Zo zijn er een paar non-figuratieve doeken die best de moeite zijn. Voor de affiche en het merkteken van de tentoonstelling heeft men gekozen voor een 'Zonder titel' uit 1956, en die dan ook vlak bij de ingang hangt: het is een werveling van kleuren, wit, blauw, groen en rood of nuances daarvan. Licht overheerst, het komt mij over als een dynamisch en vitaal schilderij: het maakt wel indruk, alleszins.
Zonder titel, 1956
'Groene aanwezigheid in blauwe ruimte' is van twee jaar later: de titel is typisch Raveel, enigszins enigmatisch. Vier groene stroken zijn met kracht op de blauwe achtergrond gezet: je ziet nog duidelijker het dynamisme en het vitalisme van de 'Zonder titel' van 1956. Er zit ook een witte kubus in - een voorloper van het witte vierkant van later? - en links verlicht een geelachtige bol een en ander: kracht en licht springen van het doek. Het zijn twee prachtige werken in een stijl waarin Raveel nadien niet meer gewerkt heeft. Voor zover ik weet, tenminste.
Groene aanwezigheid in blauwe ruimte, 1958
Maar ook al in die periode begint Raveel te werken in wat zijn eigen taal en inhoud zal worden, en die hem ook bekend heeft gemaakt. 'Over een mens' uit 1956 toont een schetsmatige menselijke figuur tegen een zwart-en-grijze achtergrond: het onderwerp is meteen veel problematischer geworden. 'Een mens' heeft schijnbaar een aureool boven zich, alleen is die bij elkaar gedrukt, en doet daardoor meer aan een werkmanspet denken: je kunt hier dan ook 'Jan met de pet' in zien, alias 'Jan en alleman', Elckerlyc of Everyman, wij allemaal. Het gezicht van deze Jan bestaat uit blokjes, het is geabstraheerd, en wat erachter zit, blijft ongeweten. Ook het lichaam blijft leeg. Dit werk stelt vooral vragen 'over een mens', de antwoorden moeten van de toeschouwer komen.
Over een mens, 1956
'Man met reikende hand' (1959) is even schetsmatig, haast minimalistisch. Je krijgt dezelfde aureool, het gezicht wordt gesuggereerd - het is geen bepaalde man - en die reikende hand lijkt te bedelen, en te beven als ze dat doet. Rechts achter hem bevindt zich een lege witte ruimte: deze man vraagt zelf, en niet zozeer naar geld, dunkt me. Als deze twee werken goed bekijkt, kun je er 'la condition humaine' in uitgebeeld zien, je kunt ze begrijpen als echt 'existentieel'.
Een simpel, vrolijk schildertje is Raveel zeker niet, daarvoor werkt hij te veel met metaforen en symbolen. Ik vind het zonder meer fantastisch wat hij doet, maar ik ben dan ook een 'fan'.
Man met reikende hand, 1959
Geen opmerkingen:
Een reactie posten