en Op de Beeck) beter uit elkaar te houden, en zo voor meer rust voor de ouders te zorgen. Er staat overigens een redelijk grote treurwilg.
Tuin met later toegevoegde muur
Bas-reliëf in de scheidingsmuur
Maar al moest die muur er dan noodgedwongen komen, toch vond Schellekens dat ook daar 'schoonheid' belangrijk was: je ziet er inderdaad een bas-reliëf dat een boerengezin met hun twee kinderen en een oudere man uitbeeldt.
Tenminste, dat is wat ik erin zie. De rechtse man heeft een schop bij zich, en hij schijnt iets te zoeken in zijn broekzak: het loon van zijn graafwerk dat hij aan zijn vrouw geeft, of in de schaal van de jongen gaat leggen? De drie volwassenen lopen ook alle drie op klompen: helemaal duidelijk wordt het verhaal me niet, maar ruraal en Kempisch is het zeker.
Jozef Schellekens is eigenlijk een tragische figuur: onbegrepen en versmaad in eigen stad, twijfelend aan zichzelf, getormenteerd volgens zijn kleinzoon-gids. Hij heeft bijvoorbeeld nooit een tentoonstelling van zijn schilderijen gehouden. Bovendien stierf zijn eerste vrouw zeer jong, en zelf werd hij ook niet oud: hij overleed op het Zilvermeer in 1963, in de buurt van zijn strandpaviljoen, 54 jaar oud.
Zeer benieuwd ben ik naar wat er met de 'Woning Schellekens' zal gebeuren na Turnhout 2012, want het is een pareltje van 'Nieuwe Zakelijkheid', en een van de mooiste en interessantste huizen van deze stad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten